Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
WONINGSTICHTING EIGEN HAARD,
1.Het geding in hoger beroep
2.Feiten
3.Beoordeling
grief Ivoert [appellante] aan dat de kantonrechter ten onrechte niet als uitgangspunt heeft genomen dat zij het gehuurde heeft gehuurd op basis van een medische indicatie. Zij heeft een afschrift overgelegd van de brief van 2 februari 1998 waarbij haar de medische indicatie is verstrekt. Eigen Haard heeft in hoger beroep niet langer betwist dat [appellante] het gehuurde heeft aangeboden gekregen op grond van die indicatie. Daarvan kan derhalve in dit hoger beroep worden uitgegaan.
grief IVgericht. In de toelichting op de grief heeft [appellante] aangevoerd dat zij in het verleden op advies van de GGD extra ventilatie heeft aangebracht in de keuken, slaapkamer en douche, die na de renovatie niet is teruggekeerd. Het is, aldus [appellante], voor haar essentieel dat het gehuurde optimale ventilatiemogelijkheden kent. Ten bewijze van deze stelling heeft zij een door haar huisarts en haar maag-, darm- en leverarts ondertekende verklaring overgelegd, die inhoudt dat zij het “van belang (…) vinden dat de extra ventilatie van voor de verbouwing (…) wordt teruggeplaatst”.
grief VI.
grief VIIverwijt [appellante] de kantonrechter dat zij ten onrechte heeft overwogen dat de kwestie van de herplaatsing van de schuifdeuren nader onderzoek vergt, waarvoor in hoger beroep geen plaats is. In de toelichting op de grief voert [appellante] aan dat Eigen Haard het bestaan van dit gebrek onvoldoende heeft betwist, omdat Eigen Haard niet heeft aangetoond dat, zoals zij stelt, in de muur boven de deuren in de woonkamer een balk is aangebracht waaraan de schuifdeuren kunnen worden bevestigd.