2.2.1[X], directeur van Silmar, heeft als partijgetuige onder meer verklaard:
De afspraak met Wagenborgen was, dat zij kozijnen zouden leveren met Concept II. Dat is een concept dat bestaat uit voorspuiten, tussenschuren en een laklaag. In totaal worden drie lagen aangebracht. Het totaal van deze verflagen moet een minimale dikte hebben van 140 mu. Verder moeten er dorpelafdekkers op de onderdorpels zitten.
Ik denk dat er niet met Concept II is geleverd. De dorpelafdekkers hebben er nooit op gezeten. (…) Ik constateerde dat de verf had losgelaten op verschillende plekken op het houtwerk; buiten maar ook binnen, op vaste en draaiende delen, bij stijlen, bovenaan maar ook onderaan. Wat ik dan zag, was dat het hout dan helemaal kaal was; de verf was eraf gebladderd. Het ging dan soms om kleine stukken, soms om stukken van 10 á 20 cm. Het ging in de eerste instantie om 3 of 4 woningen, maar uiteindelijk, aan het eind van de rit, waren er ik geloof maar twee woningen die helemaal niets hadden.
Er zijn onderzoeken uitgevoerd naar de oorzaak van de problemen met de verf. SKH en [F] hebben een rapport opgesteld. Ik ben het met sommige conclusies in de rapporten eens, maar met sommige ook niet. Zo wordt in een van de rapporten gesteld dat de problemen door kitwerk zijn veroorzaakt. Dat is volstrekte onzin. Er zijn ook verfproblemen geconstateerd op stijlen van draairamen waar geen kitwerk wordt aangebracht. Dan kan het probleem niets met kitten te maken hebben. U houdt mij voor de passage in het SKH-rapport waar staat: levering heeft plaatsgevonden in Concept II (productie 5 bij memorie van grieven). Die conclusie bestrijd ik in zoverre niet, dat de afspraak ook was dat in Concept II geleverd zou worden. Als de verf er dan toch afvalt, dan is er ofwel niet in Concept II geleverd, of er is een andere oorzaak. Ik weet niet of het aan de verf heeft gelegen, maar dat is ook een mogelijkheid.
(…)
U houdt mij voor de eerste twee zinnen van de conclusie van het SKH-rapport. Ik deel niet de conclusie dat de problemen door ernstige vervuiling op de onderdorpels zijn ontstaan. Op de bouw is het altijd een rotzooi en vindt altijd vervuiling plaats (Dozy werkt relatief nog erg netjes). Dan zou altijd onder alle omstandigheden de verf er vanaf vallen. (…) Ik zit al 20 jaar in de kozijnen en ik ben een praktijkman. Ik kom op heel veel verschillende bouwplaatsen, van kleine en grote aannemers. Ik zie soms hoe er met mijn kozijnen wordt omgegaan maar hoe dan ook: de verf blijft erop zitten. Dus wat hier is gebeurd, gebeurt anders nooit.
2.2.2[Y] heeft als getuige onder meer verklaard:
Ik ben werkzaam bij Dozy en was dat ook in 2008/2009.
Ik heb zelf waargenomen dat de verf op het houtwerk losliet. Dat was het ergste bij de houtverbindingen, maar dat kon ook binnen op een stijl zijn. Ik zag het aan de buitenkant maar ook aan de binnenkant van het houtwerk. De verf was helemaal afgebladderd; het ging dan om stukken van ongeveer 10 cm. In de eerste instantie ging het om 34 woningen waar deze problemen zich voordeden, later constateerden wij het ook bij 12 woningen langs het water. Uiteindelijk hebben deze problemen zich bij alle woningen in het project voorgedaan.
(…) Als dit soort verfproblemen zich voordoen is de verf slecht aangebracht, van slechte kwaliteit of is het veroorzaakt door vocht. Ik heb problemen zoals hier nog nooit eerder meegemaakt.
Ik ben bekend met Concept II. Dat betekent dat de verf een dikte moet hebben van 82 mu. Het gaat daarbij niet om het aantal lagen. Wij beschikken niet over meetapparatuur om de dikte van de aangebrachte verf zelf vast te stellen. Ik heb [F] wel zien meten, maar weet het resultaat daarvan niet. Concept II betekent ook dat de verf een bepaalde hechting moet hebben en niet mag loslaten. Omdat de verf hier wel losliet, kan het niet aan Concept II voldoen.
Ik kan niet zeggen wie bij deze verfproblemen de fout heeft gemaakt.
Ik was aanwezig bij de aflevering van de onderhavige kozijnen. Toen zag het er allemaal goed uit. Concept II betekent ook dat de onderdorpels beschermd moeten zijn. Die bescherming zat echter niet op alle kozijnen. Ik heb daarover contact opgenomen met Silmar. Er is toen afgesproken dat de onderdorpels beschermd zouden worden met losse kartonnen hoekjes die wij moesten maken. De bonnen heb ik afgetekend, hoewel de bescherming van de onderdorpels ontbrak.
De ramen zijn in de winter van 2008/voorjaar 2009 geplaatst. 2 á 3 maanden later zijn ze beglaasd. De ramen zijn direct aan de buitenkant gekit en zo’n 80% ook direct aan de binnenkant. De rest kwam later. Ik zie totaal geen relatie tussen het iets later aan de binnenkant kitten van sommige ramen en het afbladderen van de verf. De verf bladderde net zo makkelijk van kozijnen af en daar wordt niet gekit.
