ECLI:NL:GHAMS:2014:3449

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
21 augustus 2014
Publicatiedatum
21 augustus 2014
Zaaknummer
200.149.037 OK
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onderzoek naar beleid en gang van zaken van Depron Holding B.V. en Depron B.V. met betrekking tot managementvergoedingen en besluitvorming

In deze beschikking van het Gerechtshof Amsterdam, Ondernemingskamer, wordt een onderzoek bevolen naar het beleid en de gang van zaken van Depron Holding B.V. en Depron B.V. De verzoeken zijn ingediend door Schierstins Beheer B.V. en SAS Investments B.V. naar aanleiding van gegronde redenen voor twijfel aan een juist beleid van Depron c.s. en de noodzaak om onmiddellijke voorzieningen te treffen. De Ondernemingskamer constateert dat er een impasse is ontstaan in de besluitvorming binnen Depron c.s., wat de continuïteit van de onderneming bedreigt. Dit wordt onder andere veroorzaakt door conflicten tussen de aandeelhouders en bestuurders over managementvergoedingen en de financiële situatie van de onderneming.

De Ondernemingskamer heeft vastgesteld dat de verhouding tussen de betrokken partijen ernstig is verstoord, wat leidt tot een verlamde besluitvorming. Er zijn verschillende kwesties die aandacht vereisen, zoals de vaststelling van jaarrekeningen en de huisvesting van Depron c.s. De Ondernemingskamer heeft besloten om een derde persoon te benoemen tot bestuurder van Depron Holding en Depron B.V. en heeft de huidige bestuurders geschorst. Tevens is er een onderzoek ingesteld naar de gang van zaken en het beleid van de vennootschappen over de periode vanaf 1 december 2008. De kosten van het onderzoek komen voor rekening van Depron Holding B.V. en Depron B.V.

De beschikking is gegeven op 21 augustus 2014 en is uitvoerbaar bij voorraad. De Ondernemingskamer heeft de kosten van het geding toegewezen aan Depron Holding B.V. en Depron B.V. en heeft de verzoeken van Schierstins en SAS toegewezen, met uitzondering van hetgeen meer of anders is verzocht.

Uitspraak

beschikking
___________________________________________________________________
GERECHTSHOF AMSTERDAM
ONDERNEMINGSKAMER
zaaknummer: 200.149.037/01 OK
beschikking van de Ondernemingskamer van 21 augustus 2014
inzake
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
SCHIERSTINS BEHEER B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
advocaten:
mr. P.D. Oldenen
mr. F.G.K. Overkleeft, kantoorhoudende te Amsterdam,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
SAS INVESTMENTS B.V.,
gevestigd te Loenen, gemeente Stichtse Vecht,
advocaat:
mr. B.J. van Dijen, kantoorhoudende te Lelystad,
VERZOEKSTERS,
t e g e n
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
DEPRON HOLDING B.V.,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
DEPRON B.V.,
beide gevestigd te Weert,
VERWEERSTERS,
niet verschenen.

