ECLI:NL:GHAMS:2014:4109
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie in strafvervolging wegens gebrek aan oproeping verdachte
In deze zaak, die zich afspeelt in het kader van een langdurig hoger beroep, is de verdachte, geboren in 1956, niet opgeroepen op haar buitenlandse adres in Ghana. Het Openbaar Ministerie heeft de verdachte meerdere keren niet opgeroepen, wat heeft geleid tot de niet-ontvankelijkheid van de vervolging. De zaak betreft een strafzaak die zijn oorsprong vindt in een vonnis van de politierechter in de rechtbank Haarlem van 30 oktober 2009, onder parketnummer 15-662672-07. De verdachte heeft op 22 september 2010 hoger beroep ingesteld, maar de zaak heeft sindsdien drie keer bij het gerechtshof gediend, waarbij de dagvaarding in hoger beroep twee keer nietig is verklaard. Op de zitting van 23 september 2014, waar het hof opnieuw de ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie beoordeelde, werd vastgesteld dat de verdachte wederom niet was opgeroepen. Het hof concludeert dat het Openbaar Ministerie geen belang meer hecht aan de vervolging van de verdachte, wat leidt tot de beslissing om het vonnis waarvan beroep te vernietigen en het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk te verklaren in zijn strafvervolging. Deze beslissing is genomen door de meervoudige economische kamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin drie rechters zitting hadden. Het arrest is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 23 september 2014.