ECLI:NL:GHAMS:2014:4113
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte wegens gebrek aan wettelijk voorschrift voor bevel
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 3 oktober 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte was eerder op 14 september 2010 ontslagen van alle rechtsvervolging, maar het openbaar ministerie ging in hoger beroep. Het gerechtshof vernietigde het vonnis van de politierechter op 20 december 2011 en deed opnieuw recht. De Hoge Raad der Nederlanden vernietigde op 18 februari 2014 het arrest van het gerechtshof en verwees de zaak terug naar het gerechtshof voor herbehandeling.
De tenlastelegging betrof het niet voldoen aan een bevel van een ambtenaar van de politie tijdens een demonstratie op 12 december 2009 in Amsterdam. De verdachte werd verweten dat zij opzettelijk niet had voldaan aan een bevel om zich te verwijderen van de Keizersgracht en/of Nieuwe Spiegelstraat. Het hof heeft de zaak opnieuw onderzocht, waarbij het kennisnam van de vordering van de advocaat-generaal en de verdediging door de raadsvrouw.
Het hof oordeelde dat de verdachte niet wettig en overtuigend kon worden bewezen dat zij het ten laste gelegde had begaan. Het hof stelde vast dat het wettelijk voorschrift, zoals bedoeld in artikel 184 van het Wetboek van Strafrecht, niet uitdrukkelijk inhield dat de betrokken ambtenaar gerechtigd was tot het doen van een vordering. Hierdoor ontbrak het aan een wettelijk voorschrift dat de ambtenaar in deze situatie bevoegd maakte om een bevel te geven. Het hof sprak de verdachte vrij van zowel het primair als het subsidiair ten laste gelegde.
De beslissing van het hof was om het vonnis waarvan beroep te vernietigen en opnieuw recht te doen door te verklaren dat niet bewezen was dat de verdachte het ten laste gelegde had begaan. Dit arrest is uitgesproken op de openbare terechtzitting van het gerechtshof op 3 oktober 2014.