1.Het verloop van het geding

1.1
Partijen en andere personen worden hierna (ook) als volgt aangeduid:
  • verzoekster sub 1 met: Schierstins
  • verzoekster sub 2 met: SAS
  • verweerster sub 1 met: Depron Holding
  • verweerster sub 2 met: Depron
  • [belanghebbende 1] met: [A]
  • [belanghebbende 2] met: [B]
  • [operationeel directeur] - Leveau met: [C].
Verweersters sub 1 en 2 worden hierna gezamenlijk ook wel aangeduid met Depron c.s.
1.2
Schierstins heeft bij op 16 mei 2014 ter griffie van de Ondernemingskamer ingekomen verzoekschrift met producties de Ondernemingskamer verzocht – zakelijk weergegeven – bij beschikking, uitvoerbaar bij voorraad:
een onderzoek te bevelen naar het beleid en de gang van zaken van Depron c.s.;
bij wijze van onmiddellijke voorzieningen voor de duur van het geding een derde persoon te benoemen tot bestuurder van Depron Holding en zowel één door Schierstins als één door SAS in Depron Holding gehouden aandeel ten titel van beheer over te dragen aan deze bestuurder;
Depron Holding te veroordelen in de kosten van het geding.
1.3
SAS heeft bij op 23 mei 2014 ter griffie van de Ondernemingskamer ingekomen verzoekschrift, tevens houdende een verweerschrift, met producties de Ondernemingskamer verzocht – zakelijk weergegeven – bij beschikking, uitvoerbaar bij voorraad:
i. een onderzoek te bevelen naar het beleid en de gang van zaken van Depron c.s. vanaf 1 januari 2012 tot en met 1 juni 2014;
ii. bij wijze van onmiddellijke voorzieningen voor de duur van het geding:
a) [B] te schorsen als bestuurder van Depron c.s.;
b) [C] te benoemen tot bestuurder van Depron met beperkte bevoegdheid op basis van een nader vast te stellen directiereglement;
c) subsidiair, een derde persoon te benoemen tot bestuurder van Depron;
d) instructie te geven aan de bestuurder(s) tot het nemen van de aandeelhoudersbesluiten die voor de goede gang van zaken binnen Depron vereist zijn (niet limitatief, zie hierna: de jaarrekeningen over 2012 en 2013, de incassoprocedure, de begroting en de verhuizing);
e) althans de onmiddellijke voorzieningen te treffen die de Ondernemingskamer geraden acht;
iii. Depron Holding te veroordelen in de kosten van het geding.
Tevens heeft SAS daarbij de Ondernemingskamer verzocht – naar de Ondernemingskamer begrijpt – het hierboven in 1.2 vermelde verzoek van Schierstins af te wijzen voor zover dit afwijkt van haar eigen verzoek.
1.4
Schierstins heeft bij op 19 juni 2014 ter griffie van de Ondernemingskamer ingekomen verweerschrift met producties de Ondernemingskamer verzocht – naar de Ondernemingskamer begrijpt – het hierboven in 1.3 vermelde verzoek van SAS af te wijzen voor zover dit afwijkt van haar eigen verzoek.
1.5
De verzoeken zijn gezamenlijk behandeld ter openbare terechtzitting van de Ondernemingskamer van 10 juli 2014. Bij die gelegenheid hebben de advocaten de standpunten van de onderscheiden verzoeksters toegelicht, beiden aan de hand van – aan de Ondernemingskamer en de wederpartij overgelegde – aantekeningen en wat mr. Van Dijen betreft onder overlegging van op voorhand aan de Ondernemingskamer en de wederpartij gezonden nadere producties. Bij die gelegenheid heeft Schierstins haar verzoek aangevuld aldus dat zij thans verzoekt het onderzoek te bevelen met ingang van 1 februari 2008. SAS heeft bij die gelegenheid eveneens haar verzoek gewijzigd aldus dat zij thans verzoekt het onderzoek te bevelen met ingang van september 2007. Voorts hebben partijen vragen van de Ondernemingskamer beantwoord.

2.De feiten

De Ondernemingskamer gaat uit van de volgende feiten:
2.1
[B] en [A] zijn vanaf 17 december 2007 bestuurders van Depron en zijn in die hoedanigheid ieder zelfstandig bevoegd Depron te vertegenwoordigen.
Bij Depron zijn in totaal 92 personen werkzaam in loondienst en 15 personen werkzaam op uitzendbasis. Vanaf 5 augustus 2010 is [C] in de functie van operationeel directeur werkzaam bij Depron.
De onderneming van Depron houdt zich bezig met de productie van kunststof (polystyreen) ‘disposables’ voor (onder meer) medisch gebruik.
2.2
Depron Holding is op 31 oktober 2008 opgericht. Depron Holding houdt alle aandelen in het geplaatste kapitaal van Depron. Schierstins en SAS houden sinds 2 augustus 2011 elk 50% van de aandelen in het geplaatste kapitaal van Depron Holding. [B] en [A] zijn vanaf 31 oktober 2008 bestuurders van Depron Holding en zijn in die hoedanigheid ieder zelfstandig bevoegd Depron Holding te vertegenwoordigen.
In de statuten van Depron Holding zijn – voor zover thans relevant – de volgende bepalingen opgenomen:

