Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
ING BANK N.V.,
1.Het geding in hoger beroep
2.Feiten
3.Beoordeling
ING Bank N.V., gevestigd te Amsterdam […], in aanmerking nemende: dat bij akte is gesloten een huurovereenkomst tussenPlus Vast B.V., Prins Hendriklaan 20, 1075 BC Amsterdam, hierna te noemen “verhuurder” enmevrouw [appellante] tevens h.o.d.n. [X], [adres 2], [plaats], hierna te noemen “huurder”, betreffende de huur en verhuur vande nog te realiseren winkelunit gelegen aan de [adres 1] te[woonplaats][...], verklaart zich door deze bij wijze van zelfstandige verbintenis tegenover verhuurder […] onherroepelijk en onvoorwaardelijk garant te stellen voor al hetgeen huurder ingevolge de bovengenoemde huurovereenkomst […] verschuldigd zal zijn.[…]Deze verplichtingen van ondergetekende worden beperkt tot een maximum bedrag vanEUR 8.181,26[…].Ondergetekende verbindt zich op eerste schriftelijk verzoek van verhuurder […] zonder opgaaf van redenen te verlangen of nader bewijs te vragen, aan verhuurder te zullen voldoen al hetgeen verhuurder volgens diens schriftelijke verklaring uit hoofde van deze garantie van ondergetekende vordert, met inachtneming van bovenvermeld maximum bedrag.
ING Bank N.V., gevestigd te Amsterdam, verder te noemen “de bank”, opdracht te hebben gegeven tot het stellen van de garantie, volgens aangehechte kopie, en met de inhoud daarvan zonder enig voorbehoud akkoord te gaan;de bank de bevoegdheid te verlenen de rekening(en) van de ondergetekende(n) te blokkeren voor een bedrag tot betaling waartoe de bank uit hoofde van de garantie verplicht kan worden of ingeval van een kredietfaciliteit de dispositieruimte dienovereenkomstig te beperken en geblokkeerd te houden/te beperken zolang deze contragarantie van kracht is;zich (hoofdelijk) te verbinden om zonder enig voorbehoud op eerste verzoek van de bank de bedragen die deze heeft gemeend te moeten betalen en/of op de bank zijn verhaald op grond van de garantie, terstond aan de bank (terug) te betalen, alsmede de aan de bank volgens haar opgave verschuldigde provisie en kosten te vergoeden en de bank de bevoegdheid te verlenen de hiervoor bedoelde bedragen ten laste van de bij de bank aangehouden rekening(en) van de ondergetekende(n) te brengen;
4.Beslissing
uiterlijk op 25 november 2014 schriftelijk en onder opgave van de verhinderdata van alle voornoemde betrokkenen in de periode van februari tot mei 2015 aan het (enquêtebureau van het) hof dient te verzoeken een nieuwe datum te bepalen;