ECLI:NL:GHAMS:2014:2925

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
20 maart 2014
Publicatiedatum
24 juli 2014
Zaaknummer
23-000200-14
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep inzake diefstal en poging tot diefstal met meerdere mededaders

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 20 maart 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Noord-Holland. De verdachte, geboren in 1995, was aangeklaagd voor meerdere diefstallen en pogingen tot diefstal, gepleegd op 29 augustus 2013 in Purmerend. De tenlastelegging omvatte diefstal uit een clubgebouw van een tennisvereniging, een sportschool, een school en een woning. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte samen met anderen betrokken was bij deze misdrijven, waarbij gebruik werd gemaakt van braak en inklimming. De rechtbank had de verdachte eerder veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van vier maanden en een schadevergoeding aan de benadeelde partij van € 2.500,-. In hoger beroep heeft de advocaat-generaal een werkstraf en een voorwaardelijke gevangenisstraf geëist. Het hof heeft de eerdere veroordeling vernietigd en de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van twee maanden, die niet ten uitvoer zal worden gelegd, en een werkstraf van 140 uren. Tevens zijn er bijzondere voorwaarden opgelegd, waaronder meldplicht bij de reclassering en deelname aan elektronische controle. De vordering van de benadeelde partij is gedeeltelijk toegewezen, waarbij de verdachte hoofdelijk aansprakelijk is voor de schadevergoeding van € 2.500,-. Het hof heeft de proeftijd van een eerdere voorwaardelijke straf verlengd en de verdachte is in zijn strafbaarheid bevestigd.

Uitspraak

parketnummer: 23-000200-14
datum uitspraak: 20 maart 2014
TEGENSPRAAK
Verkort arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Noord-Holland van 19 december 2013 in de strafzaak onder de parketnummers 15-706236-13 en 15-750094-12 (TUL) tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1995,
adres: [adres].

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 6 maart 2014, en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en diens raadsman naar voren is gebracht.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd dat
1:
hij op of omstreeks 29 augustus 2013 te Purmerend tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit het clubgebouw van de tennisvereniging Anonymus (gelegen aan de [straatnaam 1]) heeft weggenomen een hoeveelheid geld, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan voornoemde tennisvereniging, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming (door de ruit van de nooddeur en/of de ruit van de bestuurskamer van voornoemd clubgebouw (met een steen, althans een hard voorwerp) in te slaan/in te gooien);
2:
hij op of omstreeks 29 augustus 2013 te Purmerend ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit sportschool Back to Basic (gelegen aan [straatnaam 2]) weg te nemen een hoeveelheid geld, in elk geval enig(e) goed(eren), geheel of ten dele toebehorende aan voornoemde sportschool, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) en zich daarbij de toegang tot voornoemde sportschool te verschaffen en/of die/dat weg te nemen geld en/of goed(eren) onder zijn/hun bereik te brengen door middel van braak, verbreking en/of inklimming, met een of meer van zijn mededader(s), althans alleen naar voornoemde sportschool is gegaan en/of (vervolgens) met een (bak)steen de ruit van de nooddeur ingeslagen/ingegooid en/of (vervolgens) getracht de kluis open te breken, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
3:
hij op of omstreeks 29 augustus 2013 te Purmerend ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een school(gebouw) te weten Scholengemeenschap Antoni Gaudi (gelegen aan de [straatnaam 3]) weg te nemen goederen en/of geld , geheel of ten dele toebehorende aan Scholengemeenschap Antoni Gaudi, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) en zich daarbij de toegang tot het schoolgebouw te verschaffen en/of die/dat weg te nemen goederen en/of geld onder zijn/hun bereik te brengen door middel van braak, verbreking en/of inklimming, met een of meer van zijn mededader(s), althans alleen naar voornoemde Scholengemeenschap is gegaan en/of (vervolgens) heeft/hebben geprobeerd om meerdere ramen en/of deuren te forceren en/of open te breken en/of een ruit/ raam bij de nooduitgang in te slaan en/of in te trappen en/of in te gooien, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
4:
hij op of omstreeks 29 augustus 2013 te Purmerend tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een woning (gelegen aan de [straatnaam 4]) heeft weggenomen een (mobiele)telefoon, laptop, (gouden) sieraad (broche) en/of een handtas met inhoud te weten een portemonnee met bankpas(sen) en/of een geldbedrag, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven, omdat het hof tot een andere beslissing komt dan de rechtbank.