Artikel 18. Besluitvorming. Taakverdeling(…)
18.2
In de directievergadering heeft iedere directeur recht op het uitbrengen van één stem. Alle besluiten van de directie worden genomen met volstrekte meerderheid van de uitgebrachte stemmen. Bij staking van stemmen heeft geen van de directeuren een doorslaggevende stem. (…)
Artikel 29. Besluitvorming algemene vergadering
29.1
Voor zover de wet of de statuten geen grotere meerderheid voorschrijft worden alle besluiten genomen met volstrekte meerderheid van de uitgebrachte stemmen.
29.2
Staken de stemmen dan is het voorstel verworpen.”
2.3
Alle aandelen in het geplaatste kapitaal van Schierstins worden gehouden door [B]. Hij is enig bestuurder van Schierstins.
2.4
Alle aandelen in het geplaatste kapitaal van SAS worden gehouden door [A]. Hij is enig bestuurder van SAS.
2.5
[A] is enig aandeelhouder in en enig bestuurder van Revival Turn Around Management B.V. (hierna: Revival).
2.6
Bij overeenkomst van 1 november 2008 tussen Depron Holding, Revival en [A] is – voor zover thans van belang – overeengekomen:

(…)Artikel 1 - De Interim Management opdracht
1.1
Partijen komen overeen dat de Interim Manager door tussenkomst van [Revival] de hierna in artikel 2 omschreven Interim Managementwerkzaamheden zal (doen) uitvoeren in de werkmaatschappij van [Depron Holding] te Weert (hierna: “de Opdrachtgever”) gedurende een periode van 14 maanden ingaande op 23 december 2007 en, behoudens tussentijdse opzegging conform het bepaalde in de Algemene Voorwaarden van [Revival] (…), van rechtswege eindigend op 22 februari 2009 zonder dat enige vorm van opzegging is vereist. De mogelijkheid bestaat dat na overleg tussen de Interim Manager, [Revival] en de Opdrachtgever, deze overeenkomst wordt verlengd. De duur van de verlenging zal alsdan tussen partijen nader worden bepaald.
1.2
De Interim Manager zal de overeengekomen werkzaamheden in beginsel gedurende 3 tot 4 dagen per week uitvoeren. Gedurende deze overeenkomst kan echter door partijen een ander aantal dagen per week worden overeengekomen.
1.3
Namens de Interim Manager zal in eerste instantie [A] de werkzaamheden uitvoeren. (…)
Artikel 2 - Werkzaamheden
2.1
De bij de Opdrachtgever door de Interim Manager te verrichten interim managementwerkzaamheden (…) bestaan uit: (…)
Artikel 3 - De vergoeding (uur/dagtarief)
3.1
Het dagtarief voor de door de Interim Manager verrichte werkzaamheden bedraagt maximaal € 1.400 exclusief BTW (…)
3.2
Dagdelen van tenminste 4 uur kunnen na overleg met de Opdrachtgever worden gedeclareerd, met een maximum van 2 dagdelen per dag (…)
Artikel 4 - Betaling/zelfstandigheid
4.1
Betaling van de Interim Manager geschiedt via [Revival]. Hiertoe declareert de Interim Manager maandelijks op basis van het aantal gewerkte dagen aan de hand van het daartoe door [Revival] vastgestelde model. De Interim Manager dient de declaratie binnen 2 weken na het verstrijken van de betreffende maand bij [Revival] in te dienen. De laatste factuur zal worden voldaan nadat de Opdrachtgever haar factu(u)r(en) aan [Revival] heeft betaald, tenzij voorzien is in afdoende bevoorschotting. (…)
2.7
Bij overeenkomst van 1 november 2008 tussen Depron Holding, Schierstins en ([B] als) interim manager is – voor zover thans van belang – overeengekomen:
