ECLI:NL:GHAMS:2014:4306
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van oplichting en witwassen na geestelijke gezondheidsproblemen
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 21 oktober 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Haarlem. De verdachte, geboren in 1986, was aangeklaagd voor oplichting en witwassen, waarbij hij volgens de tenlastelegging op of omstreeks 13 augustus 2009 in Nederland, door middel van valse namen en listige kunstgrepen, een bedrag van 13.800 euro had verkregen van een benadeelde. De zaak kwam ter terechtzitting in hoger beroep op 4 september 2013 en 7 oktober 2014, waarbij het hof kennisnam van de vordering van de advocaat-generaal en de verdediging van de verdachte. De advocaat-generaal had gevorderd dat de verdachte voor het subsidiair ten laste gelegde schuldig zou worden verklaard zonder oplegging van straf of maatregel.
Het hof oordeelde dat niet wettig en overtuigend bewezen kon worden dat de verdachte het primair ten laste gelegde had begaan, en sprak hem vrij. Ook het subsidiair ten laste gelegde witwassen werd niet bewezen geacht. De verdediging had aangevoerd dat de verdachte ten tijde van het feit geestelijk niet gezond was en een waanidee had over een groot bedrag dat hem toekwam uit een fonds. Dit werd ondersteund door een Pro Justitia rapport van een psychiater, die concludeerde dat de verdachte aan schizofrenie leed en dat deze aandoening zijn handelen had beïnvloed. Het hof oordeelde dat er geen redelijke twijfel bestond over de onwetendheid van de verdachte met betrekking tot de criminele herkomst van het geld.
Het hof vernietigde het vonnis waarvan beroep en sprak de verdachte vrij van zowel de primair als subsidiair ten laste gelegde feiten. De uitspraak werd gedaan door de meervoudige economische kamer van het gerechtshof Amsterdam, met de rechters P.F.E. Geerlings, P.C. Römer en A.M.C.C. Tubbing, en griffier A. Scheffens. Mr. Tubbing was buiten staat om het arrest mede te ondertekenen.