Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
[gemachtigde],
1.Het geding in hoger beroep
13 november 2013. Bij die beslissing heeft de kamer het verzet van klager tegen de beslissing van de voorzitter van de kamer van 26 maart 2013, waarbij klagers klacht tegen onder meer de gerechtsdeurwaarder als kennelijk ongegrond is afgewezen, gegrond verklaard en is overwogen dat de klacht van klager tegen de gerechtsdeurwaarder gegrond is onder oplegging van de maatregel van berisping.
2.De stukken van het geding
3.De feiten
4.Het standpunt van klager
5.Het standpunt van de gerechtsdeurwaarder
(de gerechtsdeurwaarder die aanvankelijk met de executie was belast) lange tijd tevergeefs getracht de vordering bij klager de incasseren. Het lang stilliggen van de incassopogingen is dus grotendeels te wijten aan klager zelf.
6.De beoordeling
7.De beslissing
A.W. Jongbloed en in het openbaar uitgesproken op dinsdag 1 juli 2014 door de rolraadsheer.