“(…)Artikel 1 - De Interim Management opdracht
1.1
Partijen komen overeen dat de Interim Manager door tussenkomst van [Schierstins] de hierna in artikel 2 omschreven werkzaamheden zal (doen) uitvoeren in de werkmaatschappij van [Depron Holding] te Weert (hierna: “de Opdrachtgever”) gedurende een periode van 14 maanden ingaande op 1 januari 2008 en, behoudens tussentijdse opzegging, van rechtswege eindigend op 28 februari 2009 zonder dat enige vorm van opzegging is vereist. De mogelijkheid bestaat dat na overleg tussen de Interim Manager, [Schierstins] en de Opdrachtgever deze overeenkomst wordt verlengd. De duur van de verlenging zal alsdan tussen partijen nader worden bepaald.
1.2
De Interim Manager zal de overeengekomen werkzaamheden in beginsel gedurende 4 tot 5 dagen per week uitvoeren. Gedurende deze overeenkomst kan echter door partijen een ander aantal dagen per week worden overeengekomen.
1.3
Als Interim Manager zal in eerste instantie [B] de werkzaamheden uitvoeren. (…)
Artikel 2 - Werkzaamheden
2.1
De bij de Opdrachtgever door de Interim Manager te verrichten interim managementwerkzaamheden (…) bestaan uit: (…)
Artikel 3 - De vergoeding (uur/dagtarief)
3.1
Het maandtarief voor de door de Interim Manager verrichte werkzaamheden bedraagt maximaal € 22.000 exclusief BTW (…)
Artikel 4 - Betaling
De Interim Manager is in loondienst bij [Schierstins]. [Schierstins] draagt zorg voor de maandelijkse salarisbetaling aan de Interim Manager en de inhouding en afdracht van loonheffingen betreffende de Interim Manager. (…)”
2.8
Van de processtukken maakt deel uit een brief van Revival aan Depron Holding van 26 maart 2009. Deze betreft: “Verlenging Interim Management overeenkomst” en luidt inhoudelijk als volgt:

[b]ij deze bevestigen wij de verlenging van de overeenkomst d.d. 1 november 2008 ref. art 1.1. voor de periode van 2 jaar. Met dien verstande dat in goed overleg de werkzaamheden zoals bepaald in artikel 2 zullen worden aangepast, al naar gelang de verlangde inzet van de interim manager. Voorts wordt betaling van de facturen zoals geregeld in artikel 4 aangepast op een ‘pay if you can’ basis. Zodra door de externe financiers van Depron de mogelijkheid wordt geboden betalingen te doen, dan wel dat voldoende cashflow gegenereerd wordt om dit uit eigen middelen van Depron te kunnen voldoen, zal betaling volgen. Dit zal in goed overleg plaatsvinden waarbij voldoende inzicht gegeven zal worden in de jaarlijks beschikbare liquiditeitsruimte. Deze vorderingen zoals die in tijd zullen accumuleren komen niet te vervallen en blijven betaalbaar, 0f mogen vrijelijk tussentijds aangewend worden ter compensatie van eventuele schulden. In het geval de onderneming (cq activiteiten) verkocht wordt zal met de aandeelhouders in goed overleg een bevredigende afwikkeling worden overeengekomen m.b.t. het dan openstaande obligo. In het geval van kwade trouw heeft Revival het recht, zonder tussenkomst van een rechterlijk vonnis, het dan openstaande obligo onmiddellijk op te eisen (…)”.
2.9
Van de processtukken maakt deel uit een ’Credit Factuur’ van 1 november 2012 van Revival aan Depron Holding, waarvan de inhoud als volgt luidt:

