ECLI:NL:GHAMS:2014:328
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake begroting van declaratie in civiele zaak
In deze zaak, die voorligt bij het Gerechtshof Amsterdam, betreft het een hoger beroep inzake de begroting van een declaratie. De appellant, vertegenwoordigd door advocaat mr. E.M. Lieuw On, heeft in het verleden een tussenarrest ontvangen op 26 maart 2013. In dat arrest werd de appellant in de gelegenheid gesteld om de onherroepelijke resultaten van de begroting van zijn salaris door de Raad van Toezicht in het geding te brengen. De appellant heeft vervolgens een akte uitlaten na tussenarrest genomen en daarbij een productie overgelegd. De geïntimeerde, zonder vaste woon- of verblijfplaats, wordt vertegenwoordigd door advocaat mr. I.M.C.A. Reinders Folmer.
Tijdens de procedure heeft de appellant een brief overgelegd van de Amsterdamse Orde, waarin wordt aangegeven dat het dossier gereed zal worden gemaakt voor begroting. De appellant heeft aangegeven dat hij na deze brief niets meer van de Raad van Toezicht heeft vernomen en verzoekt om uitstel om de gevraagde gegevens te kunnen overleggen. Het hof heeft, omdat de geïntimeerde niet heeft betwist dat de mededeling van de appellant juist is, besloten om de appellant wederom een uitstel van een half jaar te verlenen.
De beslissing van het hof houdt in dat de zaak wordt verwezen naar de rol van 12 augustus 2014, waar de appellant de gevraagde gegevens moet overleggen, waarna de geïntimeerde daarop zal mogen reageren. Het hof houdt iedere verdere beslissing aan, wat betekent dat de zaak nog niet definitief is afgedaan. Dit arrest is uitgesproken in het openbaar op 11 februari 2014.