ECLI:NL:GHAMS:2014:3159
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Ontheffing van het gezag over een minderjarige in het kader van een uithuisplaatsing
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 27 mei 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep over de ontheffing van het gezag van de moeder over haar minderjarige kind. De moeder, appellante, was in hoger beroep gegaan tegen de beslissing van de Raad voor de Kinderbescherming, die had geadviseerd om haar het gezag te ontnemen. Het hof verwijst naar eerdere beschikkingen en het onderzoek dat is uitgevoerd door de Raad. Tijdens een hoorzitting op 20 maart 2014 is de minderjarige gehoord door de raadsheer-commissaris, waarna partijen de gelegenheid kregen om te reageren op het verslag van deze hoorzitting. Het hof concludeert dat de moeder niet in staat is om de zorg en opvoeding van de minderjarige te vervullen, mede gezien de problematiek van de minderjarige, die onder andere ADHD heeft en in een pleeggezin verblijft. De moeder heeft weliswaar stappen ondernomen om haar situatie te verbeteren, maar het hof oordeelt dat dit niet voldoende is om aan te nemen dat zij op korte termijn in staat zal zijn om de benodigde zorg te bieden. Het hof benadrukt dat het belang van de minderjarige voorop staat en dat de huidige opvoedingssituatie bij de pleegmoeder de beste optie is voor zijn ontwikkeling. De ontheffing van het gezag wordt dan ook bekrachtigd, waarbij het hof de beslissing van de eerste aanleg bevestigt.