nota inzake ‘interim werkzaamheden t.b.v. Depron BV’ zoals nader vastgelegd in de Interim management overeenkomst bevestiging dd 1 november 2008.
Management fee 2009 51.000-
Management fee 2010 40.000-
Management fee 2011 25.000-
BTW 19%22.040-
Totaal 138.040-”.
2.1
Van de processtukken maken deel uit facturen van Revival aan Depron Holding van 1 januari 2009 (die betrekking heeft op de maand december 2008), 5 april 2009 (tweemaal), 21 april 2009, 28 mei 2009, 28 juni 2009, 8 juli 2009, 8 augustus 2009, 8 september 2009, 30 december 2009 (tweemaal), 4 januari 2010, 31 december 2011, 31 december 2012 en 31 december 2013. Op al deze facturen is vermeld: “
nota inzake ‘interim werkzaamheden t.b.v. Depron BV’ zoals nader vastgelegd in de Interim management overeenkomst bevestiging dd 1 november 2008.
2.11
De jaarrekeningen van Depron Holding over 2010 en 2011 zijn door de algemene vergadering van aandeelhouders vastgesteld. De jaarrekening over 2012 is door beide bestuurders ondertekend. De jaarrekening over 2012 is gedeponeerd op 15 mei 2013.

3.De gronden van de beslissing

3.1
Zowel Schierstins als SAS heeft aan haar verzoek de stelling ten grondslag gelegd dat er gegronde redenen zijn voor twijfel aan een juist beleid van Depron c.s. en dat onmiddellijke voorzieningen dienen te worden getroffen, aangezien de leiding van Depron c.s. in een impasse is geraakt. De impasse komt volgens hen tot uiting in de verlamming van de besluitvorming over wezenlijke onderwerpen binnen Depron c.s., die het gevolg is van conflicten binnen haar organen. Ten gevolge van de impasse wordt de continuïteit van Depron c.s. bedreigd, aldus zowel Schierstins als SAS.
3.2
Een belangrijk conflictpunt betreft de door Depron verschuldigde vergoedingen voor door [A] onderscheidenlijk [B] ten behoeve van Depron c.s. verrichte werkzaamheden als bestuurder. Ter terechtzitting is naar voren gekomen, dat er afspraken zijn gemaakt over het reduceren van de managementvergoedingen over 2009, na aansporing daartoe door de bank vanwege de financiële situatie van Depron c.s. Daarbuiten lopen de standpunten van Schierstins en SAS over de door Depron c.s. verschuldigde managementvergoedingen evenwel uiteen.
Schierstins heeft ter zitting verklaard dat het totaalbedrag van deze managementvergoedingen over 2009, 2010, 2011 en 2012 in de loop der jaren is teruggebracht tot respectievelijk € 190.000, € 120.000, € 75.000 en € 50.000. Er vond onderlinge verdeling van deze bedragen – die in de jaarrekeningen van de desbetreffende jaren zijn opgenomen – plaats naar rato van de tijd die door [B] en [A] ieder aan het besturen is besteed. Aangezien Depron c.s. niet in staat waren deze managementvergoedingen volledig uit te keren, verkregen zowel Schierstins als SAS c.s. voor het nog uit te betalen deel daarvan een vordering op Depron c.s. De vordering die SAS c.s. uit dien hoofde op Depron c.s. hebben, valt echter weg tegen de bedragen die door SAS c.s. aan Depron c.s. zijn onttrokken. Nu deze onttrekkingen een rechtsgeldige grondslag ontberen, en SAS c.s. geen gevolg heeft gegeven aan aanmaningen van Depron c.s. om de hierdoor ontstane schuld terug te betalen, hebben Depron c.s. een gerechtelijke procedure tot incasso ervan moeten entameren tegen SAS c.s., aldus nog steeds Schierstins.
SAS heeft betwist dat sprake is van onrechtmatige onttrekkingen. Zij heeft betoogd dat de vanaf 2009 tot en met 2013 door [A] als bestuurder van Depron c.s. verrichte werkzaamheden bij Depron c.s. in rekening zijn gebracht door middel van de in 2.9 en 2.10 genoemde facturen. Deze wijze van factureren van de managementvergoeding vindt volgens SAS zijn basis in de in 2.6 genoemde managementovereenkomst. Nadat deze op 22 februari 2009 was geëxpireerd, heeft Revival haar met twee jaren verlengd bij de in 2.8 vermelde brief van 26 maart 2009. Daarna zijn SAS c.s. op dezelfde basis uitvoering blijven geven aan de managementovereenkomst. Op grond van dit een en ander is sprake van een rechtsgeldige betaling door dan wel een vordering op Depron c.s. ter zake van managementvergoedingen, aldus SAS.
