ECLI:NL:GHAMS:2014:4720

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
27 mei 2014
Publicatiedatum
13 november 2014
Zaaknummer
200.132.861-01
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onrechtmatige aankoop van trucks en schadevergoeding

In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 27 mei 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep over een geschil tussen de firma Alga Nutzfahrzeug- und Baumaschinen GmbH & Co. KG en meerdere geïntimeerden. Alga, een Duits bedrijf dat handelt in nieuwe en gebruikte bedrijfsvoertuigen, had in 2007 tien gebruikte Mercedes-Benz trucks gekocht van een Turkse verkoper, Varan Kargo Tsimacilik. De trucks zijn echter nooit aan Alga afgeleverd. In plaats daarvan zijn ze in 2008 door [geïntimeerde sub 1] gekocht van een Duitse tussenpersoon en vervolgens doorverkocht aan een koper in Dubai. Alga vorderde schadevergoeding van de geïntimeerden, omdat zij meende dat de aankoop van de trucks onrechtmatig was, gezien de verdachte herkomst van de voertuigen.

De rechtbank Noord-Holland had in een eerder vonnis geoordeeld dat [geïntimeerde sub 1] onrechtmatig had gehandeld, maar had de schadevergoeding beperkt tot € 13.500,--, wat de gederfde winst betrof. Alga ging in hoger beroep en stelde dat de schade gelijk moest zijn aan de verkoopwaarde van de trucks, die volgens een rapport van een Duits expertisebureau in 2007 € 300.000,-- bedroeg.

Het hof oordeelde dat de rechtbank ten onrechte de schadevergoeding had beperkt. Het hof stelde vast dat de geïntimeerden onrechtmatig hadden gehandeld door de trucks te kopen zonder te weten wie de verkoper was en zonder de herkomst van de trucks te onderzoeken. Het hof vernietigde het eerdere vonnis en veroordeelde [geïntimeerde sub 1], [geïntimeerde sub 3] en [geïntimeerde sub 5] hoofdelijk tot betaling van € 300.000,-- aan Alga, vermeerderd met wettelijke rente. Daarnaast werden de kosten van het geding in beide instanties aan Alga vergoed.

Uitspraak

GERECHTSHOF AMSTERDAM
afdeling civiel recht en belastingrecht, team II
zaaknummer : 200.132.861/01
zaak-/rolnummer rechtbank Noord-Holland : C/14/134801 / HA ZA 12-31
arrest van de meervoudige burgerlijke kamer van 27 mei 2014
inzake
de rechtspersoon naar Duits recht
FIRMA ALGA NUTZFAHRZEUG- UND BAUMASCHINEN GmbH & CO. KG,
gevestigd te Sittensen, Bondsrepubliek Duitsland,
appellante,
advocaat: mr. J. Visser te Dordrecht,
tegen

1.de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid[GEÏNTIMEERDE SUB 1],

gevestigd te [plaats],
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid[GEÏNTIMEERDE SUB 2],
gevestigd te [plaats],
3. [GEÏNTIMEERDE SUB 3],
wonende te [woonplaats],
4. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid[GEÏNTIMEERDE SUB 4],
gevestigd te [plaats],
5. [GEÏNTIMEERDE SUB 5],
wonende te [woonplaats],
geïntimeerden,
advocaat: mr. E.R. Bakker te Alkmaar.

1.Het geding in hoger beroep

Partijen worden hierna afzonderlijk Alga, [geïntimeerde sub 1], [geïntimeerde sub 2], [geïntimeerde sub 3], [geïntimeerde sub 4] en [geïntimeerde sub 5] genoemd. Geïntimeerden worden gezamenlijk [geïntimeerden] genoemd.
Alga is bij dagvaarding van 2 juli 2013 in hoger beroep gekomen van een vonnis van de rechtbank Noord-Holland, van 10 april 2013, onder bovenvermeld
zaak-/rolnummer gewezen tussen Alga als eiseres en [geïntimeerden] als gedaagden.
Alga heeft een memorie van grieven ingediend.
Het recht van [geïntimeerden] een memorie van antwoord in te dienen, is vervallen verklaard.
Partijen hebben de zaak ter zitting van 15 april 2014 doen bepleiten door hun procesadvocaten, ieder aan de hand van pleitnotities die zijn overgelegd.
Ten slotte is arrest gevraagd.
Alga heeft geconcludeerd dat het hof het bestreden vonnis zal vernietigen en alsnog haar vorderingen geheel zal toewijzen, met veroordeling van [geïntimeerden] in de kosten van het geding in beide instanties met nakosten en rente.
Alga heeft in hoger beroep bewijs van haar stellingen aangeboden.