(…) Ik verklaarde eerder dat de problemen met de verf door vocht kunnen zijn veroorzaakt. Ik bedoel dan dat het hout van zichzelf te vochtig was, maar niet door een externe oorzaak. (…)
Er zijn voor zover ik mij herinner later nog dorpelbeschermingen nageleverd en die hebben wij erop gezet, hoewel dat strikt genomen een taak is van de leverancier. (…)
2.2.3Silmar heeft een schriftelijke verklaring d.d. 29 juni 2012 van [Z] in het geding gebracht, waarin onder meer staat vermeld:
Al vrij snel na het afleveren en plaatsen van de eerste kozijnen (…) bleek dat de verf losliet inclusief de grondverflaag. Het kale hout werd zichtbaar. Het liet op verschillende plekken los aan de buitenzijde, zowel op de stijlen boven- en onderaan, maar ook de boven- en onderdorpels. Zowel kleine als grotere stukken. Vrijwel alle woningen hadden een kozijn waar wat aan het schilderwerk mankeerde. Dit probleem bleek zich te herhalen bij de volgende leveringen van het Duinhof. (…) Het loslaten heeft naar mijn mening niets met het (tijdstip van het) aanbrengen glas en kitwerk te maken. Ik heb ook gezien dat de verf namelijk losliet op plaatsen waar helemaal geen kitwerk diende te worden aangebracht, zoals op de stijlen van draairamen en aan de binnenzijde van kozijnen. Dan kan het probleem niets met kitwerk te maken hebben. Mijn conclusie (idee) is dat het probleem ontstaan is tijdens het productie of drogingsproces. Dit heeft niet voldaan aan de normen welke “Concept II” voorschrijft.
[Z] heeft als getuige verklaard bij deze verklaring te blijven en heeft daaraan onder meer toegevoegd:
Als werkvoorbereider bij Dozy (…)heb [ik](…) de problemen met eigen ogen waargenomen.
(…)
U vraagt mij of ik ervan op de hoogte ben dat een deskundige heeft gezegd, dat het probleem met het schilderwerk is veroorzaakt door het niet aanbrengen van een kitlaag. Ik antwoord daarop dat ik dat verhaal in de wandelgangen wel heb gehoord. Ik vind dat alleen wel een heel vreemd verhaal. Concept 2 zegt namelijk niets over beglazen of kitwerk, maar wel dat de laatste aflaklaag binnen 18 maanden moet zijn aangebracht.
2.2.4Silmar heeft een schriftelijke verklaring d.d. 29 juni 2012 van [A] in het geding gebracht, waarin onder meer staat vermeld:
Ik ben in dienst van aannemingsbedrijf Dozy (…) Ik heb kennis genomen van de verklaring die [Z], onze werkvoorbereider, hierover heeft afgelegd. Ik kan bevestigen dat die verklaring juist is. Ook ik heb de gebreken gezien die hij in zijn verklaring heeft genoemd en onderschrijf zijn waarneming en diagnose volledig.
[A] heeft als getuige verklaard bij deze schriftelijke verklaring te blijven en heeft daaraan onder meer toegevoegd:
U vraagt mij of ik ervan op de hoogte ben dat een deskundige in een rapport heeft gezegd dat de oorzaak van de problemen met de verf gelegen is in het niet aanbrengen van een kitlaag. Ik weet dat er een rapport is van een deskundige, ik weet ook dat er is gesuggereerd dat de oorzaak met het niet aanbrengen van het kitwerk te maken had, maar niet dat die suggestie van een deskundige afkomstig is. Volgens mij was het Wagenborg zelf die dat zei. Het rapport waar ik het over heb is opgemaakt door mensen van de verfleverancier, die op het werk zijn geweest en de gebreken hebben onderzocht. Ik kan zo niet opnoemen wat in dat rapport als oorzaak van de problemen is genoemd.
2.2.5Silmar heeft een schriftelijke verklaring d.d. 5 juli 2012 van [B] in het geding gebracht, waarin onder meer staat vermeld:
Ik ben in dienst van Aannemingsbedrijf Dozy (…) Ik heb kennis genomen van de verklaring die [Z], onze werkvoorbereider, hierover heeft afgelegd. Ik kan bevestigen dat die verklaring juist is. Ook ik heb de gebreken gezien die hij in zijn verklaring heeft genoemd en onderschrijf zijn waarneming en diagnose volledig.
[B] heeft als getuige verklaard bij deze verklaring te blijven en heeft daaraan onder meer toegevoegd:
Naar aanleiding van paragraaf 1 voeg ik nog toe dat ik alle gebreken heb gezien, dat wil zeggen: de gebreken met betrekking tot de verf, het houtwerk en het ontbreken van een politiekeurmerk.
(…) Ik ben op de hoogte van het bestaan van een rapport van een deskundige, die zegt dat de problemen met het loslaten van de verf zijn veroorzaakt door het niet aanbrengen van een kitlaag. Ik ken inmiddels wel 3 rapporten, waaronder ook een rapport van Akzo Nobel. Daarin staat volgens mij dat de problemen onmogelijk alleen kunnen zijn veroorzaakt door regen.