Schierstins heeft erop gewezen dat de brief van 26 maart 2009 en de hierboven genoemde facturen niet voorkomen in de administratie van Depron c.s. en meent dat ze vals zijn. Zij heeft het betoog van SAS afgedaan als een onterechte poging de onttrekkingen door SAS c.s. te legitimeren.
3.3
SAS heeft op haar beurt betoogd dat Schierstins bovenmatig veel geld aan Depron c.s. heeft onttrokken voor managementwerkzaamheden die niet door [B] zijn verricht. Ten onrechte heeft Schierstins zich € 300.000 toegekend en heeft [B] zich bedragen in privé laten uitbetalen door Depron c.s. Aldus heeft Schierstins – in weerwil van het te hanteren ‘pay if you can-principe’ – meer aan Depron c.s. onttrokken dan deze vennootschappen eigenlijk kunnen dragen; zelfs in 2014 heeft Schierstins nog € 45.000 onttrokken. Schierstins heeft de teveel onttrokken gelden tegen een meer dan marktconforme rente van 8,5% terug geleend aan Depron c.s., terwijl SAS noch over het verstrekken noch over de voorwaarden van de leningen is geconsulteerd. Hiermee heeft Schierstins volgens SAS in strijd gehandeld met het belang van Depron c.s.
Namens Schierstins is ter zitting verklaard dat het nodig was de leningen aan Depron c.s. te verstrekken in verband met acute liquiditeitsnood waarin deze vennootschappen verkeerden vanwege de noodzaak vakantiegeld uit te betalen en te betalen op de schuld aan de Belastingdienst.
3.4
De Ondernemingskamer kan in onderhavige procedure niet vaststellen – en behoeft zulks ook niet – wie van hen het gelijk aan haar zijde heeft. Wel is uit de verwijten die SAS en Schierstins elkaar over en weer maken voldoende naar voren gekomen dat een diepgaand conflict tussen hen bestaat. Dit conflict heeft een patstelling in de algemene vergadering van aandeelhouders van Depron c.s. tot gevolg, hetgeen op zichzelf reeds een reden vormt om te twijfelen aan een juist beleid. Daarbij merkt de Ondernemingskamer nog op dat de onenigheid tussen verzoeksters over de hoogte van ieders aanspraken op managementvergoeding dan wel hun onttrekkingen ten laste van Depron c.s. van invloed is op de vaststelling van de jaarrekeningen over 2012 en 2013 en dat het de vraag is of deze jaarrekeningen binnen afzienbare termijn door de algemene vergadering van aandeelhouders kunnen worden vastgesteld.
3.5
In dat verband is gebleken dat er verscheidene kwesties aan de orde zijn die de nodige aandacht behoeven en ten aanzien waarvan het urgent is dat er beslissingen worden genomen. Vast staat dat op 31 december 2014 de huurovereenkomst met betrekking tot het bedrijfspand van waaruit de onderneming van Depron c.s. wordt gedreven, eindigt. Er zal een bestuursbesluit moeten worden genomen over de huisvesting van Depron c.s. na die datum en de wijze van financiering daarvan. Schierstins heeft onbetwist naar voren gebracht dat indien dit besluit niet (tijdig) tot stand komt, Depron c.s. een per 1 januari 2015 direct opeisbare boete van € 600.000 verschuldigd dreigt te worden. De Ondernemingskamer moet evenwel constateren dat de standpunten van [B] en [A] over de inhoud van het te nemen huisvestingsbesluit onderling uiteenlopen. Daar komt bij dat partijen twisten over de vraag of [B] al dan niet is betrokken bij gesprekken van [A] met derden over de toekomstige huisvesting van Depron c.s., alsook bij gesprekken over noodzakelijke investeringen in Depron c.s. Volgens SAS blokkeert [B] dergelijke gesprekken stelselmatig, terwijl deze van belang zijn voor de continuïteit van Depron c.s. Dit duidt erop, zo overweegt de Ondernemingskamer, dat ook binnen het bestuur van Depron c.s. sprake is van een impasse in de besluitvorming. Ook dat geeft reden om te twijfelen aan het beleid en de gang van zaken van Depron c.s.
