ECLI:NL:GHAMS:2014:4883

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
26 november 2014
Publicatiedatum
26 november 2014
Zaaknummer
23-001349-13
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen vrijspraak van verdachte in meerdere diefstal- en inbraakzaken

In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Noord-Holland, waarbij de verdachte op 11 maart 2013 was vrijgesproken van verschillende diefstal- en inbraakfeiten. Het gerechtshof Amsterdam heeft op 26 november 2014 uitspraak gedaan. De verdachte was betrokken bij meerdere inbraken en diefstallen, waaronder een ramkraak bij de Rabobank in Steenwijk en inbraken bij verschillende winkels en tankstations. Het hof heeft vastgesteld dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs was voor de betrokkenheid van de verdachte bij de meeste tenlastegelegde feiten. De verdachte werd echter wel schuldig bevonden aan opzetheling van geluidsboxen en aan diefstal bij Deen Supermarkt en Saturn Superstore. Het hof heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van vijftien maanden, met aftrek van de tijd die hij in voorarrest heeft doorgebracht. Daarnaast zijn er vorderingen van benadeelde partijen toegewezen, waaronder een schadevergoeding aan Deen Supermarkt. Het hof heeft de vrijspraak van de rechtbank voor de overige feiten bevestigd, omdat het bewijs daarvoor niet voldoende was.

Uitspraak

parketnummer: 23-001349-13
datum uitspraak: 26 november 2014
TEGENSPRAAK
Verkort arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Noord-Holland van 11 maart 2013 in de strafzaak onder parketnummer 15-741181-11 tegen
[verdachte],
[geboorteplaats] op [geboortedatum] ,
[adres] .

