ECLI:NL:GHAMS:2014:4749

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
13 november 2014
Publicatiedatum
17 november 2014
Zaaknummer
200.154.194/01 OK
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • P. Ingelse
  • A.M.L. Broekhuijsen - Molenaar
  • M.M.M. Tillema
  • R.A.H. van der Meer
  • E. Eeftink
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aanwijzing bestuurder in het kader van het enqueterecht

In deze beschikking van het Gerechtshof Amsterdam, uitgesproken op 13 november 2014, betreft het een verzoek van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid [A] tegen de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid [B] en de belanghebbende DJK HOLDING B.V. De Ondernemingskamer heeft eerder, op 6 november 2014, een onderzoek bevolen naar het beleid en de gang van zaken van [B] over de periode van 1 januari 2010 tot 18 augustus 2014. Dit onderzoek was bedoeld om inzicht te krijgen in de bedrijfsvoering van [B] en om eventuele misstanden aan het licht te brengen. In deze beschikking werd een persoon aangewezen die het onderzoek zou uitvoeren en tevens een nieuwe bestuurder voor [B] zou benoemen.

De Ondernemingskamer heeft in deze beschikking de persoon W.R. Küh aangewezen als nieuwe bestuurder van [B], zoals eerder bepaald in de beschikking van 6 november 2014. De beslissing om W.R. Küh aan te wijzen als bestuurder is genomen in het belang van de vennootschap en haar aandeelhouders, met als doel de continuïteit van de onderneming te waarborgen. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de beslissing onmiddellijk effect heeft, ongeacht eventuele rechtsmiddelen die tegen deze beschikking kunnen worden aangewend.

De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer van het Gerechtshof, bestaande uit de voorzitter en vier raadsheren, en is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffiers. Deze beschikking is van belang voor de betrokken partijen en kan precedentwerking hebben voor soortgelijke zaken in het ondernemingsrecht, met name in het kader van het enqueterecht.

Uitspraak

beschikking
___________________________________________________________________
GERECHTSHOF AMSTERDAM
ONDERNEMINGSKAMER
zaaknummer: 200.154.194/01 OK
beschikking van de Ondernemingskamer van 13 november 2014
inzake
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[A],
gevestigd te Amsterdam,
VERZOEKSTER,
advocaat:
mr. A. Gabel, kantoorhoudende te Utrecht,
t e g e n
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[B].,
gevestigd te Amsterdam,
VERWEERSTER,
niet verschenen,
e n t e g e n
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
DJK HOLDING B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
BELANGHEBBENDE,
advocaat:
mr. A.J.A. Jansen, kantoorhoudende te Amsterdam.

1.Het verloop van het geding

1.1
In het vervolg zullen partijen wederom (ook) als volgt worden aangeduid:
  • verzoeker met [A];
  • verweerster met [B]; en
  • belanghebbende met DJK.
1.2
Bij beschikking van 6 november 2014 heeft de Ondernemingskamer - voor zover thans van belang - een onderzoek bevolen naar het beleid en de gang van zaken van [B] over de periode vanaf 1 januari 2010 tot 18 augustus 2014, een nader aan te wijzen en aan partijen bekend te maken persoon benoemd teneinde het onderzoek te verrichten, alsmede een nader aan te wijzen en aan partijen bekend te maken persoon benoemd tot bestuurder van [B].

2.De gronden van de beslissing

De Ondernemingskamer zal thans de hierna te vermelden persoon aanwijzen als bestuurder, een en ander zoals bedoeld in voormelde beschikking.

3.De beslissing

De Ondernemingskamer:
wijst aan als bestuurder, zoals bedoeld in de beschikking van 6 november 2014 in deze zaak: W.R. Küh te Soest;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. P. Ingelse, voorzitter, mr. A.M.L. Broekhuijsen - Molenaar en mr. M.M.M. Tillema, raadsheren, en prof. dr. R.A.H. van der Meer en prof. dr. E. Eeftink, raden, in tegenwoordigheid van mr. H.H.J. Zevenhuijzen en J.A.G. De Boer, griffiers, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van de Ondernemingskamer van 13 november 2014.