2.2.6Silmar heeft een schriftelijke verklaring van [C] in het geding gebracht, waarin onder meer staat vermeld:
Ik ben sinds 2006 werkzaam voor Silmar als calculator/verkoper (…) Al gauw na onze eerste leveringen van de eerste fase ongeveer half juni 2008 kwamen de eerste klachten binnen van Dozy. Er werd gemeld dat verfwerk losliet op plaatsen waar het helemaal niet los kan of mag laten. Wagenborgen diende te leveren op basis van Concept II. Dat is een moderne verwerkingsmethode op basis van een gestandaardiseerde formule. De verf wordt erop gespoten in een dikte van 140 mu.(…) Op het plan Duinpark liet de verf wel los op verschillende plekken. Zowel aan de buitenkant als aan de binnenkant van de kozijnen, zowel bovenaan de stijlen als onderaan en het betroffen oppervlaktes van verschillende grootte soms tot wel 10 cm groot. De verf liet dan in één keer geheel los. Je kan dus constateren dat de hechting onvoldoende was. Waar het aan ligt is mij niet duidelijk (…) Wagenborgen diende te leveren op basis van Concept II en de geleverde kwaliteit kwam daar niet mee overeen.(…) Met het kitwerk kan het niets te maken hebben. De verf liet namelijk ook los op plekken waar helemaal geen kitwerk werd aangebracht, dus er kan nooit een verband bestaan tussen die twee aspecten ook op stijlen van draairamen liet bijvoorbeeld de verf los en daar viel niets te kitten.
[C] heeft als getuige verklaard bij deze verklaring te blijven en daaraan onder meer toegevoegd:
Ik ben niet meer in dienstbetrekking van Silmar, maar was dat wel in de periode dat deze problemen speelden. Silmar was oorspronkelijk mijn bedrijf. In 2006 heb ik het verkocht aan [X]. (…) Ik ben op de hoogte van het bestaan van een deskundigenrapport waarin wordt gezegd dat de oorzaak van het loslaten van de verf is gelegen in het ontbreken van een kitlaag. Volgens mij heeft het probleem helemaal niets met het kitten te maken, maar ik ben geen verfdeskundige.
2.2.7[D] heeft als getuige onder meer verklaard:
Ik ben manager van Schilderwerken Den Helder, het schilderbedrijf dat aan het project heeft gewerkt in onderaanneming van Dozy. Onze taak was om al het schilderwerk in het project uit te voeren. De kozijnen werden afgeleverd onder Concept II, wat wil zeggen dat er af fabriek reeds twee grondverflagen en één laklaag op de kozijnen was aangebracht. Dat betekende dat er geen binnenschilderwerk hoefde plaats te vinden en dat onze opdracht uitsluitend buitenschilderwerk betrof. Toen wij met onze werkzaamheden begonnen, constateerden wij onthechtingen van de af fabriek aangebrachte verflaag, met name ter plekke van de verbindingen van de kozijnen. Wij zijn toen onze werkzaamheden gestaakt, want op deze ondergrond konden wij natuurlijk geen verf aanbrengen. Er is toen onderzoek gedaan en daaruit bleek dat het hout een te hoog vochtgehalte had. Daardoor werden de grondverflagen in feite van het kozijn afgedrukt. Het hout moest toen drogen en daarna hebben wij in opdracht van Dozy herstelwerkzaamheden uitgevoerd.
De onthechtingen waren qua oppervlakte ongeveer 2 bij 3 cm, maximaal 4 bij 4. Ze traden op bij verschillende type woningen (…)
Ter plekke werd het werk uitgevoerd door een aantal schilders onder leiding van de projectleider, [E]. Er liepen ook beglazers van ons bedrijf rond omdat wij ook voor de beglazing verantwoordelijk waren. Het was [E] die mij mededeelde dat de ondergrond van de verf niet goed was. Ik ben toen zelf wezen kijken en in onderling overleg, ook met Dozy, hebben wij toen besloten dat wij deze verflaag niet konden afwerken.
Ik heb de onderzoeksrapporten gelezen en [E] is met [F] ter plaatse geweest toen [F] het onderzoek uitvoerde. Wij hadden ook zelf al door te meten geconstateerd dat het vochtgehalte van het hout te hoog was. (…)
Wat betreft de laagdikte hebben wij optisch geen problemen kunnen waarnemen; het zag er goed uit.
Concept II betekent ook een laagdikte van de verf van 140mu. Ik denk, maar weet niet zeker, dat dat een gemiddelde is. Aan de andere kant voldoe je niet aan Concept II als op het ene stukje hout geen verf zit en op een ander stukje 300 mu hoewel je dan wel boven het gemiddelde uitkomt.(…)
- wij hebben ook onthechtingen geconstateerd aan de binnenzijde van kozijnen maar ook daar hoofdzakelijk bij verbindingen.
- u vraagt mij wat de opvolgende schilder mag verwachten als hout met Concept II behandeld is. Concept II is bedoeld om de werkzaamheden op de bouw te minimaliseren door het houtwerk zo onderhoudsarm mogelijk te leveren. Het is bedoeld om het hout te beschermen zodanig dat het behandeld kan worden zodra dat in het bouwproces past, en dus niet á la minuut geschilderd hoeft te worden. Integendeel het hout kan behoorlijk lang staan zonder afgewerkt te worden. Met behoorlijk lang bedoel ik ongeveer 180 dagen tot een half jaar, maar misschien zelfs anderhalf jaar.