Omvang van het hoger beroep

De verdachte is door de rechtbank Noord-Holland vrijgesproken van de onder 1, 2, 6, 7, 13, 14 en 16 tenlastegelegde feiten. Het hoger beroep is door de verdachte onbeperkt ingesteld en is derhalve in beginsel mede gericht tegen de in eerste aanleg gegeven beslissingen tot vrijspraak. Gelet op hetgeen is bepaald in artikel 404, vijfde lid, van het Wetboek van Strafvordering staat voor de verdachte tegen voornoemde beslissingen echter geen hoger beroep open. Het hof zal de verdachte dan ook niet-ontvankelijk verklaren in het ingestelde hoger beroep, voor zover dat is gericht tegen de in het vonnis waarvan beroep gegeven vrijspraken voor de feiten 1, 2, 6, 7, 13, 14 en 16.
Het hoger beroep is ook door het openbaar ministerie onbeperkt ingesteld en is derhalve mede gericht tegen voornoemde in eerste aanleg gegeven beslissingen tot vrijspraak. Bij akte van 22 mei 2013 heeft de officier van justitie in het arrondissement Noord-Holland evenwel het ingestelde hoger beroep ten aanzien van het onder feit 14 tenlastegelegde ingetrokken. Het onder feit 14 tenlastegelegde is aldus, nu de verdachte mede ten aanzien van dit feit niet-ontvankelijk in het hoger beroep zal worden verklaard, niet meer aan de orde in hoger beroep.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 20 januari 2014, 28, 29 en 31 oktober 2014 en 12 november 2014, en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzittingen in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en de raadsman naar voren is gebracht.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is, na nadere omschrijving van de tenlastelegging als bedoeld in artikel 314a van het Wetboek van Strafvordering, ten laste gelegd dat:
onder 1 primair:
[ZD 01 "Rogat/Steenwijk": de ramkraak bij de Rabobank in Steenwijk]
hij op of omstreeks 16 mei 2009 te Steenwijk, gemeente Steenwijkerland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, in of uit een (bank)gebouw, gelegen aan de Steenwijkerdiep 25-A, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een pinautomaat (met inhoud), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan de Rabobank Steenwijk/Meppel, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking;
onder 1 subsidiair:
hij op of omstreeks 16 mei 2009 te Steenwijk, gemeente Steenwijkerland, ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn mededader(s) voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een (bank)gebouw, gelegen aan de Steenwijkerdiep 25-A, weg te nemen een pinautomaat (met inhoud), althans de inhoud van die pinautomaat, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan de Rabobank Steenwijk/Meppel, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), en die weg te nemen pinautomaat, althans de inhoud daarvan, onder zijn/hun bereik te brengen door middel van braak en/of verbreking, met een of meer van zijn mededader(s), althans alleen, met een shovel voornoemde pinautomaat uit de gevel van voornoemd (bank)gebouw heeft gereden en/of geduwd en/of getrokken en/of geschept, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
onder 2 primair:
[ZD 01 "Rogat/Steenwijk": wegnemen Nissan Navara bij woninginbraak]
hij op of omstreeks 21 april 2009 te Oterleek, gemeente Schermer, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd, in een woning, gelegen aan [adres] , met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een of meer autosleutel(s), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [S.B.] en/of [[B.V.]] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming, en/of dat hij (vervolgens) op of omstreeks 21 april 2009 te Oterleek, gemeente Schermer, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een auto (Nissan Navara), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [[B.V.]] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s);
onder 2 subsidiair:
hij in of omstreeks de periode van 21 april 2009 tot en met 16 mei 2009 te Oterleek, gemeente Schermer, en/of te Steenwijk, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een auto (Nissan Navara), heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij en/of zijn mededader(s) ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van voornoemde auto wist(en), althans redelijkerwijs had(den) moeten vermoeden, dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
onder 3 primair:
[ZD 02: "Stompetoren": Inbraak bij Piet Jan van den Kommer B.V.]
hij op of omstreeks 12 april 2011 te Stompetoren, gemeente Schermer, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, in of uit een bedrijfspand, gelegen aan de Noordervaart 127, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een televisie met bijbehorende geluidsboxen (merk: Bang & Olufsen), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan Ynter Sound & Vision, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
onder 3 subsidiair:
hij in of omstreeks de periode van 12 april 2011 tot en met 20 december 2011 te Stompetoren, gemeente Schermer, en/of te Alkmaar, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een of meer geluidsboxen, heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij en/of zijn mededader(s) ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van voornoemde geluidsbox(en) wist(en), althans redelijkerwijs had(den) moeten vermoeden, dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
onder 4:
[ZD 04 "Nunspeet": ramkraak bij tankstation in Nunspeet]
hij op of omstreeks 24 juni 2011 te Nunspeet tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, in of uit een tankstation, gelegen aan de F.A. Molijnlaan 188, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een (grote) hoeveelheid rookwaren, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan BP Dalhuisen, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
onder 5:
[ZD 05: "Tuitjenhorn": Inbraak Deen Supermarkt]
hij op of omstreeks 08 augustus 2011 te Tuitjenhorn tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, in of uit een winkelpand, gelegen aan de Dorpsstraat 38, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een (grote) hoeveelheid rookwaren, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan Deen Supermarkt, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
onder 6:
[ZD 06 "Volvo XC 90": wegnemen vluchtauto (Volvo XC 90) bij woninginbraak]
hij op of omstreeks 27 oktober 2011 te Nieuwe Niedorp tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd, in een woning, gelegen aan [adres] , met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een of meer autosleutel(s), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [JP.K.] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming, en/of dat hij (vervolgens) op of omstreeks 27 oktober 2011 te Nieuwe Niedorp tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een personenauto (Volvo XC 90), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [JP.K.] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s);
onder 7:
[ZD 06 "Volvo XC 90": Ramkraak bij Kompas Outdoor World in oktober 2011]
hij op of omstreeks 27 oktober 2011 te Heerhugowaard tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, in of uit een winkelpand, gelegen aan de Nobelstraat 12, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een (grote) hoeveelheid (sport)jassen en/of (andere) kleding, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan Kompas Outdoor World, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
onder 8:
[ZD 07 "Volvo V60": wegnemen vluchtauto Volvo V60 bij woninginbraak]
hij op of omstreeks 31 oktober 2011 te Alkmaar tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd, in een woning, gelegen aan [adres] , met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een of meer autosleutel(s), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [J.K] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming, en/of dat hij (vervolgens) op of omstreeks 31 oktober 2011 te Alkmaar tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een personenauto (Volvo V60; kenteken: [...] ), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [J.K] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s);
onder 9:
[ZD 07 "Volvo V60": Ramkraak bij Sport 2000]
hij op of omstreeks 01 november 2011 te Castricum tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, in of uit een winkelpand, gelegen aan de Burgemeester Mooijstraat 26, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een (grote) hoeveelheid sportkleding, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan Sport 2000, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
onder 10:
[ZD 07 "Volvo V60": de ramkraak bij Saturn Superstore op 20 december 2011]
hij op of omstreeks 20 december 2011 te Heerhugowaard tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, in of uit een bedrijfspand, gelegen aan de Th. van Doesburgweg 1, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een grote hoeveelheid electronica (ipads en (andere) Apple computers), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan Saturn, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
onder 11:
[ZD 08 "Ferwert": 1e inbraak bij tankstation in Ferwert op 02 juni 2011]
hij op of omstreeks 02 juni 2011 te Ferwert, gemeente Ferwerderadiel, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, in of uit een tankstation, gelegen aan de Ljouwerterdyk 3, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een (grote) hoeveelheid rookwaren, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan Q8 Tankstation Ferwert B.V., in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
onder 12:
[ZD 08 "Ferwert": 2e inbraak bij tankstation in Ferwert op 11 juni 2011]
hij op of omstreeks 11 juni 2011 te Ferwert, gemeente Ferwerderadiel, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, in of uit een tankstation, gelegen aan de Ljouwerterdyk 3, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een (grote) hoeveelheid rookwaren, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan Q8 Tankstation Ferwert B.V., in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
onder 13 primair:
[ZD 11 "Shoebox": Inbraak bij Shoebox in Bergen]
hij op of omstreeks 14 november 2011 te Bergen (NH) tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, in of uit een winkelpand, gelegen aan de Ruïnelaan 6, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een (grote) hoeveelheid handschoenen en/of mutsen en/of tassen en/of haarbanden, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan Shoebox en/of [S.de H.] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
onder 13 subsidiair:
hij in of omstreeks de periode van 14 november 2011 tot en met 20 december 2011 te Bergen, gemeente Bergen (NH), en/of te Alkmaar, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een paar handschoenen en/of een of meer mutsen, heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij en/of zijn mededader(s) ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van voornoemd(e) goed(eren) wist(en), althans redelijkerwijs had(den) moeten vermoeden, dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
onder 14 primair:
[ZD 13 "Leuk & Zo": ramkraak bij Leuk & Zo in Bergen]
hij op of omstreeks 19 oktober 2010 te Bergen (NH) tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, in of uit een (winkel)pand, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een (grote) hoeveelheid kleding en/of schoenen, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan Leuk & Zo, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
onder 14 subsidiair:
hij in of omstreeks de periode van 19 oktober 2010 tot en met 20 december 2011 te Bergen, gemeente Bergen (NH), en/of te Alkmaar, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, kleding en/of schoenen, heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij en/of zijn mededader(s) ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van voornoemd(e) goed(eren) wist(en), althans redelijkerwijs had(den) moeten vermoeden, dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
onder 15:
[ZD 14 "Lemon & Lime": ramkraak bij Lemon & Lime]
hij op of omstreeks 25 november 2011 te Alkmaar tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, in of uit een winkelpand, gelegen aan de Wendelaarstraat 1 G, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een (grote) hoeveelheid jassen en/of broeken, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan Lemon & Lime en/of [M. van D.] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
onder 16:
[ZD 21 "Schoorl": inbraak bij Super de Boer]
hij op of omstreeks 02 september 2011 te Schoorl, gemeente Bergen (NH) tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, in of uit een winkelpand, gelegen aan de Heereweg 3, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een (grote) hoeveelheid rookwaren, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan Super de Boer, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven, omdat het hof tot andere beslissingen komt dan de rechtbank.

