4.1.Het gaat in deze zaak om het volgende.
( i) Geïntimeerde sub 2 (hierna: [geïntimeerde sub 2]) is de partner van geïntimeerde sub 1 (hierna: [geïntimeerde sub 1]), [geïntimeerde sub 4] is de zoon van [geïntimeerde sub 1] en [geïntimeerde sub 5] is de partner van [geïntimeerde sub 4]
(ii) Geïntimeerde sub 3 (hierna: [geïntimeerde sub 3]) is volgens de bedrijfsomschrijving in het handelsregister een onderneming in “het leasen van en de kleinhandel (verkoop vanuit showroom) in automobielen alsmede de handel in onroerend goed. Benzinestation en aanverwante artikelen”. [geïntimeerde sub 3] dreef haar onderneming op het adres [adres] (hierna: het bedrijfspand).
(iii) [geïntimeerde sub 1] is van 1 januari 2000 tot 1 september 2009 bestuurder van [geïntimeerde sub 3] geweest. [geïntimeerde sub 2] is sinds 17 april 2001 als gevolmachtigde opgetreden voor [geïntimeerde sub 3] en was sinds 1 september 2009 de bestuurder van [geïntimeerde sub 3].
(iv) Het bedrijfspand is eigendom van Groenland Beheer B.V. (hierna: Groenland), van welke vennootschap [geïntimeerde sub 2] en [geïntimeerde sub 1] de meerderheid van de aandelen bezitten. [geïntimeerde sub 5] bezit 44,85% van de aandelen in Groenland. [geïntimeerde sub 2] is bestuurder van Groenland.
( v) Op 12 december 2007 heeft [geïntimeerde sub 3], vertegenwoordigd door [geïntimeerde sub 1] en [geïntimeerde sub 2], een - in een pandakte neergelegde - overeenkomst tot verpanding gesloten met de besloten vennootschap Old 141 B.V. ter verpanding van auto’s tot meerdere zekerheid voor de betaling van de vordering van Old 141 B.V. op [geïntimeerde sub 3] uit hoofde van een geldlening. De Stichting is op 15 augustus 2008 in de plaats getreden van Old 141 B.V. met betrekking tot de aan [geïntimeerde sub 3] verstrekte lening van € 250.000,-- en de daarbij behorende pandakte. Daarbij is [geïntimeerde sub 3] ook vertegenwoordigd door [geïntimeerde sub 1] en [geïntimeerde sub 2].
(vi) Bij brief van 9 januari 2009 heeft de Stichting aan [geïntimeerde sub 3] geschreven:
“
[X] & [X],
Kennelijk zijn er toch wat onduidelijkheden over onze (nieuwe) afspraken. Volgens mij hebben we het volgende afgesproken:
- Per 31 december 2008 rekenen we volgens het “oude” systeem af.
- Per 1 januari 2009 betalen jullie wekelijks een vast bedrag van € 1.000,- rente per week, telkens op dinsdag op mijn bankrekening bij te schrijven, voor de lening van € 250.000,-.
- Gedurende het jaar 2009 verplichten wij ons over en weer om deze lening volledig in stand te houden. Vanaf 2010 kan de lening door ons beiden beëindigd of beperkt worden met inachtneming van een opzegtermijn van een volledig kalenderkwartaal.
- Naast jullie persoonlijke en hoofdelijke aansprakelijkheid verpanden jullie de handelsvoorraad auto’s waarvoor de lening is aangewend. (…) Minimaal 1 keer per maand zullen we een bijgewerkte pandlijst (verwerking van verkochte en nieuwe auto’s) opstellen. (…)”
(vii) Onder de door de Stichting in het geding gebrachte stukken bevinden zich drie pandlijsten van [geïntimeerde sub 3] waarop de aan de Stichting verpande auto’s staan vermeld. De pandlijsten zijn ondertekend door [geïntimeerde sub 1] en [geïntimeerde sub 2] en vermelden een “totaal geleend bedrag van € 250.000,-” en een totale executiewaarde van om en nabij dat bedrag. De laatste pandlijst is geregistreerd op 5 april 2011.
(viii) Omstreeks april/mei 2011 heeft [geïntimeerde sub 3] alle auto’s die in voorraad waren verkocht, waaronder ook auto’s die op de pandlijsten stonden vermeld.
(ix) [geïntimeerde sub 3] is na 14 april 2011 opgehouden met het betalen van een wekelijks bedrag van € 1.000,- aan de Stichting.
( x) Op 11 mei 2011 heeft Groenland een (tweede) hypotheek op haar bedrijfspand gevestigd ten gunste van Benjamins en Derks Auto B.V. (verder: Benjamins) tot zekerheid van een door Benjamins aan [geïntimeerde sub 3] verstrekte lening. Groenland is daarbij vertegenwoordigd door [geïntimeerde sub 1] als gevolmachtigde van [geïntimeerde sub 2].
(xi ) Bij brief van 17 mei 2011 heeft [geïntimeerde sub 5] zich jegens de notaris die de hypotheekakte had opgesteld op het standpunt gesteld dat de algemene vergadering van aandeelhouders geen toestemming had verleend voor het vestigen van deze hypotheek.
(xii) De Stichting (en haar advocaat) heeft [geïntimeerde sub 3] herhaaldelijk schriftelijk aangemaand om het wekelijks verschuldigde bedrag van € 1.000,- door te betalen. Verder heeft de advocaat van de Stichting bij brief van 17 mei 2011 aan [geïntimeerde sub 3] geschreven dat de vestiging van een tweede hypotheek onrechtmatig is en heeft hij haar gesommeerd het verschuldigde bedrag van de lening per omgaande te voldoen aan de Stichting.
(xiii) Op 19 mei 2011 heeft de advocaat van de Stichting aangifte gedaan tegen [geïntimeerde sub 3] en haar formele en feitelijke bestuurders betreffende het verduisteren van de door [geïntimeerde sub 3] aan de Stichting verpande auto’s.
(xiv) De advocaat van de Stichting heeft bij brief van 24 mei 2011 [geïntimeerde sub 3] verzocht te laten weten waar de Stichting de aan haar verpande auto’s kan ophalen.
(xv) [geïntimeerde sub 3] is op 6 november 2012 in staat van faillissement verklaard.