ECLI:NL:GHAMS:2014:3201

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
8 juli 2014
Publicatiedatum
12 augustus 2014
Zaaknummer
200.132.408 OK
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Ondernemingsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot overdracht van aandelen op grond van artikel 2:92a BW in een uitkoopprocedure

In deze zaak, behandeld door de Ondernemingskamer van het Gerechtshof Amsterdam, hebben de eiseressen, Ztratos Holding B.V. en QMULUS N.V., Capita IRG Trustees (Nominees) Limited gedagvaard. De eiseressen vorderden de overdracht van de door Capita Nominees gehouden aandelen in QMULUS op basis van artikel 2:92a van het Burgerlijk Wetboek. De eiseressen stelden dat Capita Nominees geen ernstige schade zou lijden door de overdracht van de aandelen en dat de aandelen een waarde vertegenwoordigen van GBP 0,30 per stuk. Capita Nominees heeft echter geen gemotiveerd verweer gevoerd tegen de vorderingen van de eiseressen en zich gerefereerd aan het oordeel van de Ondernemingskamer over de prijs van de aandelen.

De Ondernemingskamer heeft vastgesteld dat de vorderingen van de eiseressen voldoen aan de vereisten van artikel 2:92a BW, aangezien Capita Nominees geen verweer heeft gevoerd. De Ondernemingskamer heeft echter ook opgemerkt dat er geen aanleiding is voor het bevelen van een deskundigenbericht, maar dat Capita Nominees in de gelegenheid wordt gesteld om haar standpunt nader te bepalen. De beslissing van de Ondernemingskamer houdt in dat zij verdere beslissingen aanhoudt en Capita Nominees de kans biedt om op de rol van 5 augustus 2014 zich bij akte nader uit te laten.

Dit arrest is gewezen op 8 juli 2014 door een meervoudige kamer, bestaande uit de voorzitter en twee raadsheren, en is openbaar uitgesproken. De zaak betreft belangrijke juridische principes rondom de overdracht van aandelen en de rechten van minderheidsaandeelhouders in een uitkoopprocedure.

Uitspraak

arrest
___________________________________________________________________
GERECHTSHOF AMSTERDAM
ONDERNEMINGSKAMER
zaaknummer: 200.132.408/01 OK
arrest van de Ondernemingskamer van 8 juli 2014
inzake
1. de naamloze vennootschap
QMULUS N.V.,
gevestigd te Den Haag,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
ZTRATOS HOLDING B.V., voorheen Ztratos B.V.,
gevestigd te Den Haag,
EISERESSEN,
advocaat:
mr. J.Ph. de Korte, kantoorhoudende te Amsterdam,
t e g e n
de vennootschap naar het recht van het Verenigd Koninkrijk
CAPITA IRG TRUSTEES (NOMINEES) LIMITED,
gevestigd te Beckenham, Kent (Verenigd Koninkrijk)
GEDAAGDE,
advocaat:
mr. W. de Jong, kantoorhoudende te Amsterdam.

1.Het verloop van het geding

1.1
Eiseressen worden hierna gezamenlijk aangeduid als Ztratos Holding c.s. en afzonderlijk als Qmulus respectievelijk Ztratos Holding. Gedaagde wordt hierna Capita Nominees genoemd.
1.2
Ztratos Holding c.s. hebben bij exploot van 2 mei 2013 Capita Nominees gedagvaard en gevorderd - na wijziging van eis - om bij arrest, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad Capita Nominees te veroordelen om de door haar gehouden aandelen in het kapitaal van Qmulus op grond van artikel 2:92a BW onbezwaard over te dragen aan Ztratos Holding tegen betaling door Ztratos Holding van de prijs van GBP 0,30 per aandeel dan wel een door de Ondernemingskamer te bepalen bedrag, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf een door de Ondernemingskamer in goede justitie te betalen datum tot het moment van voldoening, kosten rechtens.
1.3
Capita Nominees heeft bij conclusie van antwoord geconcludeerd geen verweer te voeren tegen de vorderingen van Ztratos Holding c.s., zich gerefereerd aan het oordeel van de Ondernemingskamer ten aanzien van de vast te stellen prijs voor de aandelen en verzocht Ztratos Holding c.s. te veroordelen in de kosten van de procedure.
1.4
Ten slotte hebben partijen op 21 januari 2014 de stukken van het geding overgelegd en arrest gevraagd.