Vordering van het openbaar ministerie

De advocaat-generaal heeft gerequireerd tot vrijspraak voor het onder 1 primair, 2 primair, 3 primair, 6, 7 en 13 primair tenlastegelegde en tot bewezenverklaring voor het onder 1 subsidiair, 2 subsidiair, 3 subsidiair, 4, 5, 8, 9, 10, 11, 12, 13 subsidiair, 15 en 16 tenlastegelegde.
Zij heeft hiertoe - zakelijk weergegeven - het volgende aangevoerd.
ten aanzien van feit 1 subsidiair
Op 16 mei 2009 is gepoogd om bij de Rabobank in Steenwijk met behulp van een shovel een geldautomaat weg te nemen. Blijkens de aangifte lag de geldautomaat op straat en was de pui vernield. De daders zijn omstreeks 04:15 uur door de politie overlopen. De bestuurder van de shovel stapte in een rode pick-up (van het merk Nissan en het type Navarra), die vervolgens ervan door ging. Na een achtervolging zijn de bestuurder en de bijrijder van de pick-up ontkomen. De bijrijder kon ontkomen via een weiland en een sloot. Om 05:30 uur zag brigadier [...] op het industrieterrein Groot Verlaat in Steenwijk een vrachtwagentje rijden. De bestuurder is staande gehouden door [...] . De bestuurder gaf op [verdachte] te heten. Het viel de [...] op dat de broek van deze persoon groezelig was en dat er gras aan de pijpen leek te zitten. De rode pick-up, die gestolen bleek te zijn in Velsen, is onderzocht. Op de bijrijdersstoel lag een zaklamp, waarop DNA van de verdachte is aangetroffen.
Op grond van bovenstaande feiten en omstandigheden kan het onder feit 1 subsidiair tenlastegelegde, de poging raamkraak, worden bewezen.
ten aanzien van feit 2
Uit de ten aanzien van feit 1 subsidiair geschetste gang van zaken volgt dat ook de heling van de rode pick-up, de Nissan Navara, kan worden bewezen. Gelet op het feit dat in de Nissan Navarra een zaklamp is gevonden met DNA van de verdachte, dat de verdachte niet veel later op geringe afstand van de door de politie in Steenwijk aangetroffen pick-up is staande gehouden, dat er nadat die Nissan Navarra in Oterleek is gestolen niet meer dan 185 kilometer mee is gereden (terwijl de afstand van Oterleek naar Steenwijk al 143 kilometer is) en het feit dat Oterleek in de directe omgeving van Alkmaar ligt, kan bewezen worden verklaard dat de verdachte tezamen met een andere onbekend gebleven persoon die auto op 16 mei 2011 voorhanden heeft gehad.
ten aanzien van feit 3 subsidiair
De verdachte heeft dit feit bekend.
ten aanzien van feit 4
Op 24 juni 2011 omstreeks 01:55 uur vond een ramkraak plaats bij het tankstation in Nunspeet, waarbij een hoeveelheid sigaretten en shag is gestolen. Na een melding kwam de politie ter plaatse. De politie zag uit de richting van het tankstation een Renault rijden zonder verlichting. De bestuurder droeg een bivakmuts. Uiteindelijk werd één persoon aangehouden. In de Renault lagen dekbedhoezen voorzien van openhoudringen met sigaretten. In de openhoudringen waren nummers geslagen. Deze nummers kwamen overeen met de nummers in de identieke openhoudringen die zijn aangetroffen in de bij de verdachte in gebruik zijnde garagebox aan [adres] te Alkmaar. In de Renault lag voorts een schroevendraaier met daarop DNA van de verdachte. Na te zijn aangehouden, werd de medeverdachte meermalen per sms benaderd, waarbij het voor de verdachte kenmerkende woord ‘kameraadje’ werd gebruikt. Verder heeft een verbalisant de verdachte herkend op de camerabeelden aan zijn manier van lopen.
Op grond van bovenstaande feiten en omstandigheden kan worden bewezen dat de verdachte tezamen met een ander deze inbraak heeft gepleegd.
ten aanzien van feit 5
De verdachte heeft dit feit bekend.
ten aanzien van de feiten 8, 9 en 10
Op 31 oktober 2011 zijn bij een woninginbraak aan [adres] in Alkmaar bij [J.K] autosleutels en een Volvo V60 gestolen. De Peugeot 106 van de verdachte is in de dagen voorafgaand aan de diefstal en in de nacht van de diefstal van de Volvo V60 langs het adres van [J.K] gereden.
Op 1 november 2011 omstreeks 03:30 uur wordt er een ramkraak bij Sport 2000 gepleegd. De Volvo V60 is daarbij als vluchtauto gebruikt. De Peugeot 106 van de verdachte stond tijdens de ramkraak bij de Esmoreitstraat in Alkmaar. Om 03:57 vertrok de Peugeot 106 naar de Koelmanlaan, alwaar Luik een opslagloods had. De Peugeot 106 bleef daar ongeveer 1,5 uur staan. Bij de doorzoeking in de winkel van Luik zijn kledingstukken van Sport 2000 aangetroffen. De verdachte kent Luik en [medeverdachte J] al heel lang en belt hen ook regelmatig.
Op 20 december 2011 is er een ramkraak gepleegd bij Saturn Superstore in Heerhugowaard. De Volvo V60 is bij deze ramkraak gebruikt. De verdachte heeft bekend dat hij bij deze ramkraak betrokken is geweest. De Volvo is op 20 december 2011 aangetroffen in de garagebox aan [adres] te Alkmaar, waar de verdachte gebruik van maakte.
Op grond van bovenstaande feiten en omstandigheden kunnen de feiten 8, 9 en 10 worden bewezen.
ten aanzien van de feiten 11 en 12
De daders van de inbraak op 2 juni 2011 droegen bivakmutsen en mijnwerkerslampjes en zij maakten gebruik van dekbedhoezen met openhoudringen. In de opslagruimte van waar sigaretten en shag zijn gestolen, is een schroevendraaier met daarop DNA van de verdachte aangetroffen. Bij de inbraak op 11 juni 2011 is opnieuw een grote hoeveelheid rookwaren buitgemaakt. De politie heeft een dader in een auto zien stappen en zien wegrijden. De dader wist te ontkomen, maar de vluchtauto is teruggevonden. In de auto lagen de sigaretten, in grote stoffen zakken met openhoudringen. In een van de zakken zat een bloedspoor van de verdachte. Eén van de openhoudringen had dezelfde code als de openhoudringen in [adres] . Gelet op het feit dat bij de inbraken DNA van de verdachte is aangetroffen (op de plaats delict en bij de buit), dat sprake was van een bij gelijksoortige inbraken gehanteerde zelfde modus operandi, terwijl de gebruikte openhoudringen van een zelfde serie afkomstig zijn als die in [adres] werden aangetroffen en het feit dat in [adres] ook mijnwerkerslampjes zijn aangetroffen, staat de betrokkenheid van de verdachte bij deze inbraken vast en kunnen de tenlastegelegde feiten 11 en 12 worden bewezen.
ten aanzien van feit 13 subsidiair
Niet kan worden bewezen dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de inbraak bij Shoebox op 14 november 2011. Wel kan worden bewezen dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan heling van de bij die inbraak gestolen tassen, mutsen en handschoenen. De bedrijfsleidster heeft haar handschrift herkend op het prijslabel van in de woning van de verdachte aangetroffen handschoenen en op de labels aan de muts en een tas. Die goederen lagen ten tijde van de inbraak achter de toonbank in de winkel.
ten aanzien van feit 15
Op 25 november 2011 vond een ramkraak plaats bij Lemon & Lime in Alkmaar. Bij deze ramkraak is voor ruim € 40.000,- aan broeken en jassen gestolen door twee daders. Uit de camerabeelden blijkt dat gebruik werd gemaakt van dekbedhoezen met openhoudringen om de gestolen spullen in mee te nemen. Op de vloer van de winkel zijn een openhoudring en een schroevendraaier gevonden. Op die ring is DNA van de verdachte aangetroffen. De ring is overigens identiek aan de eerder gebruikte ringen en de ringen, aangetroffen op in de box aan [adres] , alleen ontbreekt hier de code. Derhalve kan worden bewezen dat de verdachte bij deze ramkraak was betrokken.
ten aanzien van feit 16
Op 2 september 2011 is er ingebroken bij de Super de Boer in Schoorl. Ook hier zijn dekbedhoezen voorzien van openhoudringen gebruikt. Op de beelden van de beveiligingscamera’s zijn twee daders te zien met fors postuur en bivakmutsen. In de winkel is een zak met een openhoudring achtergebleven. Op de openhoudring is een DNA-mengprofiel aangetroffen, waarin minimaal drie personen zitten, onder wie de verdachte. Gelet op het feit dat de modus operandi bij deze inbraak voor een deel hetzelfde was als in andere zaken die door de verdachte zijn gepleegd, dat opnieuw rookwaren zijn gestolen en dat in de box aan [adres] dergelijke openhoudringen, bivakmutsen met verdachtes DNA en dekbedhoeszakken zijn aangetroffen, kan worden bewezen dat de verdachte dit feit samen met een ander heeft gepleegd.

