ECLI:NL:GHAMS:2014:3217
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- S.F. Schütz
- J.C. Toorman
- J.E. Molenaar
- Rechtspraak.nl
Huur woonruimte; verhuur kamer aan student; beoordeling huurovereenkomst naar aard van korte duur
In deze zaak gaat het om een hoger beroep dat [appellante] heeft ingesteld tegen een vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Amsterdam, gewezen op 17 februari 2014. [appellante] had van 1 september 2012 tot 1 september 2013 een onzelfstandige woonruimte gehuurd van [geïntimeerde] voor een huurprijs van € 236,- per maand. De huurcommissie heeft op 12 augustus 2013 geoordeeld dat deze huurprijs niet redelijk was en heeft een huurprijs van € 116,92 per maand vastgesteld. De kantonrechter heeft in zijn vonnis geoordeeld dat de huurcommissie [appellante] ten onrechte ontvankelijk heeft geacht in haar verzoek, omdat de huurovereenkomst naar zijn aard van korte duur was. In reconventie heeft de kantonrechter [geïntimeerde] veroordeeld tot terugbetaling van € 297,50 aan [appellante] wegens onverschuldigd betaalde bemiddelingskosten.
In het hoger beroep heeft [appellante] grieven aangevoerd en verzocht om vernietiging van het bestreden vonnis, met de stelling dat [geïntimeerde] niet-ontvankelijk verklaard moet worden in haar vorderingen. [geïntimeerde] heeft in een incidentele memorie gevorderd dat [appellante] niet-ontvankelijk wordt verklaard in het hoger beroep, onder verwijzing naar het appelverbod in artikel 7:262 lid 2 BW. Het hof heeft echter geoordeeld dat [appellante] in het hoger beroep kan worden ontvangen, omdat zij heeft gesteld dat de kantonrechter buiten het toepassingsbereik van de relevante artikelen is getreden.
Het hof heeft de incidentele vordering van [geïntimeerde] afgewezen en de zaak verwezen naar de rol voor het nemen van een memorie van antwoord door [geïntimeerde]. De beslissing over de proceskosten in het incident is aangehouden tot het eindarrest in de hoofdzaak. Dit arrest is gewezen door de meervoudige burgerlijke kamer van het Gerechtshof Amsterdam op 22 juli 2014.