Bewezenverklaring

Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1, 2, 3 en 4 ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
1:
hij op 29 augustus 2013 te Purmerend tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit het clubgebouw van tennisvereniging Anonymus, gelegen aan de [straatnaam 1], heeft weggenomen een hoeveelheid geld, toebehorende aan voornoemde tennisvereniging, waarbij verdachte en zijn mededader zich de toegang tot de plaats des misdrijfs hebben verschaft door middel van braak, door de ruit van de bestuurskamer van voornoemd clubgebouw met een steen in te slaan/in te gooien;
2:
hij op 29 augustus 2013 te Purmerend ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit sportschool Back to Basic, gelegen aan [straatnaam 2], weg te nemen een hoeveelheid geld, in elk geval enige goederen, toebehorende aan voornoemde sportschool, en zich daarbij de toegang tot voornoemde sportschool te verschaffen en/of die/dat weg te nemen geld en/of goed(eren) onder hun bereik te brengen door middel van braak, met zijn mededader naar voornoemde sportschool is gegaan en met een steen de ruit van de nooddeur heeft ingeslagen/ingegooid en vervolgens getracht de kluis open te breken, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
3:
hij op 29 augustus 2013 te Purmerend ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een schoolgebouw, te weten Scholengemeenschap Antoni Gaudi, gelegen aan de [straatnaam 3], weg te nemen goederen en/of geld , toebehorende aan Scholengemeenschap Antoni Gaudi, en zich daarbij de toegang tot het schoolgebouw te verschaffen of die/dat weg te nemen goederen en/of geld onder hun bereik te brengen door middel van braak, met zijn mededader naar voornoemde Scholengemeenschap is gegaan en vervolgens heeft geprobeerd om meerdere ramen te forceren en een ruit bij de nooduitgang in te slaan, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
4:
hij op 29 augustus 2013 te Purmerend tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een woning gelegen aan de [straatnaam 4] heeft weggenomen een mobiele telefoon, een laptop, een sieraad en een handtas met inhoud, te weten een portemonnee met bankpassen, toebehorende aan [benadeelde], waarbij verdachte en/of zijn mededader zich de toegang tot de plaats des misdrijfs hebben verschaft door middel van inklimming.
Hetgeen onder 1, 2, 3 en 4 meer of anders is ten laste gelegd, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
Het hof grondt zijn overtuiging dat de verdachte het onder 1, 2, 3 en 4 bewezen verklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat.

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het onder 1, 2, 3 en 4 bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het onder 1 bewezen verklaarde levert op:
Diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak.
Het onder 2 en 3 bewezen verklaarde levert op:
telkens:
Poging tot diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak.
Het onder 4 bewezen verklaarde levert op:
Diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van inklimming.

Strafbaarheid van de verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte ten aanzien van het onder 1, 2, 3 en 4 bewezen verklaarde uitsluit, zodat de verdachte strafbaar is.