Standpunt van de verdediging

De raadsman heeft vrijspraak bepleit voor het onder 1 primair, 2 primair, 3 primair, 6, 7 en 13 primair tenlastegelegde. Hij heeft ter zake verwezen naar de overwegingen van de rechtbank en de door de advocaat-generaal ingenomen standpunten.
De raadsman heeft voorts vrijspraak bepleit ter zake van de onder 1 subsidiair, 2 subsidiair, 4, 8, 9, 11, 12, 13 subsidiair, 15 en 16 tenlastegelegde.
Hij heeft ter zake - kort gezegd - het volgende naar voren gebracht.
Ten aanzien van feit 1 subsidiair geldt dat de verdachte ontkent dat hij de bestuurder was van de groene DAF vrachtwagen. Het feit dat geen fotoconfrontatie is gehouden tussen de verdachte en de verbalisant die hem heeft staande gehouden, vormt aanleiding om dit proces-verbaal van bevindingen niet voor het bewijs te bezigen. Bovendien heeft de verdachte een alibi voor deze nacht, zoals blijkt uit de verklaring van de [getuige 1] bij de rechter-commissaris op 16 januari 213.
Ten aanzien van feit 2 geldt dat het enkele aantreffen van een zwarte zaklamp op de passagiersstoel van een auto met daarop DNA van de verdachte onvoldoende bewijs oplevert voor de diefstal dan wel heling van de tenlastegelegde auto. Ook het feit dat met die auto maar 185 kilometer is gereden, is geen indicatie dat de verdachte de dader is.
De rechtbank heeft bij feit 4 een opsomming gegeven van aanwijzingen dat de verdachte en [E.M.] samen de ramkraak in Nunspeet hebben gepleegd. De rechtbank wijst op de DNA match op de schroevendraaier in de Renault in combinatie met de ‘zeer specifieke en onderscheidende modus operandi’. Deze modus operandi is echter ook gebruikt in een zaaksdossier waarbij de verdachte niet de dader kan zijn. Voor het aantreffen van zijn DNA op de schroevendraaier heeft de verdachte een verklaring gegeven. Het telefoonverkeer draagt niet bij aan het bewijs tegen de verdachte. De herkenning van de verdachte op de camerabeelden is onvoldoende om als bewijs te kunnen gebruiken.
Ten aanzien van de feiten 8 en 9 is sprake van onvoldoende bewijs. De verdachte is op de plaats delict door niemand herkend, er zijn geen stille getuigen van zijn aanwezigheid aldaar (dactyloscopische, DNA- dan wel schoensporen) en er zijn geen belastende verklaringen.
De (waarschijnlijk) van de inbraak in Sport 2000 afkomstige glasdeeltjes, die in de Volvo V60 zijn gevonden, bewijzen slechts dat die Volvo V60 bij de inbraak is gebruikt en geenszins dat de verdachte die auto toen heeft gebruikt. Verder volgt uit de op 17 juni 2014 bij de rechter-commissaris afgelegde verklaringen van [getuige 2] en [getuige 3] dat de verdachte pas op 19 december 2011 over de Volvo V60 is gaan beschikken.
Ten aanzien van feit 11 geldt dat het bewijs dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de inbraak bij het tankstation in Ferwert op 2 juni 2011 is gestoeld op één bewijsmiddel, te weten het aantreffen van DNA van de verdachte op een in de opslagruimte aangetroffen schroevendraaier. Er is echter geen enkel steunbewijs in de vorm van bijvoorbeeld getuigen, signalementen, observaties, taps waaruit enige betrokkenheid van de verdachte blijkt.
Ten aanzien van feit 12 geldt ook dat het bewijs voor verdachtes betrokkenheid bij de inbraak in het tankstation in Ferwart op 11 juni 2011 is gestoeld op één bewijsmiddel, te weten op een van de verdachte afkomstig bloedspoor dat is aangetroffen op een in de vluchtauto aangetroffen zak. Daarbij is van belang dat het bloedspoor niet is aangetroffen in het benzinestation, maar in de vluchtauto, waarvan niet is vastgesteld dat de verdachte daarin heeft gereden.
Ten aanzien van 13 subsidiair wordt kortheidshalve verwezen naar de overwegingen van de rechtbank om de verdachte van dit feit vrij te spreken. Hieraan kan nog worden toegevoegd dat er niet alleen geen bewijs is dat de betreffende Ugg-handschoenen afkomstig zijn van de inbraak bij Shoebox, ook de modus operandi (inslaan etalageraam en doorknippen ketting) verschilt wezenlijk van die welke aan de verdachte en zijn mededaders worden toegeschreven.
Ten aanzien van feit 15 geldt dat de betrokkenheid van de verdachte bij dit feit niet kan worden gebaseerd op één enkel bewijsmiddel, in dit geval DNA van de verdachte op de in de winkel achtergelaten vuilniszakhouder. Te meer daar de verdachte heeft verklaard dat bekenden deze openhoudringen uit zijn auto kunnen hebben gehaald. Er is geen enkele link met (de bewegingen van) auto’s die bij de verdachte in gebruik zijn en voorts is de gestolen kleding niet bij de verdachte of in zijn omgeving aangetroffen.
Ten aanzien van feit 16 wordt kortheidshalve verwezen naar de overwegingen van de rechtbank om de verdachte van dit feit vrij te spreken. In dit geval geldt dat het DNA-spoor niet als direct bewijsmiddel kan worden gebezigd en dat de vergelijkbare modus operandi slechts een aanwijzing is.