- u vraagt mij of vervuiling of de afwezigheid van kit een oorzaak van het loslaten kan zijn. Wij zien op een bouwplaats vaak cementresten op dorpels en daar zit vocht in. Dat hebben wij hier echter slechts sporadisch gezien, terwijl wij op heel veel plaatsen onthechting tegenkwamen. Ook op plaatsen waar geen aansluiting met het glas was en waar dus ook niet gekit hoefde te worden. Het feit dat kit later is aangebracht dan had gekund is wat mij betreft niet de oorzaak van het loslaten van de verf.
- u vraagt mij of concept II vergt dat de verf in een spuitcabine machinaal wordt aangebracht. Ik weet niet of Concept II dat eist, maar wel dat dat het normale productieproces is.
(…)
Op een vraag van mr. Schoo antwoord ik als volgt:
- volgens mij hebben de glaszetters van mijn bedrijf ongeveer één á twee weken na het aanbrengen van de beglazing het kitwerk uitgevoerd. U houdt mij voor het rapport van [F] dat als productie 3 bij de inleidende dagvaardig is gevoegd. In dat rapport staat vermeld dat zij constateren dat het project al maanden beglaasd is maar dat er geen kit is aangebracht. Dat is mij niet bekend en volgens mij klopt het ook niet. Wij zijn de laatste in het bouwproces en het is niet logisch om in de laatste fase van de bouw te beglazen en dan maanden te wachten met het aanbrengen van de kit.
- U houdt mij voor het rapport van SKH, productie 4 bij de inleidende dagvaarding. U wijst erop dat ook in dat rapport wordt vermeld dat de top afdichtingen op de rugvulling pas na lange tijd wordt aangebracht. U wijst er ook op dat in de conclusie wordt vermeld dat er sprake was van ernstige vervuiling op de onderdorpels, met name in de hoeken, waardoor de verflagen in de hoeken zijn gaan verweken. Ik zeg u daarop dat ik wel vervuiling heb waargenomen maar dat was de reguliere vervuiling die je op een bouwplaats aantreft. Dat zou ik geen ernstige vervuiling willen noemen. Ik wil er graag aan toevoegen dat de vervuiling over de hele onderdorpel optreedt, terwijl het te hoge vochtgehalte van het hout in de hoeken optrad. Als de verontreiniging dat zou hebben veroorzaakt, zou het te hoge vochtgehalte over de gehele dorpel zijn opgetreden en niet alleen in de hoeken. Ik heb bovendien ook te hoge vochtgehaltes waargenomen op plaatsen waar geen verontreiniging zat dus volgens mij is er geen oorzakelijk verband tussen de verontreiniging en het loslaten van de verf.
2.2.8Wagenborgen heeft een aantal getuigen in contra-enquête doen horen. [G] heeft als partijgetuige onder meer verklaard:
Ik ben directeur van Houtbewerking Wagenborgen. Ik blijf bij de verklaring die ik heb afgelegd in de comparitie van partijen in eerste aanleg op 2 april 2010, die u mij heb voorgehouden.
Toen wij met het project starten wist niemand wat Concept II precies was. Dat kwam pas veel later. Concept II behelst heel veel meer dan uitsluitend twee lagen grondverf en een laag voorlak van een bepaalde dikte. Daar komt heel veel meer bij kijken waaronder allerlei randvoorwaarden waaraan wij als producten[hof: bedoeld is: producent]
moeten voldoen, maar ook voorwaarden waar de aannemer op de bouwplaats aan moet voldoen. Concept II is in het leven geroepen voor watergedragen verf. De voorschriften en dergelijke komen van SKH af, die ons ook maandelijks controleert. Onze spuitcabine is ook helemaal volgens die voorschriften ingericht. Of wij leveren volgens concept 1, 2 of 3 hangt af van de afspraken die wij met de klant hebben gemaakt maar wij voldoen altijd volledig aan de vereisten. Tijdens de comparitie van partijen heb ik verklaard dat er met enkele deurstijlen iets fout was gegaan; het klopt dat die beschadigingen waren opgetreden maar dat betekent niet dat er niet volgens concept twee is geleverd. Wij hebben wel degelijk volgens Concept II geleverd.
In mijn ogen heeft het loslaten van de verf andere oorzaken dan de oorzaken die de verschillende getuigen hebben geopperd. Concept II betekend dat ook de aannemer die met de afgeleverde kozijnen aan het werk gaat aan een aantal eisen moet voldoen en dat is niet gebeurd. Wij leveren bijvoorbeeld de kozijnen aan op blokken die op ongeveer 10 centimeter van de grond staan. Daar moet iets onder worden geplaatst omdat de kozijnen volgens Concept II minstens 30 centimeter van de grond moeten blijven. Dat is niet gebeurd, en dat kan een oorzaak zijn waarom de verf heeft losgelaten. In watergedragen verf zitten namelijk weekmiddelen. Als er vocht bijkomt, kan de verf zacht worden.
Verder hebben wij op de bouwplaats geconstateerd dat de kozijnen waren geplaatst en beglaasd maar nog niet waren afgekit. De kozijnen hebben veel te lang zo gestaan. Daarbij moet worden bedacht dat de locatie Den Helder betreft waar stuifzand voorkomt die voor vervuiling zorgt. Wij hebben Silmar daar ook een brief over geschreven die in het dossier zit. In concept II staat dat de aannemer de dorpels elke dag van verontreinigingen moet ontdoen en dat is niet gebeurd. Wat mij betreft is hierdoor de schade ontstaan.
