Uitspraak
Onderzoek van de zaak
Tenlastelegging
hij op of omstreeks 15 maart 2011 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening weg te nemen één of meer geldbedrag(en), geheel of ten dele toebehorende aan de ETOS (perceel [straatnaam]), in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), en daarbij die voorgenomen diefstal te doen voorafgaan, te doen vergezellen en/of te doen volgen van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2], te plegen met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan (een) andere deelnemer(s) aan dat misdrijf de vlucht mogelijk te maken en/of het bezit van het gestolene te verzekeren, met een of meer van zijn mededader(s), althans alleen, naar voornoemde [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 2] is toegegaan waarna hij, verdachte en/of zijn mededader(s) een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, aan voornoemde [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] heeft/hebben getoond en/of voorgehouden en/of (vervolgens) een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, tegen het hoofd van voornoemde [slachtoffer 1] heeft/hebben gezet en/of (vervolgens) de navolgende woorden heeft/hebben geuit: "Maak de kluis open" en/of "Moet ik je anders voor je kop schieten", althans (telkens) woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking en/of (vervolgens) voornoemde [slachtoffer 2] eenmaal of meermalen (met kracht) bij zijn nek heeft/hebben vastgepakt en/of vastgehouden en/of (vervolgens) tegen de grond heeft/hebben geduwd;
hij op of omstreeks 01 mei 2012 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, één of meer (vuur)wapen(s) van categorie III, te weten een alarm-/startpistool, voorhanden heeft gehad.
Vonnis waarvan beroep
Bewezenverklaring
hij op 15 maart 2011 te Amsterdam, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening weg te nemen een geldbedrag, toebehorende aan de ETOS (perceel [straatnaam]), en daarbij die voorgenomen diefstal te doen voorafgaan en te doen vergezellen van geweld en bedreiging met geweld tegen [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2], te plegen met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, met zijn mededader naar voornoemde [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] is toegegaan waarna hij, verdachte en zijn mededader een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, aan voornoemde [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] hebben getoond en voorgehouden en een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, tegen het hoofd van voornoemde [slachtoffer 1] hebben gezet en vervolgens de navolgende woorden hebben geuit: "Maak de kluis open" en "Moet ik je anders voor je kop schieten", en voornoemde [slachtoffer 2] meermalen tegen de grond hebben geduwd;
hij op 1 mei 2012 te Amsterdam een wapen van categorie III, te weten een alarm-/startpistool, voorhanden heeft gehad.
Bespreking van verweren en bewijsoverweging
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straffen en maatregelen
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 2]
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1]
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
werkstrafvoor de duur van
160 (honderdzestig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
80 (tachtig) dagen jeugddetentie.
1 (één) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
222 (tweehonderdtweeëntwintig) dagen.
200 (tweehonderd) dagen,niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
1 (één) jaaraan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 2]
€ 1.400,00 (duizend vierhonderd euro) ter zake van immateriële schadeen veroordeelt de verdachte die, evenals zijn mededader, hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is, met dien verstande dat indien en voor zover de een aan zijn betalingsverplichting heeft voldaan, de ander daarvan in zoverre zal zijn bevrijd, om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
€ 700,00 (zevenhonderd euro) als vergoeding voor immateriële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
14 (veertien) dagen jeugddetentie, met dien verstande dat de toepassing van die jeugddetentie de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1]
€ 1.685,48 (duizend zeshonderdvijfentachtig euro en achtenveertig cent) bestaande uit € 15,48 (vijftien euro en achtenveertig cent) materiële schade en € 1.670,00 (duizend zeshonderdzeventig euro) immateriële schadeen veroordeelt de verdachte die, evenals zijn mededader, hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is, met dien verstande dat indien en voor zover de een aan zijn betalingsverplichting heeft voldaan, de ander daarvan in zoverre zal zijn bevrijd, om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
€ 842,74 (achthonderdtweeënveertig euro en vierenzeventig cent) bestaande uit € 7,74 (zeven euro en vierenzeventig cent) materiële schade en € 835,00 (achthonderdvijfendertig euro) immateriële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
16 (zestien) dagen jeugddetentie, met dien verstande dat de toepassing van die jeugddetentie de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.