Oplegging van straffen en maatregel

De rechtbank Noord-Holland heeft de verdachte voor het hem onder 1, 2, 3 en 4 ten laste gelegde veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 4 maanden, met aftrek van voorarrest. Voorts heeft de rechtbank de vordering van de benadeelde partij hoofdelijk toegewezen tot een bedrag van € 2.500,-, met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel, en de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering verklaard. Voorts heeft de rechtbank de proeftijd verlengd van de in de zaak met parketnummer 15/750094/13 voorwaardelijk opgelegde jeugddetentie voor de duur van 41 dagen, voor de duur van één jaar. Tevens heeft de rechtbank het reeds geschorste bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte opgeheven.
Tegen voormeld vonnis is door de verdachte hoger beroep ingesteld.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte voor het hem onder 1, 2, 3 en 4 ten laste gelegde zal worden veroordeeld tot een werkstraf voor de duur van 180 uren, subsidiair 90 dagen gevangenisstraf, met aftrek van voorarrest, en tot een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van één maand, onder de bijzondere voorwaarden zoals weergegeven in het rapport van de reclassering van 21 februari 2014. Voorts heeft de advocaat-generaal gevorderd dat de vordering van de benadeelde partij hoofdelijk zal worden toegewezen tot een bedrag van € 2.500,-, met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel, en dat de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering zal worden verklaard. Tevens heeft de advocaat-generaal gevorderd dat de proeftijd van de in de zaak met parketnummer 15/750094/13 voorwaardelijk opgelegde jeugddetentie voor de duur van 41 dagen, zal worden verlengd voor de duur van één jaar.
Het hof heeft in hoger beroep de op te leggen straffen en maatregel bepaald op grond van de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en gelet op de persoon en de draagkracht van de verdachte.
Het hof heeft daarbij in het bijzonder het volgende in beschouwing genomen.
De verdachte heeft zich samen met een ander in de nacht van 29 augustus 2013 in Purmerend schuldig gemaakt aan een inbraak in het clubgebouw van een tennisvereniging, waarbij zij een ruit hebben ingeslagen en uit een spaarvarkentje voor de jeugd ongeveer tien euro aan muntjes hebben weggenomen. Voorts heeft de verdachte zich samen met een ander in diezelfde nacht schuldig gemaakt aan twee pogingen tot diefstal, bij een sportschool door een ruit in te slaan en binnen proberen een kluis open te breken, hetgeen veel schade heeft veroorzaakt, en bij een scholengemeenschap door verschillende ramen te forceren dan wel in te slaan. Het hof rekent het de verdachte aan dat hij de (pogingen tot) inbraak heeft gedaan op plekken waar volwassenen en jeugdigen plezier aan sport beleven en naar school gaan, hetgeen het gevoel van veiligheid aantast en veel hinder en onrustgevoelens voor de benadeelden veroorzaakt.
Daarnaast heeft de verdachte zich in diezelfde nacht samen met een ander schuldig gemaakt aan een woninginbraak. Door woninginbraken wordt materiële schade toegebracht aan de benadeelde. Ook worden daarbij vaak goederen gestolen, waaraan de benadeelde op gevoelsgronden sterk is gehecht. Bovendien wordt door een woninginbraak een ernstige inbreuk gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van de burgers, hetgeen maatschappelijke onrust veroorzaakt en bij veel mensen een groot gevoel van onveiligheid teweegbrengt. Het hof acht dit ernstige feiten.
Blijkens een de verdachte betreffend Uittreksel Justitiële Documentatie van 24 februari 2014 is de verdachte eerder ter zake van het plegen van soortgelijke feiten onherroepelijk veroordeeld.
Het hof heeft bij de strafoplegging in het voordeel van de verdachte rekening gehouden met een hem betreffend Reclasseringsadvies van 21 februari 2014, alsmede met hetgeen door de verdachte en zijn raadsman ten aanzien van de persoonlijke omstandigheden van de verdachte ter terechtzitting in hoger beroep naar voren is gebracht. Hieruit is onder meer gebleken dat de verdachte een positieve ontwikkeling heeft doorgemaakt, dat hij stage loopt en dat hij naar school gaat.
Tenslotte houdt het hof rekening met het feit dat de verdachte ter terechtzitting in hoger beroep het hem ten laste gelegde heeft bekend en zo heeft laten zien verantwoordelijkheid te willen nemen voor zijn daden en schoon schip wil maken.
Het hof is, alles afwegende, anders dan de advocaat-generaal van oordeel dat een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 1 maand onvoldoende recht doet aan de ernst van de feiten, nu het twee inbraken betreft, waaronder een woninginbraak, en twee pogingen tot inbraak in bedrijfspanden. Dergelijke ernstige feiten rechtvaardigen naar het oordeel van het hof een hogere strafoplegging.
Gelet op het grote belang dat de verdachte de hiervoor genoemde positieve ontwikkeling doorzet, acht het hof oplegging van een voorwaardelijke gevangenisstraf van na te noemen hoogte passend en geboden, met oplegging van bijzondere voorwaarden zoals genoemd in voormeld Reclasseringsadvies.
Daarnaast acht het hof oplegging van een onvoorwaardelijke werkstraf van na te melden duur passend en geboden. Bij de oplegging van deze werkstraf is rekening gehouden met de opgelegde werkstraf in de strafzaak tegen de verdachte onder parketnummer 23-005703-13.

Vordering van de benadeelde partij Sportcomplex Karakiet Back2Basic

De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt € 2.924,21. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep toegewezen tot een bedrag van € 2.500,00. De benadeelde partij heeft zich in hoger beroep opnieuw gevoegd voor het bedrag van haar oorspronkelijke vordering.
Uit het onderzoek ter terechtzitting is het hof voldoende gebleken dat de benadeelde partij als gevolg van het onder 2 bewezen verklaarde handelen van verdachte rechtstreeks schade heeft geleden tot na te melden bedrag. Verdachte is tot vergoeding van die schade gehouden zodat de vordering tot dat bedrag zal worden toegewezen.
De raadsman heeft ter terechtzitting in hoger beroep aangevoerd dat de benadeelde partij niet-ontvankelijk dient te worden verklaard in de vordering, omdat niet duidelijk is of de schade daadwerkelijk is hersteld of hersteld zal worden en er bovendien sprake is van twee inbraken in korte tijd, zodat niet duidelijk is of deze schade wel ziet op deze inbraak. Voorts is het de vraag of de kluis bij deze inbraak is vernield, aldus de raadsman.
Het hof is met de rechtbank van oordeel dat er blijkens de aangifte en de bewezenverklaring, mede gebaseerd op camerabeelden, door de verdachten schade is aangebracht aan de kluis, welke in de ruimte aanwezig was. De totale schade bedraagt blijkens de nota een hoger bedrag dan € 2.500,-, welk bedrag het eigen risico betreft. Het hof is om die reden van oordeel dat de verdachte dit bedrag, dat aldus rechtstreeks voortvloeit uit het onder 2 bewezen verklaarde feit, dient te vergoeden. De vordering zal derhalve in zoverre worden toegewezen.
Voor het overige is het hof van oordeel dat behandeling van de vordering een onevenredige belasting van het strafgeding oplevert. In zoverre kan de benadeelde partij daarom thans in haar vordering niet worden ontvangen en kan zij haar vordering slechts bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
Om te bevorderen dat de schade door verdachte wordt vergoed, zal het hof de maatregel van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht opleggen op de hierna te noemen wijze.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straffen en maatregel zijn gegrond op de artikelen 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 36f, 45, 57, 63 en 311 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze wettelijke voorschriften worden toegepast zoals geldend ten tijde van het bewezen verklaarde.