Terwijl wij met dit project bezig waren hebben wij natuurlijk aan verschillende andere projecten gewerkt en daar kozijnen voor geleverd. Wij zijn nergens anders met dit soort problemen geconfronteerd, voor zover het om de lichtere kleuren gaat. Alleen met watergedragen zwarte verf hebben wij eerder problemen gehad en daar geven wij dan ook geen garantie meer op. Maar met de lichtere kleuren is dit de enige keer geweest dat er problemen zijn geweest.
Op een vraag van mr. Schoo bevestig ik dat de brief waar ik zojuist over sprak, de brief van 16 januari 2009 is die als bijlage 2 bij de inleidende dagvaarding is gevoegd. Op een vraag van de voorzitter antwoord ik: het klopt dat ik in die brief niet zozeer heb gewaarschuwd dat er problemen met het loslaten van verf zouden kunnen ontstaan. Op dat moment hadden die problemen zich ook nog niet voorgedaan. Wel heb ik gezien dat het water onder de glaslatten uitliep en dat is natuurlijk heel slecht, daar kunnen allerlei problemen door ontstaan. Waar ik schrijf dat er schade aan het kozijn en dergelijke kan ontstaan bedoel ik wel dat dat ook schade aan de verf kan zijn. En dat de verf kan verweken en loslaten.
Ik deel de conclusie van SKH dat door ernstige vervuiling op de onderdorpels, met namen in de hoeken, een langdurige vochtbelasting heeft plaatsgevonden, waardoor de verflagen uiteindelijk in de hoeken zijn gaan verweken.
Op een vraag van mr. Klaver antwoord ik als volgt: bij de verbouwing in onze spuitcabine waarover ik tijdens de comparitie van partijen verklaarde is een computer toegevoegd die, kort gezegd, alle productie omstandigheden in de spuitcabine ( zoals de luchtsnelheid, luchtvochtigheid en de temperatuur) vastlegt. Voordien moesten wij dat met de hand doen. De SKH eist van ons dat wij deze gegevens bijhouden. Het is dus niet zo dat het verbouwen van de spuitcabine iets te maken heeft met onze wijze van produceren; het spuiten in een spuitcabine is altijd een handmatig proces. Daarbij kan het voorkomen dat een gedeelte van het houtwerk een mindere dekking heeft dan 140mu, bijvoorbeeld 120mu, maar niet in de hoeken. In de hoeken spuit je altijd meer omdat je bij het spuiten altijd twee keer de hele hoek meeneemt, dus daar zit gegarandeerd altijd minimaal 140mu.
2.2.9Productie 5 bij inleidende dagvaarding is een rapport van [F], waarin onder meer staat vermeld:
Aanleiding:
op verzoek van Houtbewerking Wagenborgen (de heer [H]) is door [F] op 13 mei 2009 (…) en op 29 mei 2009 (…) een bezoek gebracht aan de in aanbouw zijnde woningen op het Duinplan Den Helder. Er was door de Heer [H] kenbaar gemaakt dat de onthechting van het grondverfsysteem is geconstateerd (…)
Bevindingen:
(…) De kozijnen zijn eind december aangeleverd op de bouw en direct geplaatst.
(…)
- Op verschillende plaatsen waar deurstijlen op DTS zijn gemonteerd is onthechting te zien, de verf breekt als het ware open. (…)
- Op stijlen van openslaande deuren laagdikte metingen verricht. Hieruit blijkt dat er aan de onderzijde van de stijl onvoldoende is aangebracht, laagdikte is 100 mu (…)
- Er is te zien dat aan onderzijde de laagdikte naar beneden wegloopt. Het lijkt erop dat onder sommige stijlen geen verf zit
- Bij de openslaande deuren is te zien dat er veel zand en zaagsel resten tussen het DTS en de deuren is gewaaid (…)
- De gemeten vochtgehalte van deuren en kozijnen op verschillende plaatsen is tussen de 16% en 33% (…)
- Glas is niet afgekit aan kozijn zijde en de kopkant van gezaagde zijde zijn niet voorzien van een grondlaag (…)
Conclusie:
Het verfsysteem heeft goede hechting op het Iroko Kozijn. Echter op sommige onderzijde kozijnen, stijlen en deuren komt er onthechting voor. Aan de hand van manier waarop het grondverfsysteem er af komt kan men concluderen dat dit door vochtbelasting voortkomt. De vochtbelasting door de weersinvloeden die zich begin dit jaar hebben voorgedaan geholpen door het vasthouden van dit vocht door het vuil tussen dorpel/deur en op verbindingen hebben het grondverfsysteem aangetast. De manier van plaatsen van glas en glaslatten geeft in de toekomst onherroepelijk schade aan het verfsysteem.
[I] heeft als getuige verklaard het [F]-rapport te hebben opgemaakt en heeft daaraan onder meer toegevoegd:
Dat de kozijnen eind december zijn aangeleverd op de bouw en direct zijn geplaatst had ik vernomen van iemand van Dozy.
Een vochtpercentage tot 16% is goed. Daarboven is een zekere marge, maar een percentage boven 18% betekent dat er zoveel vocht in het hout zit, dat het verf wegdrukt.
