ECLI:NL:GHAMS:2014:3097
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- A.R. Sturhoofd
- C.E. Buitendijk
- J.A. van Keulen
- Rechtspraak.nl
Benoeming curator voor geestelijk gehandicapte zoon en verzet van de moeder
In deze zaak gaat het om de benoeming van een curator voor de geestelijk gehandicapte zoon van de appellante, de vrouw. De vrouw is in hoger beroep gekomen tegen een beschikking van de kantonrechter die haar zoon, met ingang van zijn 18e verjaardag, onder curatele heeft gesteld wegens een geestelijke stoornis. De curator, R.E. Davidson, is benoemd door de rechtbank, maar de vrouw verzet zich tegen deze benoeming en verzoekt dat zijzelf of een andere bloedverwant tot curator wordt benoemd. De William Schrikker Stichting (WSS) en de curator verzetten zich tegen dit verzoek en pleiten voor het behoud van de huidige situatie, waarbij de zoon in een AWBZ-voorziening verblijft.
Tijdens de zitting in hoger beroep heeft de vrouw verklaard dat zij geen bezwaar heeft tegen de ondercuratelestelling van haar zoon, maar wel tegen de benoeming van de heer Davidson als curator. Zij stelt dat de familie niet op de hoogte wordt gehouden van beslissingen over het welzijn van haar zoon en dat er een gebrek aan vertrouwen is in de huidige curator. De WSS en de curator wijzen echter op de problematische samenwerking met de vrouw en haar familie in het verleden, en vrezen dat de benoeming van een familielid als curator niet in het belang van de zoon zou zijn.
Het hof overweegt dat, hoewel de vrouw in het verleden heeft aangegeven dat haar zoon bij haar thuis zou moeten wonen, zij nu lijkt te accepteren dat dit niet mogelijk is. Het hof concludeert dat de benoeming van de vrouw of een andere bloedverwant tot curator risico's met zich meebrengt voor de zorg en het welzijn van de zoon. De huidige curator heeft zijn taken naar behoren uitgevoerd en er zijn geen aanwijzingen dat hij ongeschikt is. Het hof bekrachtigt daarom de beschikking van de kantonrechter en wijst het verzoek van de vrouw af.