In deze zaak gaat het om een verzoek tot wijziging van een Fins rechtbankvonnis waarbij de vrouw alleen is belast met het gezag over hun minderjarige dochter. De vrouw is in hoger beroep gekomen van een beschikking van de kinderrechter in de rechtbank Noord-Holland, waarin is bepaald dat de ouders gezamenlijk belast worden met het gezag over de minderjarige. De vrouw en de man zijn in 2005 gehuwd in Canada en hebben in 2006 een dochter gekregen. Na de echtscheiding in Finland in 2009 is het gezag aan de vrouw toegewezen. De man heeft in 2008 het gezin verlaten en sindsdien heeft er geen omgang plaatsgevonden tussen hem en de dochter, met uitzondering van een begeleid omgangsmoment in 2013. De vrouw heeft aangevoerd dat de man haar en de dochter in het verleden seksueel heeft misbruikt, wat de communicatie en omgang tussen hen bemoeilijkt. Het hof heeft de situatie beoordeeld en vastgesteld dat er onvoldoende basis is voor gezamenlijk gezag, gezien de communicatieproblemen en de angst van de dochter voor de man. Het hof heeft geoordeeld dat het in het belang van de minderjarige is dat de vrouw alleen met het gezag blijft belast, om te voorkomen dat de dochter klem of verloren raakt tussen de ouders. De bestreden beschikking is vernietigd en het verzoek van de man om gezamenlijk gezag is afgewezen.