Om mijn onderzoek te doen heb ik alle woningen van het project bekeken. Mij viel op dat de onthechting voornamelijk aan de westzijde van de woningen kon worden aangetroffen. Verder zat de onthechting vooral aan de onderkant van de deuren en stijlen. Het zat dan in de hoeken, niet midden op stijlen. De oppervlakte van de onthechting was hooguit ongeveer 5 cm².
Ik meld in mijn rapport dat de vochtbelasting met weersomstandigheden te maken heeft. Ik voeg daaraan toe dat er dat jaar veel sneeuw was gevallen die tegen woningen heeft aangelegen.
Nadat de kozijnen door de fabriek zijn afgeleverd moeten ze binnen een bepaalde tijd worden afgeschilderd. (…) Voor het moment van kitten bestaan richtlijnen. Er moet direct na het beglazen gekit worden. Direct betekent: niet pas na één of twee weken. Het punt is namelijk dat als er niet direct gekit word zich allerlei vuil kan ophopen zodat er geen dichte kitverbinding meer kan worden gemaakt. Ik heb zelf geconstateerd dat er ramen niet gekit waren en dat betekent dus dat er te laat is gekit. Op het moment dat ik mijn onderzoek deed was een gedeelte van de ramen al wel gekit.
Op een bouwplaats bevindt zich altijd veel zand en in Den Helder helemaal. Dat gaat overal tussen zitten. Zand houdt vocht vast. Ook daar ontstaat dan dus een extreme vochtbelasting die de verf niet kan weerstaan.
Ik constateerde verder dat de woningen niet geventileerd werden. Als er niet gekit is, betekent dat dat het vocht van binnenuit de woning door condensatie tussen glaslat en raamhout kan komen en daar ook voor problemen kan zorgen. Is er wel tijdig gekit, dan kunnen vuil en vocht geen problemen meer veroorzaken.
Als ik in het rapport spreek over de manier van plaatsen van glas en glaslatten bedoel ik, dat ik constateerde dat glaslatten ter plekke werden gezaagd maar de kopse kanten niet van een grondlaag werden voorzien. De kier die dan overblijft als glaslatten tegen elkaar worden gezet kan dan ook voor een vochtprobleem zorgen.
Op een vraag van mr. Schoo antwoord ik als volgt: het niet aanbrengen van de kitlaag en de vervuiling zijn de oorzaak van het loslaten van de verf.
Op vragen van mr. Klaver antwoord ik: de minimale laagdikte volgens concept II is 120mu. Ik blijf bij de conclusie die ik met betrekking tot de laagdikte die ik aantrof in het rapport heb getrokken; dat betekent dat op een specifieke plek inderdaad niet wordt voldaan aan concept II. De afwerkingtermijn onder concept II is 18 maanden. U houdt mij voor de verklaring die de heer [Z] als getuige heeft afgelegd op 6 juni 2012. In paragraaf 5 van zijn eigen verklaring geeft hij te kennen dat hij ook heeft gezien dat de verf heeft losgelaten op plaatsen waar helemaal geen kitwerk diende te worden aangebracht zoals op de stijlen van draairamen en aan de binnenzijde van kozijnen. Ook ik heb dat wel waargenomen. Op die plekken bestaat dan geen relatie met het ontbreken van kitwerk, maar heeft het loslaten een andere oorzaak die verband houdt met externe vochtbelasting, bijvoorbeeld vervuiling. (…)Op verzoek van de opdrachtgever ben ik nog een tweede maal naar het project gegaan om onderzoek te doen, toen vergezeld van een collega. Mijn collega had geen andere observaties dan ikzelf.
2.2.10Productie 4 bij inleidende dagvaarding is een brief van SKH d.d. 23 februari 2009 (ook: “het SKH-rapport”), waarin onder meer staat vermeld:
“Op verzoek van Wagenborgen Houtbeheer bv heeft onze heer [J] op dinsdag 10 februari 2009 een bezoek aan bovenvermeld werk gebracht. Dit bezoek had als doel de oorzaak van de verfonthechting op de kozijnen te achterhalen (…)
Tijdens dit bezoek zijn de volgende zaken door dhr. [J] vastgelegd:
Rondom de ontmoeting van stijl en onderdorpel van het kozijn worden sterk verhoogde houtvochtpercentages gemeten, oplopend tot 28%.
Op het schuine oppervlak van de onderdorpels zijn resten cq. sporen te zien van vervuiling door waarschijnlijk specieresten van het metselen. Op diverse plaatsen is ernstige en langdurige vervuiling van de onderdorpels geconstateerd.
Er is glas geplaatst in de ramen, deuren en kozijnen terwijl de topafdichting op de rugvulling pas na lange tijd wordt aangebracht zodat er op de rugvulling ernstige vervuiling kan optreden. Kitonthechting in de toekomst is hierdoor zeer waarschijnlijk, terwijl er ook verfschade kan ontstaan.
(…)
De bij concept II verplichte tijdelijke bescherming van de liggende delen is door certificaathouder los meegeleverd en in de eerst blokken niet fabrieksmatig aangebracht. Volgens afspraak, doch in strijd met de regels, zou de tijdelijke bescherming door de aannemer aangebracht worden. Niet bekend is wanneer en op welke wijze dit uitgevoerd is.
Uit de IKB rapportage van de certificaathouder blijkt dat het verwerkte Iroko een houtvochtpercentages tussen de 12 en 16 % had.