2.Feiten

De rechtbank heeft in het bestreden vonnis onder 2.1 en 2.2 de feiten vastgesteld die zij tot uitgangspunt heeft genomen. Deze feiten zijn in hoger beroep niet in geschil en dienen derhalve ook het hof als uitgangspunt. Samengevat en waar nodig aangevuld met andere feiten die als enerzijds gesteld en anderzijds niet of onvoldoende betwist zijn komen vast te staan, komen de feiten neer op het volgende.
2.1. Alga is een Duits bedrijf dat handelt in nieuwe en gebruikte bedrijfsvoertuigen. [geïntimeerden] handelen eveneens in tweede hands vrachtauto's en trucks. [geïntimeerde sub 3] en [geïntimeerde sub 5] zijn via respectievelijk [geïntimeerde sub 2] en [geïntimeerde sub 4] indirect bestuurders van [geïntimeerde sub 1]
2.2.
Alga heeft eind 2007 van Varan Kargo Tsimacilik uit Turkije (hierna: Varan) tien gebruikte, twaalf jaar oude Mercedes-Benz trucks van het type 1844 LS (hierna: de trucks) gekocht voor € 21.000,-- per stuk. Alga heeft de koopprijs van de trucks aan Varan betaald. Alga heeft aan [X] (hierna: [X]) in Duitsland de opdracht gegeven de trucks voor haar in ontvangst te nemen en deze van Turkije naar Duitsland te transporteren. De door Alga betaalde transportkosten bedragen € 3.000,-- per truck. De trucks zijn vervolgens door [X] in ontvangst genomen, maar zijn niet aan Alga afgeleverd.
2.3.
[geïntimeerde sub 1] heeft in 2008 de trucks gekocht via de firma [Y] (hierna: [Y]) uit Duitsland. [geïntimeerde sub 1] heeft de trucks vervolgens voor een bedrag van € 270.000,-verkocht en geleverd aan een koper in Dubai.
2.4.
Een rapport van het Duitse expertiseburo Piesche, Dammann & Muche van 3 maart 2011 houdt - voor zover hier van belang - in dat de verkoopwaarde in 2007
€ 30.000,-- exclusief BTW per truck bedroeg.