Overwegingen en oordeel van het hof

Met de advocaat-generaal en de raadsman van de verdachte acht het hof - evenals de rechtbank - niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen de verdachte onder 1 primair, 2 primair, 3 primair, 6, 7 en 13 primair, is ten laste gelegd, zodat het hof de verdachte van die feiten van zal vrijspreken.
Gelet op de stukken in het dossier en het verhandelde ter terechtzitting, waarbij de verdachte de feiten zoals tenlastegelegd onder 3 subsidiair, 5 en 10 heeft bekend is het hof evenals de rechtbank van oordeel dat deze feiten wettig en overtuigend kunnen worden bewezen.
Ten aanzien van de overige feiten overweegt het hof als volgt.
Vooropgesteld wordt dat in een geval als het onderhavige, waarin sprake is van veel en ernstige strafbare feiten én de verdachte, behoudens zoals hiervoor is weergegeven ten aanzien van het onder 3 subsidiair, 5 en 10 tenlastegelegde, iedere betrokkenheid bij die feiten ontkent, ondubbelzinnig bewijs voorhanden moet zijn, wil een bewezenverklaring kunnen volgen. Daartoe moet per verdachte op grond van in het dossier aanwezige bewijsmiddelen en het verhandelde ter terechtzitting worden vastgesteld of, en zo ja op welke wijze die verdachte betrokken was bij de tenlastegelegde feiten. Een algemene verwijzing naar ‘de groep verdachten’, zoals de advocaat-generaal onder meer lijkt voor te staan, is daartoe niet toereikend. Dit geldt evenzeer voor een algemene verwijzing naar de modus operandi. Anders dan de rechtbank is het hof van oordeel dat niet is gebleken, en evenmin als ervaringsregel kan worden aanvaard, dat het gebruik van openhoudringen met dekbedhoezen bij inbraken, zoals daarvan in dit dossier meermalen is gebleken, zodanig onderscheidend is dat hieraan zelfstandige betekenis in bewijsrechtelijke zin kan worden verbonden.
Het hof overweegt dat de advocaat-generaal er terecht op heeft gewezen dat aan het dossier aanwijzingen zijn te ontlenen voor betrokkenheid van de verdachte bij de verschillende tenlastegelegde feiten.
De in de door de verdachte gehuurde garagebox op [adres] in Alkmaar aangetroffen geluidsboxen, die op 21 april 2011 in Stompetoren bij Ynter Sound & Vision zijn gestolen (feit 3 subsidiair) en de goederen die afkomstig zijn van de mede door de verdachte gepleegde inbraak bij Saturn Superstore op 20 december 2011 (feit 10) vormen een zodanige aanwijzing. De tijdens de doorzoekingen op 20 december 2011 aangetroffen goederen die gebruikt kunnen worden voor het plegen van inbraken, te weten: een bivakmuts, een tang, een kruiskopschroevendraaier, twee sluitringen en een dekbedhoes in de door de verdachte gehuurde woning op het [adres] , een bivakmuts in [adres] , alwaar de verdachte veelvuldig verbleef én drie bivakmutsen, handschoenen, inbrekerswerktuig en dekbedhoezen met openhoudringen in de garagebox aan [adres] vormen eveneens een dergelijke aanwijzing.
Voorts is nog gebleken dat één van de in de garagebox aangetroffen openhoudringen was voorzien van een ingeslagen nummer (2622-02/GN049/180310), de andere openhoudringen niet. Eerstgenoemde openhoudring en het ingeslagen nummer komen overeen met openhoudringen en de daarin ingeslagen nummers, die zijn aangetroffen bij de inbraak in het tankstation in Ferwert op 11 juni 2011 (feit 12) en de ramkraak in het tankstation te Nunspeet op 24 juni 2011 (feit 4). Andere aanwijzingen betreffen het aantreffen van DNA-materiaal van de verdachte op - naar het lijkt - bij de desbetreffende inbraken gebruikte voorwerpen (te weten een zaklamp, een schroevendraaier en een openhoudring van een dekbedhoes) en/of verdachtes - op grond van peilbakengegevens van auto’s veronderstelde, dan wel waargenomen - aanwezigheid in de nabijheid van in de context van het dossier belangrijke plaatsen (omstreeks het tijdstip dat aldaar een strafbaar feit werd gepleegd dan wel in de dagen daaraan voorafgaand). Die aanwijzingen - wat daarvan ook zij - volstaan evenwel niet voor een bewezenverklaring van de tenlastegelegde feiten. Hieruit volgt immers niet buiten enige twijfel dat de verdachte de desbetreffende inbraken ook daadwerkelijk heeft (mede)gepleegd. Daarbij betrekt het hof het feit dat de verdachte dit heeft ontkend en telkens een verklaring heeft gegeven voor het feit dat zijn DNA op diverse gebruiksvoorwerpen is aangetroffen. Indien aldus naast voornoemde aanwijzingen geen ander (direct) bewijs voorhanden is, dat redengevend is voor de betrokkenheid van de verdachte bij het tenlastegelegde, zal het hof de verdachte daarvan moeten vrijspreken.
ten aanzien van feit 1 subsidiair en 2 subsidiair
Met de rechtbank is het hof van oordeel dat de omstandigheid dat op de passagiersstoel van de door de daders van de poging ramkraak bij de Rabobank in Steenwijk als vluchtauto gebruikte Nissan Navarra een zaklamp met daarop DNA-materiaal van de verdachte is aangetroffen niet voldoende is om tot een bewezenverklaring te komen. Op grond van het aantreffen van dat DNA-materiaal kan immers niet meer worden vastgesteld dan dat de verdachte die zaklamp op enig moment in handen heeft gehad en dat die zaklamp op enig moment in de periode tussen 20 april 2009 (de dag waarop de Nissan Navarra is gestolen) en 16 mei 2009 (de dag waarop de Nissan Navarra door de politie in beslag is genomen) in die auto terecht is gekomen. Een en ander zegt echter niets over het moment en/of de wijze waarop dat is geschied. Het feit dat met die Nissan Navarra ná de diefstal ervan slechts 185 kilometer is gereden, maakt dat niet anders. Weliswaar biedt die vaststelling steun voor de conclusie dat de Nissan Navarra waarschijnlijk alleen is gestolen om te worden gebruikt bij voornoemde poging diefstal bij de Rabobank, maar niet blijkt daaruit dat de verdachte één van de daders was. Ook wanneer zou worden aangenomen dat het de verdachte was, die ongeveer één uur na poging tot ramkraak bij de Rabobank in Steenwijk werd staande gehouden, zou het hof niet tot een andersluidend oordeel komen. Ook bezien in samenhang met voornoemde omstandigheden, zou daaruit immers niet zonder meer kunnen worden afgeleid dat de verdachte zich toen en daar aan de tenlastegelegde poging tot ramkraak heeft schuldig gemaakt en vervolgens de gestolen vluchtauto voorhanden heeft gehad, in de zin van opzet- dan wel schuldheling.
Het hof zal de verdachte derhalve vrijspreken van het onder 1 subsidiair tenlastegelegde. Gelet op het feit dat niet kan worden vastgesteld dat de verdachte de Nissan Navarra heeft verworven en/of voorhanden heeft gehad, zal het hof de verdachte ook vrijspreken van het onder 2 subsidiair tenlastegelegde.
ten aanzien van feit 4
Het hof zal - anders dan de rechtbank heeft geoordeeld en de advocaat-generaal heeft gevorderd - de verdachte vrijspreken het onder 4 tenlastegelegde.
Vaststaat dat twee personen op 24 juni 2011 omstreeks 01:55 uur hebben ingebroken in het BP tankstation in Nunspeet. De daders hebben met behulp van een personenauto en een huisvuilcontainer de glazen toegangsdeuren ingeslagen, waarna zij met bivakmutsen op, dekbedhoezen met rookwaar hebben gevuld en naar buiten hebben gesleept. Ter plaatse gekomen verbalisanten zagen een Renault personenauto met gedoofde lichten vanuit de benzinepomp hun kant op rijden. Zij zagen dat de bestuurder een bivakmuts droeg. Zij zijn achter die auto aangereden, maar zijn de auto in de wijk Oenenburg uit het zicht verloren. Omstreeks 03:46 uur ontvingen de verbalisanten een melding dat een bewoner in de wijk Oenenburg twee personen met bivakmutsen op straat had zien lopen. De verbalisanten zijn teruggekeerd naar die wijk en hebben één persoon aanhouden, te weten [E.M.] . [E.M.] was op dat moment in het bezit van een mijnwerkerslamp en een bivakmuts. Diezelfde nacht is op een parkeerplaats in de Jan van Vurenstraat in Nunspeet de Renault aangetroffen. Op de vloer rechts naast de bijrijdersstoel van die auto is een schroevendraaier aangetroffen met daarop DNA-materiaal van de verdachte. Achterin de auto zijn Ikea dekbedhoezen aangetroffen met daarin een grote hoeveelheid sigaretten en shag. Eén van de dekbedhoezen was voorzien van een metalen ring, de andere dekbedhoezen niet, maar in de auto lagen nog drie dergelijke ringen. Op een van de aangetroffen ringen stond een serienummer dat overeenkomt met het serienummer van de in de garagebox aan [adres] aangetroffen openhoudring.