-
Door ernstige vervuiling op de onderdorpels, met name in de hoeken, heeft een langdurige vochtbelasting plaatsgevonden, waardoor de verflagen uiteindelijk in de hoeken zijn gaan verweken. Hierdoor kon er vocht opname in het hout en met name in de stijlen ontstaan, terwijl er ook vrij water tussen hout en verflaag ontstond. De vorstperiode in de afgelopen winter heeft de verflagen van het hout gedrukt waardoor het schade beeld zichtbaar is geworden.(…)
[J] heeft als getuige onder meer verklaard dat hij het SKH-rapport heeft geschreven en heeft daaraan toegevoegd:
De oppervlakte van de onthechtingen die ik heb aangetroffen was steeds circa maximaal 5 centimeter. Het vochtpercentage van hout moet onder de 20% zijn. 28% is dus veel te hoog. Wij noemen dat hout niet vochtig maar nat. (…). Wat ik rapporteer over de vervuiling die ik constateerde op de onderdorpels is een slechte situatie. Vuil is langdurig vochtig, en is daarmee zeer slecht voor zowel het hout als de verf. In dat verband is nog van belang dat deze bouw een open karakter had, en veel zandverplaatsingen plaatshadden. De vervuiling die ik aantrof was daar duidelijk langer dan een week. Een topafdichting was nog niet aangebracht en naar ik op de bouwplaats begreep was ook niet op korte termijn gepland. Er bestaat een praktijkrichtlijn ‘beglazen van gebouwen’’, de NPR3577. Is daaraan voldaan, wordt men geacht te hebben voldaan aan de norm NER3576. Volgens de NPR3577 moet de topafdichting zo spoedig mogelijk worden aangebracht. Dat betekend in de goede praktijk dezelfde dag of misschien enkele dagen later. Wat ik aantrof voldeed niet aan deze praktijkrichtlijn. (…)
Vanaf ongeveer 2007 zijn de “concepten” in het leven geroepen. Het gaat daarbij in wezen om het verdelen van verantwoordelijkheden. Bij concept I ligt de verantwoordelijkheid bij de aannemer, bij concept III bij de timmerfabrikant. Concept II ligt er in feite tussenin en geeft de timmerfabrikant meer verantwoordelijkheden dan gebruikelijk waren. Bij concept I is de aannemer verplicht om binnen 6 maanden af te lakken, bij concept II is dat 18 maanden. Bij concept II zijn er twee belangrijke aspecten: het aanbrengen van drie lagen (twee grondverflagen en 1 voorlaklaag) en de tijdelijke beschermingsmaatregelen. Onlosmakelijk onderdeel van concept II vormt tevens het treffen van een definitieve beschermingsmaatregel namelijk het aanbrengen van dorpelafdekker, ook wel neuslat genoemd. Die maatregelen (behoudens het aanbrengen van de dorpelafdekker: daar moet de aannemer voor zorgen) zijn de verantwoordelijkheid van de timmerfabrikant. Hij kan deze zelf aanbrengen, bijvoorbeeld fabrieksmatig, maar hij kan ook met de aannemer afspreken dat die ervoor zorgt. Ook in dat geval blijft het treffen van die maatregelen wel de verantwoordelijkheid van de timmerfabrikant. Met de zinsnede “doch in strijd met de regels” doel ik daar ook op. De aannemer mag uitvoeren maar de timmerfabrikant blijft verantwoordelijk. Dus als de tijdelijke bescherming ontbreekt, en dat was hier het geval, is de taak van de fabrikant om de aannemer daarop te wijzen. Stel dat de aannemer die maatregelen dan toch niet treft, dan zou de fabrikant aansprakelijkheid onder concept II moeten afwijzen. Hier was, als gezegd, geen bescherming terwijl die aangebracht moet zijn gedurende de ruwbouwfase. Het gaat er immers om, bescherming te leveren tegen vervuiling door de metselaar en de voeger. Het metselen had hier al plaatsgevonden, alleen het voegen moest nog gebeuren.
(…)
De tijdelijke bescherming wordt normaal gesproken weggehaald als het glas wordt geplaatst. (…) Het beglazen, kitten en weghalen van de tijdelijke bescherming vind kort op elkaar plaats. De vervuiling en het ontbreken van kit hebben een rol gespeeld bij het onthechten van de verf. In beide situaties is sprake van langdurige vochtbelasting. (…) Als de kitlaag ontbreekt dan word de rugvulling vervuild waardoor ook vochtproblemen optreden. Het past wat mij betreft geheel binnen het systeem van concept II als de timmerfabrikant, die constateert dat er nog niet gekit is, de aannemer daarop wijst. Als de timmerfabrikant vervolgens aansprakelijkheid afwijst als de aannemer de topafdichting niet aanbrengt, past dat wat mij betreft ook in het systeem van concept II.
