Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.[appellante sub 1]
mr. G.T.J. Hoffte Haarlem,
1.de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
,
geïntimeerden,
mr. W.Th. Postte Amsterdam,
3.de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
mr. L.H. Rammeloote Amsterdam.
1.Het verdere procesverloop
2.De verdere beoordeling
Anders dan Brederode en de Notaris is het hof van oordeel dat het niet in de rede ligt om een expert op het gebied van bodemverontreiniging aan te zoeken als deskundige. Het gaat hier immers niet om de beantwoording van milieutechnische vragen, maar om de waardering van een woning, op een verontreinigd perceel. De benoeming van een expert op het gebied van bodemverontreiniging zal de beantwoording van de vraag naar de waardering niet dichterbij brengen.
Wel acht het hof het aangewezen dat tenminste één van de deskundigen bekend is met en ervaring heeft met de invloed van bodemverontreiniging op de taxatie van onroerend goed, in het bijzonder woningen.
Voorts acht het hof het noodzakelijk dat, anders dan Brederode en de Notaris menen, één van de deskundigen bekend is met de lokale onroerend goedmarkt. Het moge zo zijn dat Bloemendaal een kleine wereld is en men elkaar snel kent, maar dit laat onverlet dat het bij de taxatie van onroerend goed van essentieel belang is om kennis te hebben van de lokale markt. Voor de persoon van deze eerste deskundige volgt het hof het voorstel van [appellanten], P. Kooijmans, nu noch Brederode noch de Notaris bezwaren heeft aangevoerd tegen deze Kooijmans.
Het hof is voornemens de volgende vragen voor te leggen aan de deskundigen.
Door Kooijmans is aangegeven dat hij de werkzaamheden gezamenlijk wil verrichten met A.J. van der Schaaf, als NVM-makelaar verbonden aan hetzelfde kantoor. Hiermee kan het hof instemmen, in zoverre dat het Kooijmans zelf is die eindverantwoordelijke is en die, tezamen met deskundige Pekelder, tot een advies aan het hof zal moeten komen. De rol van Van der Schaaf kan slechts die van hulppersoon van Kooijmans zijn. Het contact met partijen dient ook te verlopen met Kooijmans en Pekelder, niet met Van der Schaaf.
Het voorschot van Kooijmans is door hem bepaald op € 7.906,14, inclusief BTW. De brief met kostenopgaaf van Kooijmans zal aan dit arrest worden gehecht.
Het voorschot van Pekelder is door hem bepaald op € 17.500,--, inclusief BTW en (reis)kosten. De brief met kostenopgaaf van Pekelder zal aan dit arrest worden gehecht.
Partijen kunnen zich hierover desgewenst nog bij brief aan de griffie van dit hof uitlaten.
Nu reeds beslist is over de aansprakelijkheid van de Notaris en Brederode zal het hof het voorschot voor rekening van deze partijen brengen.
3.Beslissing
2. Heeft u verder nog opmerkingen die voor deze zaak van belang kunnen zijn?
Ing. E. Pekelder
€ 17.500,--;
M.J. Schaepman-de Bruijne en door de rolraadsheer in het openbaar uitgesproken op