Zoals hiervoor is overwogen, acht het hof de aanwezigheid van verdachtes DNA op een schroevendraaier die is achtergebleven in een vluchtauto, wat daarvan ook zij en mede bezien in het licht van de verklaring van de verdachte, dat een ander deze schroevendraaier in de vluchtauto heeft achtergelaten, onvoldoende voor de conclusie dat de verdachte voornoemde inbraak (mede) heeft gepleegd. Datzelfde geldt voor de in de vluchtauto aangetroffen openhoudring met vorenbedoeld ingeslagen nummer.
Daar komt nog bij dat het hof, anders dan de rechtbank en de advocaat-generaal, in de telecommunicatie tussen de telefoonnummers [...] ( [E.M.] ), [...] (“ [A] ”) en telefoonnummer
[...] (welk nummer door de rechtbank en de advocaat-generaal aan de verdachte wordt toegeschreven) een sterke aanwijzing ziet dat de verdachte de inbraak in Nunspeet juist niet heeft medegepleegd. Immers, als het telefoonnummer dat aan de verdachte wordt toegeschreven om 03.16 uur door “ [A] ” wordt gebeld, straalt deze telefoon een zendmast aan op [adres] in Alkmaar, zijnde een zendmast gelegen in de directe nabijheid van de woning van de verdachte. De telefoon van [A] straalt op dat moment een zendmast aan in Nunspeet. Vervolgens verplaatst deze telefoon zich richting Nunspeet, alwaar deze telefoon om 04:56 uur een zendmast aanstraalt. Geenszins is aldus uit te sluiten dat de verdachte niet in Nunspeet was ten tijde van de inbraak, maar zich eerst daarna naar Nunspeet heeft begeven. Nu ook overigens wettig en overtuigend bewijs ontbreekt, zal de verdachte van het onder 4 tenlastegelegde feit moeten worden vrijgesproken.
ten aanzien van de feiten 8 en 9
Er is geen enkel aanknopingspunt voor de betrokkenheid van de verdachte bij de inbraak in een woning op het [adres] in Alkmaar op 31 oktober 2011 omstreeks 03:30 uur, uit welke woning autosleutels en de bijbehorende Volvo V60 zijn gestolen. Het feit dat de Peugeot 106 met kenteken [...] en de Mercedes met kenteken [...] , zijnde auto’s waarvan is gebleken dat de verdachte er (ook) gebruik van maakte, in de dagen voorafgaand aan die inbraak en zelfs kort voor de inbraak in de buurt van de woning op [adres] in Alkmaar zijn gesignaleerd, maakt dat niet anders. Datzelfde geldt voor het feit dat die Volvo V60 op 20 december 2011, nadat deze bij de ramkraak bij de Saturn Superstore in Heerhogowaard was gebruikt, welk feit de verdachte heeft bekend, in de door de verdachte gebruikte garagebox aan [adres] te Alkmaar is aangetroffen. Hieruit kan immers slechts worden afgeleid dat de verdachte op enig moment de beschikking heeft gekregen over die Volvo V60. Niet blijkt daaruit dat hij die auto op 31 oktober 2011 heeft gestolen.
Er zijn evenmin aanknopingspunten voor verdachtes betrokkenheid bij de inbraak bij Sport 2000 op 1 november 2011 te Castricum. Uit de stukken in het dossier blijkt immers slechts dat op die datum omstreeks 03.30 uur een inbraak heeft plaatsgevonden bij de Sport 2000 in Castricum en dat daarbij - zo kan worden afgeleid uit de verklaring van de [getuige 4] en het rapport van het NFI met betrekking tot het glasonderzoek van 2 mei 2011 - gebruik is gemaakt van de hiervoor genoemde Volvo V60 met kenteken [...] . Niet blijkt daaruit dat de verdachte één van de daders van die inbraak was. Het feit dat een auto, waarvan is gebleken dat de verdachte die gebruikt heeft, in de dagen voorafgaand aan de inbraak in de directe omgeving van de Sport 2000 in Castricum is gesignaleerd, is daartoe niet voldoende. Datzelfde geldt voor de omstandigheid dat die Volvo V60 op 20 december 2011 in de door de verdachte gebruikte garagebox aan [adres] te Alkmaar is aangetroffen. Zoals hiervoor reeds is overwogen kan op grond van die omstandigheid slechts worden vastgesteld dat de verdachte op enig moment de beschikking over die auto heeft gekregen. Datzelfde geldt voor het aantreffen van een DNA-mengprofiel van de verdachte op een in die bewuste Volvo aangebracht het schakelkastje om de verlichting aan en uit te kunnen zetten. In dit verband zij er nog op gewezen dat de Volvo V60 is gebruikt bij de mede door de verdachte gepleegde inbraak bij Saturn Superstore op 20 december 2011 (feit 10). Het hof zal de verdachte derhalve wegens gebrek aan wettig en overtuigend bewijs vrijspreken van het onder 8 en 9 tenlastegelegde.
ten aanzien van de feiten 11 en 12
Op 2 juni 2011 om 02:25 uur is er ingebroken in het Q8 tankstation in Ferwart. Uit de opslagruimte en de winkel van het tankstation zijn sigaretten en shag weggenomen. Op een plank in de opslagruimte zijn een breekijzer en een schroevendraaier gevonden. Op het handvat van de schroevendraaier is DNA-materiaal van de verdachte aangetroffen.
Op 11 juni 2011 om 03:41 uur is opnieuw in dit tankstation ingebroken. Ook toen is een hoeveelheid rookwaren meegenomen. De verbalisanten die naar aanleiding van een melding ter plaatse gingen, zagen naast het tankstation een grijze personenauto staan (een Volvo met het kenteken [...] ). Zij zagen één persoon in die auto stappen en wegrijden. Na een korte achtervolging zijn zij het voertuig uit het oog verloren. Die auto is later teruggevonden bij een woning in Broeksterwald. In de auto lag een aantal zakken met daarin een grote hoeveelheid sigaretten. Daarnaast lag er een aantal stoffen zakken voorzien van een verstelbare metalen ring, twee breekijzers, een schroevendraaier, een slijpmachine en een aantal kentekenplaten. Het bloedspoor dat aan de binnenzijde van één van de zakken werd aangetroffen, was afkomstig van de verdachte. Het ingeslagen nummer op de in die auto aangetroffen openhoudring, komt overeen met het ingeslagen nummer op een van de in de garagebox aan [adres] te Alkmaar aangetroffen openhoudringen.
Zoals hiervoor reeds is overwogen, leveren voornoemde feiten en omstandigheden weliswaar ernstige aanwijzingen, maar niet het bewijs op dat de verdachte die inbraken ook heeft (mede)gepleegd. Het hof zal de verdachte derhalve vrijspreken van het onder 11 en 12 tenlastegelegde.
ten aanzien van feit 13 subsidiair
Het hof zal de verdachte - evenals de rechtbank - vrijspreken van de onder 13 subsidiair tenlastegelegde heling van de op 14 november 2011 bij Shoebox in Bergen gestolen goederen. Op grond van de stukken in het dossier en het verhandelde ter terechtzitting kan niet worden vastgesteld dat de in de woning van [medeverdachte H] , alwaar de verdachte ook verbleef, aangetroffen handschoenen van de inbraak bij Shoebox - en derhalve van misdrijf - afkomstig waren. Nu het dossier ook overigens geen aanknopingspunten biedt om tot een bewezenverklaring van opzet- dan wel schuldheling te komen, zal het hof de verdachte ter zake vrijspreken.
ten aanzien van feit 15
Het hof acht - anders de rechtbank - niet bewezen dat de verdachte op 25 november 2011 samen met een ander heeft ingebroken bij Lemon & Lime in Alkmaar. Het enkele feit dat DNA-materiaal van de verdachte is aangetroffen op een in de winkel achtergebleven openhoudring is daarvoor, zoals hiervoor reeds meermalen is overwogen, onvoldoende. Nu in het dossier geen ander (direct) bewijs voorhanden is dat redengevend is voor verdachte betrokkenheid bij deze inbraak, zal het hof de verdachte vrijspreken van het onder 15 tenlastegelegde.
ten aanzien van feit 16
Het hof acht - evenals de rechtbank - niet bewezen dat de verdachte in de nacht van 1 op 2 september 2011 samen met een ander heeft ingebroken bij Super de Boer in Schoorl. Het enkele feit dat het DNA dat is aangetroffen op de rand van de achtergelaten openhoudring (met dekbedhoes) mogelijk afkomstig is van de verdachte, is daartoe onvoldoende. Nu in het dossier geen ander (direct) bewijs voorhanden is dat redengevend is voor verdachte betrokkenheid bij deze inbraak, zal het hof de verdachte vrijspreken van het onder 16 tenlastegelegde.