(…) De gemiddelde laagdikte onder concept II is 120mu. (…) Ik ben van mening dat als er op een onderdeel van een kozijn bijvoorbeeld 100mu wordt gevonden, er niet per definitie niet aan concept II wordt voldaan. Het is immers een gemiddelde en als je op een aantal plaatsen meet moet er gemiddeld 120mu uitkomen. Als er op een gedeelte van het houtwerk helemaal geen verf zit, dan voldoet dat niet aan concept II. U houdt mij voor de verklaring van de heer [Z] (getuigenverklaring van 6 juni 2012) waar hij zegt te hebben gezien dat de verf ook losliet op plaatsen waar helemaal geen kitwerk diende te worden aangebracht, zoals op de stijlen van draairamen. Ik heb op de bouwlocatie de woningen alleen aan de buitenzijde bekeken. Als aan de binnenzijde ook onthechtingen hebben plaatsgevonden kan ook daar er maar 1 oorzaak zijn en dat is vocht. (…)
2.2.11[K] heeft als getuige onder meer verklaard:
Ik ben in dienst van SKH als inspecteur. SKH is een organisatie die door de houtindustrie in het leven is geroepen om een kwaliteitsniveau vast te stellen en te waarborgen. SKH maakt beoordelingsrichtlijnen en laat de naleving van deze richtlijnen door de bedrijven controleren door inspecteurs zoals ikzelf. (…) In het kader van mijn werkzaamheden bezoek ik bedrijven onaangekondigd om te controleren of zij aan bovenvermelde eisen voldoen. In dat verband heb ik Houtbewerking Wagenborgen sedert 2004 (sinds zij hun certificaat hebben) vier keer per jaar bezocht.
(…)
Concept 1 is een basisproduct. Het is een halffabricaat dat op de bouw twee keer afgeschilderd moet worden.
Concept 2 is ook een halffabricaat maar nu met een voorlaklaag: het moet één keer worden afgeschilderd op de bouw.
Concept 3 is een afgelakt beglaasd kozijn, dat wordt geleverd en geplaatst op de bouw door de timmerfabriek.
Bij concept 1 is het verder zo dat de bescherming van de liggende delen de verantwoordelijkheid is van de aannemer. Bij concept 2 is dat de verantwoordelijkheid van de timmerfabrikant. Bij de concepten 2 en 3 is verder een dorpelafdekker buiten verplicht.
(…) Om de concepten 2 en 3 te kunnen produceren moest een toetsing plaatsvinden. Dat is ook bij Houtbewerking Wagenborgen gebeurd. Die toetsing was positief verlopen alleen het duurde even voordat bij SKH een en ander administratief was verwerkt. Wij hebben hen toen al wel het groene licht gegeven om concept 2 te gaan toepassen. Dat betekent dat zij gecertificeerd mogen afleveren.
(…) Ik kan verklaren dat Houtbewerking Wagenborgen voldoet aan de BRL 0801 voor concept 2 voor wat betreft de applicatie van de verf en de beschermende maatregelen. (…) Houtbewerking Wagenborgen heeft vast wel eens een negatief punt gehad. (…). In het verleden, ergens tussen 2004 en 2008, hebben ze ook wel eens een afleververbod gehad. Dat was wegens openstaande verbindingen. Na herkeuring is het product weer vrijgegeven.
Op vragen van mr. Schoo antwoord ik als volgt:
U toont mij een set kleurenfoto’s die u bij brief van 10 oktober 2013 aan het Hof en aan mr. Klaver heeft gezonden en die volgens u het bewuste project betreffen.
(…)
Bladzijde 2:
Ik concludeer uit de onderste foto dat de dorpelbeschermers waren aangebracht, van aluminium karton. Ik zie ook dat deze gedeeltelijk zijn verwijderd; ik zie ze nog halverwege de deuren en bij de kozijnen. Dat maakt voor mij aannemelijk dat ze in de fabriek zijn aangebracht. Ik zie aan de onderzijde van de foto een losse dorpelbeschermer liggen en zie twee deuren zonder dorpelbescherming op de onderdorpel. Dat maakt voor mij aannemelijk dat ze op de bouwplaats zijn verwijderd.
(…)
Bladzijde 4:
Ik zie hier dat de ramen zijn beglaasd maar dat geen kitwerk is aangebracht. Als vervolgens vervuiling optreedt heeft dat nadelig effect op de hechting van de kit (…)
(…)
Op vragen van mr. Schoo antwoord ik als volgt:
U houdt mij voor productie 4 bij inleidende dagvaarding, de conclusie van SKH. Ik zeg u daarop het volgende. Naar aanleiding van de foto’s die ik heb gezien kan ik zeggen dat op basis van de vervuiling door cementresten, die alkalisch zijn, aantasting van de verflaag optreedt (verweking) waardoor vochtproblemen en het loslaten van verf kan ontstaan. Als SKH die conclusie trekt, kan ik me daar wel iets bij voorstellen. (…)
Op vragen van mr. Klaver antwoord ik als volgt:
Bij concept 2 hoort ook een minimale laagdikte van de verflaag. Die is op enig moment veranderd, het was 140 mu en is nadat de verf gecertificeerd werd 120 mu geworden. Het gaat hier om een gemiddelde verfdikte, met vastgelegde ondergrenzen. Dat betekent dat van de vijf metingen er één een lagere waarde mag geven, maar er moet wel een gesloten verflaag zijn. Dus een waarde van nul of tien mu is niet conform concept 2. Ik zou zegen dat vanaf ongeveer 100 mu er sprake is van een gesloten verflaag.
(…) Concept 2 geeft geen voorschriften voor het moment waarop, na beglazing, moet worden gekit. Maar volgens de verwerkingsvoorschriften die gelden voor de Nederlandse timmerindustrie moet dat direct gebeuren.