In deze zaak heeft de Ondernemingskamer van het Gerechtshof Amsterdam op 24 juli 2014 een beschikking gegeven waarin een kennelijke fout in een eerdere beschikking van 11 juli 2014 werd hersteld. De Ondernemingskamer had geconstateerd dat het onderschrift van de beschikking van 11 juli 2014 niet correct was. De secretaris van de Ondernemingskamer had op 16 juli 2014 de betrokken partijen geïnformeerd over het voornemen om deze fout te herstellen, en hen de gelegenheid gegeven om hun mening te geven over dit voornemen. De advocaten van de betrokken partijen hebben aangegeven geen bezwaar te hebben tegen het voorgenomen herstel.
De Ondernemingskamer heeft vervolgens de beschikking van 11 juli 2014 verbeterd, waarbij het juiste onderschrift werd vastgesteld. Dit onderschrift vermeldde de namen van de rechters en raden die betrokken waren bij de uitspraak, evenals de griffiers die aanwezig waren tijdens de openbare terechtzitting. De Ondernemingskamer verklaarde de verbeterde beschikking uitvoerbaar bij voorraad, wat betekent dat de beschikking onmiddellijk effect heeft, ondanks eventuele rechtsmiddelen die tegen de beschikking kunnen worden aangewend.
Deze beslissing benadrukt het belang van nauwkeurigheid in juridische documenten en de mogelijkheid voor rechters om fouten te corrigeren in het belang van de rechtsgang. De Ondernemingskamer heeft hiermee niet alleen de fout hersteld, maar ook de rechtszekerheid voor de betrokken partijen gewaarborgd.