3.Beoordeling

3.1.
Alga heeft gevorderd - kort gezegd - [geïntimeerden] hoofdelijk te veroordelen tot betaling van € 300.000,-- in hoofdsom. De rechtbank heeft in het bestreden vonnis
- samengevat - overwogen dat niet is komen vast te staan dat [geïntimeerde sub 1] zich schuldig heeft gemaakt aan (schuld)heling, maar dat [geïntimeerde sub 1] onrechtmatig jegens Alga heeft gehandeld doordat zij inbreuk heeft gemaakt op het eigendomsrecht van Alga door niet te goeder trouw te kopen van een beschikkingsonbevoegde verkoper en de trucks vervolgens weer door te verkopen, waardoor Alga de eigendom van de trucks heeft verloren en de mogelijkheid tot revindicatie van de trucks verloren is gegaan. Ten aanzien van de schade heeft de rechtbank - wederom samengevat - overwogen dat de door Alga gevorderde schade van € 300.000,-- (de verkoopwaarde van de trucks), niet in causaal verband staat tot het onrechtmatig handelen van [geïntimeerde sub 1] Als gevolg van het hiervoor omschreven onrechtmatig handelen van [geïntimeerde sub 1] is het Alga naar het oordeel van de rechtbank onmogelijk geworden de trucks zelf aan een derde te verkopen en daarmee winst te behalen. De door Alga als gevolg van het onrechtmatig handelen van [geïntimeerde sub 1] gederfde winst heeft de rechtbank vastgesteld op € 13.500,--. De gevorderde hoofdelijke veroordeling van [geïntimeerde sub 2], [geïntimeerde sub 3], [geïntimeerde sub 4] en [geïntimeerde sub 5] tot vergoeding van de door Alga geleden schade is door de rechtbank afgewezen. De rechtbank heeft in het bestreden vonnis uitsluitend [geïntimeerde sub 1] veroordeeld tot betaling van € 13.500,-- in hoofdsom.
Tegen deze beslissing en de daaraan ten grondslag gelegde motivering komt Alga met zeven grieven op.
3.2.
Het hof overweegt als volgt. De rechtbank heeft in rechtsoverweging 6.3 van het vonnis overwogen dat vast staat dat Anema B.V de trucks heeft gekocht:
- zonder te weten wie de verkoper was;
- zonder onderzoek te doen naar de precieze herkomst van de trucks;
- zonder raadpleging van de kentekenbewijzen van de trucks;
- zonder afspraken met haar tussenpersoon (het hof leest: [Y]) over onderzoek naar de (beschikkingsbevoegdheid van de) verkoper;
- zonder een factuur voor de verkoop van haar tussenpersoon (het hof leest wederom: [Y]) of de verkoper te ontvangen;
- met contante betaling van de verkoopprijs.
Die feiten en omstandigheden zijn in hoger beroep niet door [geïntimeerden] met een grief aangevallen of gemotiveerd bestreden. Weliswaar heeft [geïntimeerden] betoogd dat zij al dertig jaar zaken doet met [Y], dat contante betaling van de koopprijs bij een transactie als de onderhavige niet ongebruikelijk is en dat de kentekenbewijzen van de trucks op een later tijdstip alsnog aan haar zouden worden toegezonden, maar een en ander doet niet af aan de feitelijke juistheid van hetgeen door de rechtbank is vastgesteld. Het hof neemt die feiten en omstandigheden dan ook eveneens tot uitgangspunt. Onder de geschetste omstandigheden is naar het oordeel van het hof ten tijde van de verkrijging en verwerving van de trucks onrechtmatig jegens Alga - de eigenaar van de trucks – gehandeld. Het had aan [geïntimeerde sub 3] en [geïntimeerde sub 5], die de feitelijke aan- en verkoophandelingen namens [geïntimeerde sub 1] verrichtten, duidelijk moeten, en in ieder geval, kunnen zijn dat de trucks van misdrijf afkomstig waren of althans van zodanig verdachte herkomst waren dat een beduidend grotere mate van zorgvuldigheid van hen kon worden verlangd. Het risico dat door de aankoop en doorverkoop van de trucks inbreuk werd gemaakt op de eigendomsrechten van een ander werd door hen op de koop toe genomen. Of de wijze van verwerving en doorverkoop van de trucks op de keper beschouwd ook in strafrechtelijke zin gekwalificeerd kan worden als (schuld)heling kan daarbij in het midden blijven.
3.3.
De schade die Alga als gevolg van het onrechtmatig handelen heeft geleden dient te worden bepaald aan de hand van het beginsel dat de schadevergoeding degene die schade heeft geleden zoveel mogelijk in de toestand moet brengen waarin hij zou verkeren indien de onrechtmatige daad niet zou hebben plaatsgevonden. Dat beginsel brengt mee dat de omvang van de schade wordt bepaald door een vergelijking van de toestand zoals deze in werkelijkheid is (de door Alga gekochte trucks zijn niet aan haar afgeleverd) met de toestand zoals die vermoedelijk zou zijn geweest indien het schadeveroorzakende feit niet had plaatsgevonden. Nu blijkens het rapport van expertisebureau Piesche, Damman & Muche van 3 maart 2011 (dat niet door [geïntimeerden] is bestreden) de verkoopwaarde van de trucks in 2007 in totaal € 300.000,-- zou zijn geweest, dient de door Alga geleden schade te worden bepaald op € 300.000,--.
3.4.
Resteert de vraag of [geïntimeerde sub 1], [geïntimeerde sub 2], [geïntimeerde sub 3], [geïntimeerde sub 4] en [geïntimeerde sub 5] tezamen hoofdelijk aansprakelijk zijn jegens Alga voor de door haar geleden schade. [geïntimeerde sub 1] is aansprakelijk omdat zij de trucks op de hiervoor in rechtsoverweging 3.2 geschetste onrechtmatige wijze heeft verkregen en doorverkocht. Die onrechtmatig daad van [geïntimeerde sub 1] heeft zijn beslag gekregen door het feitelijk handelen van haar indirecte bestuurders, [geïntimeerde sub 3] en [geïntimeerde sub 5]. Voor beoordeling van de persoonlijke aansprakelijkheid van de feitelijk handelend indirecte bestuurders van de rechtspersoon - die dus niet een tekortschietende of onbehoorlijke taakuitoefening als bestuurder betreft, maar berust op een daarvan losstaande zorgvuldigheidsnorm - gelden de gewone regels van de onrechtmatige daad. [geïntimeerde sub 3] en [geïntimeerde sub 5] hebben naar het oordeel van het hof met de wijze waarop de trucks via [Y] zijn verkregen en vervolgens zijn doorverkocht aan een koper in Dubai gehandeld in strijd met een op hun persoonlijk rustende zorgvuldigheidsverplichting jegens een derde, in dit geval Alga, de eigenaar van de trucks en daarmee eveneens onrechtmatig. Zij hebben door hun handelwijze het er immers welbewust toe geleid dat inbreuk is gemaakt op de eigendomsrechten van Alga, althans hebben zij welbewust het risico dat dit zou gebeuren, op de koop toegenomen. Dat leidt ertoe dat zij naast [geïntimeerde sub 1] hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de schade van Alga.
3.5
Voor aansprakelijkheid van [geïntimeerde sub 2] en [geïntimeerde sub 4] zijn geen feiten of omstandigheden gesteld of gebleken.
3.6.
De grieven III, IV, V en VI, die betrekking hebben op de wijze waarop de rechtbank de omvang van de schade als gevolg van het onrechtmatig handelen heeft vastgesteld, slagen. Dat geldt ook deels voor grief VII die de hoofdelijke aansprakelijkheid van de overige geïntimeerden naast [geïntimeerde sub 1] betreft. Bij grief I heeft Alga geen belang en grief II behoeft geen bespreking meer. Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd. [geïntimeerden] zullen hoofdelijk, als in het ongelijk gestelde partijen, worden verwezen in de kosten van het geding in beide instanties.

