3.8[X] voert primair aan dat het bericht is totstandgekomen zonder toepassing van hoor en wederhoor. Partijen zijn namelijk niet aanwezig geweest bij het onderzoek ter plaatse door de deskundige, hetgeen volgens haar vereist is. Partijen kunnen, als zij aanwezig zijn, wijzen op zaken die anders onderbelicht of onbeoordeeld zouden blijven. Dat de kantonrechter de deskundige heeft verzocht om, met inachtneming van de opmerkingen van [X] over het deskundigenbericht, een aanvullend rapport op te maken volstaat volgens [X] niet om het gebrek dat aan het bericht kleeft te helen.
3.8.1.Bij de beoordeling van het primaire bezwaar van [X] stelt het hof voorop, dat toepassing van hoor en wederhoor een wezenlijk onderdeel vormt van het uitbrengen van een deskundigenbericht. In dat kader volgt uit de landelijke “Leidraad deskundigen in civiele zaken”, paragraaf 105, dat indien onderzoek ter plaatse door de deskundige vereist is, zoals in het onderhavige geval, de deskundige beide partijen behoort uit te nodigen om daarbij aanwezig te zijn. Naar het oordeel van het hof betekent het feit dat abusievelijk partijen niet zijn uitgenodigd echter niet zonder meer, dat het deskundigenrapport niet meer (geheel) bruikbaar is: of dat het geval is en of gebreken zich mogelijk laten helen, hangt af van alle relevante omstandigheden van het geval.
3.8.2.Uit de processtukken leidt het hof af dat de gang van zaken de volgende is geweest. De staalconstructie die de deskundige moest onderzoeken lag opgeslagen bij Borati, een bedrijf dat van De Uitkijk opdracht had gekregen om voor herstel zorg te dragen. Er was enige haast bij het deskundigenonderzoek geboden, vanwege de start van het nieuwe strandseizoen. De deskundige heeft zich (na daarvoor door Borati te zijn benaderd) rond 20 februari 2011 naar Borati begeven voor het onderzoek, zonder partijen daarvoor uit te nodigen. De deskundige had op dat moment nog niet de beschikking over het tussenvonnis van 16 februari 2011 met de vragen en de informatie over de wijze waarop hij het onderzoek moest uitvoeren. Partijen waren daardoor niet bij het onderzoek ter plaatse aanwezig, wel een technisch assistent van Borati.
3.8.3.De bezwaren van [X] zijn de volgende. Omdat de deskundige tijdens het onderzoek nog geen vonnis van de rechtbank had, moeten zijn instructies van de aanwezige persoon van Borati zijn gekomen en heeft de deskundige niet conform het tussenvonnis kunnen onderzoeken. Omdat [X] niet aanwezig was bij het onderzoek kon zij ook niet verifiëren dat de deskundige, zoals deze aangeeft, niet inhoudelijk met de persoon van Borati heeft gesproken. Ook verder is het proces volgens [X] onvoldoende transparant geweest. Uit een brief van de gemachtigde van De Uitkijk blijkt dat deze foto’s aan de deskundige heeft gezonden die [X] niet bekend zijn; datzelfde geldt voor het eventueel begeleidend schrijven en een brief die de heer [Y] namens De Uitkijk aan de deskundige heeft verzonden.
3.8.4.Het hof is van oordeel dat deze bezwaren van [X] het deskundigenbericht niet zonder meer onbruikbaar maken, maar dat daaraan, door een nadere toelichting van de deskundige in een aanvullend deskundigenbericht, tegemoet kan worden gekomen. De kantonrechter heeft de deskundige om een dergelijk bericht gevraagd en partijen daarbij in de gelegenheid gesteld eerst schriftelijk aanvullende vragen te stellen en opmerkingen te maken, hetgeen zij hebben gedaan. De brief met haar aanvullende vragen (kennelijk daterend van 12 januari 2012) is door [X] niet in het geding gebracht. Uit de aanvullende deskundigenrapporten van 21 december 2011 en 16 januari 2012 blijkt niet dat [X] de deskundige heeft bevraagd over de foto’s en de brief van (de zijde van) De Uitkijk; wel blijkt (andermaal) dat de deskundige overleg met Borati irrelevant acht voor zijn oordeel. Het hof is van oordeel dat op deze manier de gebreken in de werkwijze van de deskundige op adequate wijze zijn geredresseerd.
3.8.5.Daar komt bij dat [X] in hoger beroep geen enkel concreet punt heeft genoemd waarop hij de deskundige bij het uitvoeren van het onderzoek ter plaatse heeft willen wijzen. Bij gebreke daarvan heeft [X] onvoldoende toegelicht dat en waardoor zij door de gang van zaken, in weerwil van hetgeen hiervoor is overwogen, in haar belangen is geschaad.