3.6
Daar komt nog bij dat de financiële situatie waarin Depron c.s. zich bevinden precair is, zoals ter terechtzitting is gebleken. [C] heeft toegelicht dat er ten opzichte van 2013 slechter wordt gepresteerd en dat het resultaat thans negatief is. Volgens Schierstins wordt Depron begeleid vanuit de afdeling ‘bijzonder beheer’ van Deutsche Bank AG, waarmee Depron een kredietovereenkomst heeft gesloten. Voorts is sprake van een omvangrijke belastingschuld. Niet alleen verlangen de bank en de Belastingdienst inzicht in de financiële toestand van Depron c.s., maar ook is beschikbaarheid van vastgestelde jaarrekeningen vereist om nieuwe investeerders te kunnen aantrekken, aldus – onweersproken – Schierstins. Dit een en ander draagt bij aan de twijfel aan het beleid en de gang van zaken van Depron c.s.
3.7
De Ondernemingskamer concludeert dat de verstoorde verhouding tussen Schierstins/[B] en SAS/[A] binnen zowel de algemene vergadering van aandeelhouders als het bestuur van Depron c.s. de besluitvorming heeft verlamd. Dit levert zodanig gegronde redenen op om aan een juist beleid en een juiste gang van zaken bij Depron c.s. te twijfelen, dat een onderzoek hiernaar behoort te worden ingesteld. De te benoemen onderzoeker zal zich onder meer – maar niet uitsluitend – kunnen richten op de in 3.2 en 3.3 weergegeven onderwerpen. De overige bezwaren van Schierstins en SAS kunnen thans onbesproken blijven en kunnen in het te gelasten onderzoek aan de orde komen.
3.8
De Ondernemingskamer ziet aanleiding het onderzoek zich te laten uitstrekken tot de periode waarover is gedeclareerd door middel van de hierboven in 2.10 vermelde facturen. Aangezien de factuur van 1 januari 2009 betrekking heeft op de maand december 2008, zal het onderzoek vanaf het begin van die maand worden bevolen.
3.9
Nu de precaire bedrijfsvoering van de onderneming van Depron c.s. ertoe noopt dat (nadere) beslissingen worden genomen over het vaststellen van de jaarrekeningen 2012 en 2013, de begroting over 2014, de huisvesting en de financiering, acht de Ondernemingskamer het nodig onmiddellijke voorzieningen te treffen ter doorbreking van de hiervoor bedoelde impasse binnen de organen van Depron c.s. Daartoe zal zij zowel [B] als [A] schorsen als bestuurder van Depron c.s. en in hun plaats een derde tot bestuurder benoemen. Deze bestuurder kan zich bij de uitoefening van zijn bestuurderstaak naar eigen inzicht doen bijstaan door [B] onderscheidenlijk [A], dan wel door [C]. Vanwege de impasse die zich in de algemene vergadering van aandeelhouders manifesteert, acht de Ondernemingskamer de overdracht ten titel van beheer van alle aandelen in het geplaatste kapitaal van Depron Holding, minus één door Schierstins en één door SAS gehouden aandeel, aan de te benoemen bestuurder eveneens geboden.
3.1
Gelet op de omstandigheid dat de verstandhouding tussen Schierstins en SAS ernstig is verstoord en herstel daarvan, naar het zich laat aanzien, niet te verwachten is, merkt de Ondernemingskamer op dat het de onderzoeker vrij staat om te bezien of tussen partijen een regeling kan worden getroffen die strekt tot ontvlechting van hun belangen.
3.11
De Ondernemingskamer zal, gelijk door zowel Schierstins als SAS is verzocht, Depron Holding verwijzen in de kosten van het geding.

