Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Ontstaan en loop van het geding
Bij gelijktijdig genomen beschikkingen is € 385 aan heffingsrente in rekening gebracht en is een verzuimboete van € 226 opgelegd.
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen een aanslag in de inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen (IB/PVV) voor het jaar 2009. De belanghebbende, [X], heeft geen aangifte gedaan, ondanks herhaalde uitnodigingen van de Belastingdienst. De inspecteur heeft daarop ambtshalve een aanslag opgelegd, gebaseerd op een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 35.000. De rechtbank heeft het beroep van de belanghebbende ongegrond verklaard, waarna het hoger beroep bij het Gerechtshof Amsterdam is ingediend.
De belanghebbende heeft in hoger beroep betoogd dat de aanslag onjuist is, maar het Hof oordeelt dat hij niet de vereiste (zware) bewijslast heeft geleverd. De rechtbank heeft vastgesteld dat de belanghebbende niet tijdig aangifte heeft gedaan en dat de bewijslast is omgekeerd en verzwaard. Het Hof bevestigt de bevindingen van de rechtbank en concludeert dat de aanslag berust op een redelijke schatting, gezien de beschikbare gegevens over het inkomen van de belanghebbende.
Het Hof heeft de belanghebbende ter zitting gehoord en heeft geen aanleiding gezien om de behandeling van de zaak aan te houden, ondanks het feit dat er navorderingsaanslagen voor eerdere jaren zijn opgelegd. De belanghebbende heeft niet overtuigend aangetoond dat de gegevens die de inspecteur heeft gebruikt voor de aanslag onjuist zijn. De slotsom is dat het hoger beroep ongegrond is en de uitspraak van de rechtbank wordt bevestigd.