4.Beslissing

Het hof:
vernietigt het vonnis waarvan beroep,
en opnieuw rechtdoende:
veroordeelt [geïntimeerde sub 1], [geïntimeerde sub 3] en [geïntimeerde sub 5] hoofdelijk om aan Alga te betalen € 300.000,-- (driehonderdduizend euro), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 1 juli 2008 in die zin dat door betaling van de een de ander zal zijn bevrijd;
veroordeelt [geïntimeerde sub 1], [geïntimeerde sub 3] en [geïntimeerde sub 5] hoofdelijk in de kosten van het geding in beide instanties in die die zin dat door betaling van de een de ander zal zijn bevrijd, in eerste aanleg aan de zijde van Alga begroot op € 3.919,81 aan verschotten en € 4.000,-- voor salaris en in hoger beroep tot op heden op € 5.037,71 aan verschotten en € 9.789,-- voor salaris en op € 131,- voor nasalaris, te vermeerderen met € 68,- voor nasalaris en de kosten van het betekeningsexploot ingeval betekening van dit arrest plaatsvindt, te vermeerderen met de wettelijke rente, indien niet binnen veertien dagen na dit arrest dan wel het verschuldigd worden van de nakosten aan de kostenveroordeling is voldaan;
verklaart deze veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad;
wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit arrest is gewezen door mrs. R.H. de Bock, R.H.C. van Harmelen en M.W.E. Koopmann en door de rolraadsheer in het openbaar uitgesproken op 27 mei 2014.