2.1.Het hof gaat hier om het volgende.
a. [X] is houdster van een achttal waardepapieren, genummerd 004786, 004787, 004808, 004809, 004810, 004811, 004813, 004816 (hierna: de “Notes”), waarop als ondertekenaar die zich tot betaling van de daarin vermelde bedragen (in totaal een bedrag van RUR 3.530.368.375,-) verplicht staat vermeld OAO Yuganskneftegaz, destijds een vennootschap naar Russisch recht.
Rosneft, een in en vanuit de Russische Federatie werkzame oliemaatschappij, is in oktober 2006 juridische gefuseerd met OAO Yuganskneftegaz.
[X] heeft bij exploot van 9 juli 2007 Rosneft gedagvaard voor de rechtbank en heeft betaling gevorderd van het hiervoor onder a) genoemde bedrag van RUR 3.530.368.375,- te vermeerderen met rente.
d. [X] heeft tot zekerheid voor verhaal van deze vordering krachtens verlof van de rechtbank op 14 mei 2007, 15 mei 2007, 16 mei 2007, 5 september 2007, 5 februari 2008 en 10 maart 2009 ten laste van Rosneft conservatoire verhaalsbeslagen (hierna: de beslagen) gelegd. Van de beslagen wordt thans uitsluitend nog het op 10 maart 2009 op de aandelen in West Kamchatka Holding B.V. (hierna: WKH) gelegde beslag vervolgd.
e. De rechtbank heeft rechtsmacht aangenomen op grond van het bepaalde in artikel 10 Rv in verband met art. 767 Rv en heeft in het vonnis van 13 mei 2009 de door Rosneft opgeworpen exceptie van onbevoegdheid afgewezen.
f. Rosneft heeft op 7 december 2011 bij de rechtbank een provisionele vordering tot opheffing van de beslagen ingesteld. De rechtbank heeft deze vordering in het vonnis in het incident van 29 mei 2013 afgewezen.
g. In de hoofdzaak heeft de rechtbank bij uitvoerbaar bij voorraad verklaard vonnis van 29 mei 2013 aan [X] toegewezen een bedrag van RUR 2.530.368.375,- te vermeerderen met rente en te betalen op een ‘escrowrekening’ bij een Nederlandse bank, alsmede een bedrag van € 4.151,12 aan beslagkosten, met veroordeling van Rosneft in de proceskosten. Dit vonnis is door [X] nog niet aan Rosneft betekend en Rosneft heeft daaraan nog niet voldaan. Partijen zijn in overleg over de voorwaarden voor de ‘escrowrekening’.
h. Rosneft is voor zover thans van belang van de hiervoor onder e, f en g vermelde vonnissen in de hoofdzaak en in de incidenten in hoger beroep gekomen en heeft in hoger beroep opnieuw een provisionele vordering tot opheffing van de beslagen ingesteld.