Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
in zijn hoedanigheid van bewindvoerder van de meerderjarige [X],
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak, die voortvloeit uit een eerder tussenarrest van 4 maart 2014, heeft het Gerechtshof Amsterdam op 2 september 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep. De appellant, die zijn woonplaats niet bekend heeft gemaakt, heeft geen gebruik gemaakt van de geboden gelegenheid om zijn woonplaats alsnog te onthullen. Dit heeft geleid tot de beslissing van het hof om het bewijsaanbod van de appellant om zichzelf en zijn echtgenote als getuigen te horen, te passeren. Het hof overweegt dat het ontbreken van de woonplaats van de appellant de executie van het vonnis en het verhaal van proceskosten voor de geïntimeerde bemoeilijkt. De geïntimeerde, die in zijn hoedanigheid van bewindvoerder van de meerderjarige [X] optreedt, heeft ook producties overgelegd die de stelling van de appellant over contante huurbetalingen in twijfel trekken. Het hof heeft vastgesteld dat de appellant niet heeft gereageerd op deze producties, wat voor zijn rekening en risico komt. Uiteindelijk heeft het hof geoordeeld dat alle grieven van de appellant falen en het vonnis waarvan beroep wordt bekrachtigd. De appellant wordt veroordeeld in de kosten van het hoger beroep, terwijl de incidentele vordering van de geïntimeerde tot zekerheidstelling wordt afgewezen. De kostenveroordelingen zijn uitvoerbaar bij voorraad.