2.De gronden van de beslissing

2.1
Ztratos Holding c.s. hebben gesteld dat:
- het geplaatste kapitaal van Qmulus € 3.189.362,26 bedraagt en verdeeld is in 159.468.113 aandelen met een nominale waarde van € 0,02;
- Ztratos Holding daarvan 156.113.733 aandelen ofwel (afgerond) 97,90% houdt;
- Qmulus 2.062.085 aandelen in haar eigen kapitaal houdt;
- Capita Nominees de overige (1.292.295) geplaatste aandelen in het kapitaal van Qmulus houdt;
- Capita Nominees geen ernstige stoffelijke schade zal lijden door de overdracht, Ztratos Holding c.s. geen afstand hebben gedaan van de bevoegdheid de onderhavige vordering in te stellen, noch statutair bijzondere rechten inzake de zeggenschap in de vennootschap zijn verbonden aan de aandelen van Capita Nominees;
- elk van de aandelen een waarde vertegenwoordigt van GBP 0,30.
2.2
Capita Nominees heeft zonder nadere motivering de juistheid van alle stellingen van Ztratos Holding c.s. ontkend en betwist. Dit betekent dat zij geen (behoorlijk gemotiveerd) verweer tegen de stellingen van Ztratos Holding c.s. heeft gevoerd, zodat de Ondernemingskamer van de juistheid van die stellingen dient uit te gaan. Daarmee staat - behoudens het navolgende - vast, dat de op die stellingen gegronde vordering aan de vereisten van artikel 2:92a BW voldoet.
2.3
Capita Nominees heeft nog aangevoerd dat zij de aandelen “als lijdelijke bewaarder” houdt voor houders van door een met haar verbonden rechtspersoon uitgegeven
depositary interests, die naar “Nederlandse verhoudingen” als economisch gerechtigden moeten worden aangemerkt. Volgens Capita Nominees is zij noch voormelde rechtspersoon gelet op de bepalingen die voormelde uitgifte beheersen bevoegd de aandelen over te dragen anders dan op basis van een
compulsory purchase and similar notice. De Ondernemingskamer begrijpt Capita Nominees aldus, dat zij gemeend heeft zich in de procedure te moeten stellen met het oog op de behartiging van de belangen van de houders van
depositary interests. Dat brengt de Ondernemingskamer niet tot een ander oordeel.
2.4
Naar het oordeel van de Ondernemingskamer is er bij deze stand van zaken geen plaats voor het bevelen van een deskundigenbericht.
2.5
Ofschoon in de onderhavige zaak - anders dan in het hierna vermelde arrest - de gezamenlijke andere aandeelhouders (in dit geval Capita Nominees) zijn verschenen en er, zoals hiervoor is overwogen, geen reden is om ambtshalve te treden in de door Ztratos Holding c.s. gestelde prijs, houdt de Ondernemingskamer rekening met de mogelijkheid dat Capita Nominees is afgegaan op het arrest van de Ondernemingskamer van 15 juli 1999 (JOR 1999, 199) en is uitgegaan van de veronderstelling dat de Ondernemingskamer ook in een zaak als hier aan de orde ten aanzien van de prijs ambtshalve nader onderzoek zal doen. In die zaak heeft de Ondernemingskamer immers overwogen dat de Ondernemingskamer in een uitkoopprocedure:

zelfstandig de prijs van de uit te kopen aandelen bepaalt. Reeds de omstandigheid dat een administratiekantoor gedaagde is, kan aanleiding geven bij de bepaling van de prijs in het bijzonder deugdelijke motivering dienaangaande van een eiser(es) te vergen, te meer in een geval waarin het administratiekantoor in het geding niet verschijnt en mitsdien geen verweer voert.
2.6
Teneinde misverstand op dit punt uit te sluiten zal de Ondernemingskamer Capita Nominees in de gelegenheid stellen haar standpunt gelet op het voorgaande nader te bepalen.
2.7
De Ondernemingskamer zal iedere verdere beslissing aanhouden.

3.De beslissing

De Ondernemingskamer:
stelt Capita Nominees in de gelegenheid op de rol van 5 augustus 2014 zich bij akte nader uit te laten, zoals overwogen in rechtsoverweging 2.6 hiervoor;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit arrest is gewezen door mr. P. Ingelse, voorzitter, mr. A.M.L. Broekhuijsen-Molenaar en
mr. E.A.G. van der Ouderaa, raadsheren, en drs. P.R. Baart en drs. J. van den Belt, raden, in tegenwoordigheid van mr. R. Verheggen, griffier, en door de rolraadsheer in het openbaar uitgesproken op 8 juli 2014.