ECLI:NL:GHAMS:2014:4893
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- M.A. Goslings
- R.J.F. Thiessen
- S.F. Schütz
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake de verplichtstelling van deelname aan het bedrijfstakpensioenfonds voor de bouwnijverheid
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van de Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Bouwnijverheid (Bpf Bouw) tegen een uitspraak van de kantonrechter in Amsterdam. Bpf Bouw vordert dat de besloten vennootschap, hier aangeduid als [geïntimeerde], verplicht is om deel te nemen aan het pensioenfonds en premies te betalen. De kantonrechter had eerder geoordeeld dat [geïntimeerde] niet onder de werkingssfeer van de Verplichtstellingsbeschikking van Bpf Bouw valt, wat betekent dat zij geen premies aan Bpf Bouw verschuldigd is. Bpf Bouw is in hoger beroep gegaan, waarbij zij stelt dat de activiteiten van [geïntimeerde] voornamelijk bouwkundige activiteiten zijn en dat zij daarom verplicht is om bij Bpf Bouw aan te sluiten.
Tijdens de procedure is vastgesteld dat de activiteiten van [geïntimeerde] onder andere het graven en dichten van sleuven voor leidingen en rioleringen omvatten, maar ook agrarische werkzaamheden zoals spitten en frezen. Het hof heeft besloten dat er een deskundigenonderzoek moet plaatsvinden om te bepalen of de overwegende productie van [geïntimeerde] wordt behaald met bouwkundige of landbouwkundige activiteiten. Dit onderzoek zal zich richten op de activiteiten die door [geïntimeerde] worden uitgevoerd en de bijbehorende omzet en loonsom. Het hof heeft ook bepaald dat de kosten van het deskundigenonderzoek voor rekening van Bpf Bouw komen.
Het hof heeft de zaak aangehouden en een rolzitting gepland voor januari 2015, waarbij partijen de gelegenheid krijgen om te reageren op de vraagstelling voor het deskundigenonderzoek. Tevens is er de mogelijkheid om tussentijds cassatieberoep in te stellen tegen dit tussenarrest. De uitspraak van het hof is gedaan op 25 november 2014.