4.De beslissing

De Ondernemingskamer:
beveelt een onderzoek naar het beleid en de gang van zaken van Depron Holding B.V. en Depron B.V., beide gevestigd te Weert, over de periode vanaf 1 december 2008;
benoemt mr. G.J.J.A. van Zeijl te Maastricht teneinde het onderzoek te verrichten;
stelt het bedrag dat het onderzoek ten hoogste mag kosten vast op € 20.000, de verschuldigde omzetbelasting daarin niet begrepen;
bepaalt dat de kosten van het onderzoek ten laste komen van Depron Holding B.V. en Depron B.V. en dat zij voor de betaling daarvan ten genoege van de onderzoeker voor de aanvang van diens werkzaamheden zekerheid dienen te stellen;
schorst, bij wijze van onmiddellijke voorziening met ingang van heden, voor zover nodig in afwijking van de statuten en vooralsnog voor de duur van het geding, [A] en [B] als bestuurders van Depron Holding B.V. en Depron B.V. en bepaalt dat zolang hun schorsing als bestuurders voortduurt, Depron Holding B.V. en Depron B.V. ontslagen zijn van hun verplichting tot doorbetaling van de aan hun bestuurderswerkzaamheden verbonden managementvergoedingen;
benoemt, bij wijze van onmiddellijke voorziening en vooralsnog voor de duur van het geding, voor zover nodig in afwijking van haar statuten, jhr. drs. L.M. Rutgers van Rozenburg te Driebergen tot bestuurder van Depron Holding B.V. en Depron B.V.;
bepaalt dat het salaris en de kosten van deze bestuurder ten laste komen van Depron Holding B.V. en Depron B.V. en dat zij voor de betaling daarvan ten genoege van de bestuurder zekerheid dienen te stellen voor aanvang van diens werkzaamheden;
bepaalt, bij wijze van onmiddellijke voorziening en vooralsnog voor de duur van het geding, dat alle aandelen van Schierstins Beheer B.V. en SAS Investments B.V. in het geplaatste kapitaal van Depron Holding B.V., minus één door ieder van hen gehouden aandeel, met ingang van heden ten titel van beheer aan de benoemde bestuurder zijn overgedragen;
benoemt mr. A.M.L. Broekhuijsen-Molenaar tot raadsheer-commissaris als bedoeld in artikel 2:350 lid 4 BW;
verwijst Depron Holding B.V. in de kosten van het geding tot op heden begroot op € 3.386 aan de zijde van Schierstins Beheer B.V. en op € 3.386 aan de zijde van SAS Investments B.V.;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad;
wijst af hetgeen meer of anders is verzocht.
Deze beschikking is gegeven door mr. A.M.L. Broekhuijsen-Molenaar, voorzitter, mr. E.A.G. van der Ouderaa en mr. A.C. Faber, raadsheren, en E.R. Bunt en prof. dr. mr. F. van der Wel RA, raden, in tegenwoordigheid van mr. F.L.A. Straathof, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van de Ondernemingskamer van 21 augustus 2014.