ECLI:NL:GHAMS:2014:4956
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak inbraak met DNA-bewijs en getuigenverklaringen
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 24 november 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Noord-Holland. De verdachte was beschuldigd van inbraak in een Spar-winkel te Wijk aan Zee op 16 september 2010, waarbij rookwaren en strippenkaarten zouden zijn gestolen. De rechtbank had eerder een veroordeling uitgesproken, maar het hof kwam tot een andere conclusie. Tijdens de zitting in hoger beroep op 10 november 2014 werd het bewijs tegen de verdachte besproken, waaronder DNA-bewijs en getuigenverklaringen.
De advocaat-generaal had gevorderd dat de verdachte zou worden veroordeeld tot een taakstraf van 100 uur, subsidiair 50 dagen hechtenis. Echter, het hof oordeelde dat het DNA-mengprofiel dat op een bivakmuts was aangetroffen, niet voldoende bewijs bood om de verdachte te veroordelen. De verdachte had verklaard dat hij mogelijk een soortgelijke bivakmuts had gedragen, maar dat hij deze ook aan anderen uitleende.
Het hof concludeerde dat, hoewel het aannemelijk was dat de muts door de verdachte was gedragen, dit niet betekende dat hij ook de dader van de inbraak was. Er waren ook sporen van medeverdachten aangetroffen, wat de mogelijkheid van uitlening van hoofddeksels versterkte. Uiteindelijk oordeelde het hof dat er niet met voldoende zekerheid kon worden vastgesteld dat de verdachte het ten laste gelegde feit had begaan, en sprak hem vrij.
De beslissing van het hof vernietigde het eerdere vonnis en verklaarde de verdachte niet schuldig aan de tenlastelegging.