Bewezenverklaring

Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 3 subsidiair, 5 en 10 ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
onder 3 subsidiairhij in de periode van 12 april 2011 tot en met 20 december 2011 te Alkmaar, geluidsboxen voorhanden heeft gehad, terwijl hij ten tijde van het voorhanden krijgen van voornoemde geluidsboxen wist dat het door misdrijf verkregen goederen betrof;
onder 5hij op 8 augustus 2011 te Tuitjenhorn, tezamen en in vereniging met een ander, uit een winkelpand, gelegen aan de Dorpsstraat 38, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een grote hoeveelheid rookwaren, toebehorende aan Deen Supermarkt, waarbij verdachte en zijn mededader zich de toegang tot de plaats van het misdrijf hebben verschaft en het weg te nemen goed onder hun bereik hebben gebracht door middel van braak;
onder 10hij op 20 december 2011 te Heerhugowaard, tezamen en in vereniging met anderen, uit een bedrijfspand, gelegen aan de Th. van Doesburgweg 1, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een grote hoeveelheid electronica (iPads en (andere) Apple computers), toebehorende aan Saturn Superstore, waarbij verdachte en zijn mededader zich de toegang tot de plaats van het misdrijf hebben verschaft door middel van braak.
Hetgeen onder 3 subsidiair, 5 en 10 meer of anders is ten laste gelegd, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
Het hof grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat.