Vordering tenuitvoerlegging

Het openbaar ministerie heeft gevorderd de tenuitvoerlegging van de bij vonnis van de Meervoudige kamer te Noord-Holland van 13 juni 2013 opgelegde voorwaardelijke jeugddetentie voor de duur van 41 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar. Deze vordering is in hoger beroep opnieuw aan de orde.
Op grond van hetgeen omtrent de veroordeelde bij het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep is gebleken, zal het hof de bij dat vonnis vastgestelde proeftijd met 1 (één) jaar verlengen.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het onder 1, 2, 3 en 4 ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 1, 2, 3 en 4 bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
2 (twee) maanden.
Bepaalt dat de gevangenisstraf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt dan wel de hierna te noemen bijzondere voorwaarde(n) niet heeft nageleefd.
Stelt als bijzondere voorwaarden dat:
1) de verdachte zich gedurende de proeftijd zal melden bij de Reclassering Nederland, regio Noord-West, toezichtunit 2, op een door de Reclassering aan te geven tijdstip en plaats;
2) de verdachte zich gedurende de proeftijd zal gedragen naar de voorschriften en aanwijzingen te geven door of namens Reclassering Nederland, afdeling JoVo, zolang deze instelling dat nodig oordeelt;
3) de verdachte zal deelnemen aan elektronische controle in de vorm van GPS track en trace voor de duur van één jaar;
4) de verdachte gedurende de proeftijd niet mag komen in het gebied rond het 'Makado'-winkelcentrum aan het JF Kennedyplein, Henry Dunantstraat, Anne Franklaan, Hannie Schaftstraat, Citerstraat, Rudolf Garrelstraat, Johan Wagenaarstraat, JP Grootstraat en Churchilllaan, welk gebied voor een groot deel tevens begrensd wordt door water (Where), en welk gebied is gelegen te Purmerend. Uitzondering op voornoemd locatieverbod is dat de veroordeelde op dinsdagavonden en vrijdagavonden in buurtcentrum 't Noot mag komen.
Veroordeelt de verdachte tot een
taakstrafbestaande uit een werkstraf voor de duur van
140 (honderdveertig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
70 (zeventig) dagen hechtenis.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, of artikel 27a van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde taakstraf in mindering zal worden gebracht, volgens de maatstaf van twee uren taakstraf per in voorarrest doorgebrachte dag, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Vordering van de benadeelde partij Sportcomplex Karakiet Back2Basic
Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij Sportcomplex Karakiet Back2Basic ter zake van het onder 2 bewezen verklaarde tot het bedrag van
€ 2.500,00 (tweeduizend vijfhonderd euro) ter zake van materiële schadeen veroordeelt de verdachte die, evenals zijn mededader, hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is, met dien verstande dat indien en voor zover de een aan zijn betalingsverplichting heeft voldaan, de ander daarvan in zoverre zal zijn bevrijd, om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
Verklaart de benadeelde partij in haar vordering voor het overige niet-ontvankelijk en bepaalt dat zij in zoverre haar vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
Verwijst de verdachte in de door de benadeelde partij gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Legt aan de verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd Sportcomplex Karakiet Back2Basic, een bedrag te betalen van
€ 2.500,00 (tweeduizend vijfhonderd euro) als vergoeding voor materiële schade,bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
35 (vijfendertig) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
Bepaalt dat de verplichting tot betaling van schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer voor de verdachte komt te vervallen indien en voor zover de mededader heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer.
Bepaalt dat, indien de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat daarmee zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee zijn verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen.
Bepaalt dat indien en voor zover de mededader van de verdachte voormeld bedrag heeft betaald, verdachte in zoverre is bevrijd van voornoemde verplichting tot betaling aan de benadeelde partij of aan de Staat.
Verlengt de proeftijd als vermeld in het vonnis van de meervoudige kamer te Noord-Holland van 13 juni 2013 parketnummer 15-750094-12, met een termijn van 1 (een) jaar.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. M.J.G.B. Heutink, mr. J.H.C. van Ginhoven en mr. J.H. de Graaf, in tegenwoordigheid van mr. E.C. van der Drift, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 20 maart 2014.
Mrs. Van Ginhoven en De Graaf zijn buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.