ECLI:NL:GHAMS:2014:3051
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Vernietiging leaseovereenkomst op grond van artikel 1:88/89 BW in het kader van effectenlease
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 15 juli 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep over de vernietiging van een leaseovereenkomst tussen Dexia Nederland B.V. en een particuliere cliënt, aangeduid als [geïntimeerde]. De zaak betreft de vraag of de echtgenoot van [geïntimeerde] recht had om de leaseovereenkomst te vernietigen op basis van artikel 1:88 en 1:89 van het Burgerlijk Wetboek. De rechtbank had eerder geoordeeld dat de echtgenoot van [geïntimeerde] niet tijdig op de hoogte was van de leaseovereenkomst, waardoor de vordering tot vernietiging was toegewezen. Dexia ging in hoger beroep en stelde dat de echtgenoot van [geïntimeerde] meer dan drie jaar voor de buitengerechtelijke verklaring tot vernietiging op de hoogte was van de leaseovereenkomst. Het hof oordeelde echter dat Dexia niet voldoende bewijs had geleverd om deze stelling te onderbouwen. De kantonrechter had de getuigenverklaringen van de echtelieden gehoord en geconcludeerd dat er geen bewijs was dat de echtgenoot eerder op de hoogte was van de leaseovereenkomst. Het hof bevestigde het oordeel van de kantonrechter en wees de vordering van Dexia tot terugbetaling van eerder betaalde bedragen af. Dexia werd veroordeeld in de kosten van het geding in het principaal hoger beroep.