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het onder 3 subsidiair, 5 en 10 bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het onder 3 subsidiair bewezen verklaarde levert op:
opzetheling.
Het onder 5 bewezen verklaarde levert op:
diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak.
Het onder 10 bewezen verklaarde levert op:
diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak.

Strafbaarheid van de verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte ten aanzien van het onder 3 subsidiair, 5 en 10 bewezen verklaarde uitsluit, zodat de verdachte strafbaar is.

Oplegging van straf

De rechtbank Noord-Holland heeft de verdachte van het onder 1 primair en subsidiair, 2 primair en subsidiair, 3 primair, 6, 7, 13 primair en subsidiair, 14 primair en subsidiair en 16 tenlastegelegde vrijgesproken en hem voor het onder 3 subsidiair, 4, 5, 8, 9, 10 11, 12 en 15 tenlastegelegde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van vijf jaren en zes maanden met aftrek van de tijd die hij voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest heeft doorgebracht. Daarnaast heeft de rechtbank beslissingen genomen ten aanzien van de vorderingen van de benadeelde partijen.
Tegen voormeld vonnis is door de verdachte en het openbaar ministerie hoger beroep ingesteld.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte wordt vrijgesproken van het onder 1 primair, 2 primair, 3 primair, 6, 7 en 13 primair tenlastegelegde en dat hij wordt veroordeeld voor het onder 1 subsidiair, 2 subsidiair, 3 subsidiair, 4, 5, 8, 9, 10, 11, 12, 13 subsidiair, 15 en 16 tenlastegelegde tot een gevangenisstraf voor de duur van acht jaren met aftrek van de tijd die hij voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest heeft doorgebracht. De advocaat-generaal heeft daarnaast gevorderd dat het hof de vorderingen van de benadeelde partijen [J.K] en Deen Supermarkt zal toewijzen.
Het hof heeft in hoger beroep de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en gelet op de persoon van de verdachte.
Het hof heeft daarbij in het bijzonder het volgende in beschouwing genomen.
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het (mede)plegen van een inbraak bij Deen Supermarkt in Tuitjenhorn op 8 augustus 2011. De verdachte en zijn mededader hebben zich de toegang tot het pand verschaft door een ruit met een stuk beton in te gooien. Vervolgens hebben zij een grote hoeveelheid rookwaren weggenomen. De verdachte heeft zich voorts schuldig gemaakt aan het (mede)plegen van een inbraak bij Saturn Superstore in Heerhugowaard op 20 december 2011. Daarbij is een grote hoeveelheid goederen van het merk Apple weggenomen. De verdachte en zijn mededaders hebben zich de toegang tot het pand verschaft door met een gestolen autoambulance met daarop aan de achterzijde bevestigd een lange metalen paal de deur van de nooduitgang van de winkel te vernielen. Daardoor is grote schade toegebracht aan het winkelpand terwijl ook de weggenomen goederen een hoge waarde vertegenwoordigden. Het spreekt voor zich dat de overlast en financiële schade voor de getroffen ondernemers groot is. Daarnaast zorgen dergelijke inbraken/ramkraken voor gevoelens van grote onrust en onveiligheid in de samenleving. Ten slotte heeft de verdachte zich schuldig gemaakt aan de opzetheling van twee geluidsboxen met een aanzienlijke waarde. De verdachte heeft door zo te handelen bijgedragen aan de instandhouding van een markt voor de handel in van misdrijf afkomstige goederen.
Blijkens een de verdachte betreffend Uittreksel Justitiële Documentatie van 13 oktober 2014 is de verdachte eerder - ook ter zake van soortgelijke strafbare feiten - onherroepelijk veroordeeld.
Bij weging van een en ander acht het hof passend dat aan de verdachte een onvoorwaardelijke gevangenisstraf wordt opgelegd. De op te leggen straf is wel (veel) lager dan de door de advocaat-generaal gevorderde straf, mede omdat het hof tot een andere bewezenverklaring komt dan die waarop de advocaat-generaal haar eis heeft gebaseerd.

Vordering van de benadeelde partij [J.K]

De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt € 913,92. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep toegewezen.
De verdachte wordt niet schuldig verklaard ter zake van het onder 8 tenlastegelegde handelen waardoor de gestelde schade zou zijn veroorzaakt. De benadeelde partij kan daarom in haar vordering niet worden ontvangen.

Vordering van de benadeelde partij Deen Supermarkt

De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt € 5.000,-. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep toegewezen.
Uit het onderzoek ter terechtzitting is voldoende gebleken dat de benadeelde partij als gevolg van het onder 5 bewezen verklaarde handelen van verdachte rechtstreeks schade heeft geleden. Verdachte is tot vergoeding van die schade gehouden zodat de vordering zal worden toegewezen.
Om te bevorderen dat de schade door verdachte wordt vergoed, zal het hof de maatregel van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht opleggen op de hierna te noemen wijze.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straf is gegrond op de artikelen 36f, 57, 311 en 416 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze wettelijke voorschriften worden toegepast zoals geldend ten tijde van het bewezen verklaarde.

BESLISSING

Het hof:
Verklaart de verdachte niet-ontvankelijk in het hoger beroep voor zover gericht tegen de beslissing tot vrijspraak van het onder 1 primair en subsidiair, 2 primair en subsidiair, 6, 7, 13 primair en subsidiair, 14 primair en subsidiair en 16 ten laste gelegde.
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het onder 1 primair, 1 subsidiair, 2 primair, 2 subsidiair, 3 primair, 4, 6, 7, 8, 9, 11, 12, 13 primair, 13 subsidiair, 15 en 16 ten laste gelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het onder 3 subsidiair, 5 en 10 ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 3 subsidiair, 5 en 10 bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
15 (vijftien) maanden.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, of artikel 27a van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Vordering van de benadeelde partij [J.K]
Verklaart de benadeelde partij [J.K] in haar vordering tot schadevergoeding niet-ontvankelijk.
Vordering van de benadeelde partij Deen Supermarkt
Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij Deen Supermarkt ter zake van het onder 5 bewezen verklaarde tot het bedrag van
€ 5.000,00 (vijfduizend euro) ter zake van materiële schadeen veroordeelt de verdachte om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
Legt aan de verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd Deen Supermarkt, een bedrag te betalen van
€ 5.000,00 (vijfduizend euro) als vergoeding voor materiële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
60 (zestig) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
Bepaalt dat, indien de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat daarmee zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee zijn verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. A.E.M. Röttgering, mr. H.S.G. Verhoeff en mr. M.J.A. Plaisier, in tegenwoordigheid van mr. J. Mulder, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 26 november 2014.