ECLI:NL:GHAMS:2014:2268

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
2 juni 2014
Publicatiedatum
16 juni 2014
Zaaknummer
23-005543-13
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Strafoplegging na terugwijzing Hoge Raad wegens hennepteelt en diefstal van elektriciteit

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 2 juni 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Alkmaar. De verdachte was eerder veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van 2 maanden, een werkstraf van 90 uren, een geldboete van € 10.000 en teruggave van inbeslaggenomen goederen. De Hoge Raad der Nederlanden heeft het arrest van het gerechtshof Amsterdam op 3 december 2013 vernietigd, maar alleen wat betreft de strafoplegging, en de zaak terugverwezen naar het hof voor herbeoordeling.

Tijdens de zitting op 19 mei 2014 heeft het hof de vordering van de advocaat-generaal gehoord, die een gevangenisstraf van 2 maanden voorwaardelijk, een taakstraf van 90 uren en een geldboete van € 10.000 heeft geëist. Het hof heeft de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan, en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte in overweging genomen. De verdachte had zich schuldig gemaakt aan hennepteelt en diefstal van elektriciteit, wat schadelijke gevolgen heeft voor de gezondheid van gebruikers en negatieve maatschappelijke effecten met zich meebrengt. De verdachte handelde louter uit financieel gewin en heeft illegaal stroom afgetapt, wat schade heeft veroorzaakt aan het energiebedrijf NUON.

Het hof heeft besloten om de straffen te matigen, rekening houdend met het feit dat de verdachte niet eerder strafrechtelijk is veroordeeld. De uiteindelijke beslissing van het hof was een voorwaardelijke gevangenisstraf van 2 jaren, een geldboete van € 5.000, een taakstraf van 90 uren en onttrekking aan het verkeer van de in beslag genomen huurovereenkomst. Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 2 juni 2014.

Uitspraak

parketnummer: 23-005543-13
datum uitspraak: 2 juni 2014
TEGENSPRAAK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen -na terugwijzing door de Hoge Raad der Nederlanden bij arrest van 3 december 2013- op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Alkmaar van 16 september 2010 in de strafzaak onder parketnummer 14-701105-09 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1967,
adres: [adres].

Procesgang

De politierechter in de rechtbank Alkmaar heeft de verdachte voor het onder 1 primair en 2 primair tenlastegelegde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 2 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar, een werkstraf voor de duur van 90 uren, subsidiair 45 dagen hechtenis, een geldboete ter hoogte van € 10.000 euro en teruggave van de inbeslaggenomen huurovereenkomst en telefoonautomaat.
De verdachte heeft tegen voormeld vonnis hoger beroep ingesteld.
Het gerechtshof Amsterdam heeft in hoger beroep bij arrest van 2 april 2012 het vonnis vernietigd en opnieuw recht gedaan.
De verdachte heeft tegen het arrest van het gerechtshof beroep in cassatie ingesteld.
De Hoge Raad der Nederlanden heeft bij arrest van 3 december 2013 het arrest van het gerechtshof Amsterdam vernietigd, doch uitsluitend wat betreft de strafoplegging en de zaak naar het gerechtshof Amsterdam teruggewezen teneinde deze in zoverre op het bestaande hoger beroep opnieuw te berechten en af te doen.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg van 16 september 2010 en, na terugwijzing op de terechtzitting van dit hof van 19 mei 2014.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en de raadsman naar voren is gebracht.

Oplegging van straffen en maatregel

De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte voor het onder 1 primair en 2 primair bewezen verklaarde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 2 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 1 jaar, een taakstraf voor de duur van 90 uren, subsidiair 45 dagen hechtenis en een geldboete ter hoogte van € 10.000,-
Het hof heeft in hoger beroep de op te leggen straffen en maatregel bepaald op grond van de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en gelet op de persoon en de draagkracht van de verdachte.
Het hof heeft daarbij in het bijzonder het volgende in beschouwing genomen.
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan hennepteelt. Het gebruik van hennep kan schadelijke gevolgen meebrengen voor de gezondheid van gebruikers. Bovendien leidt de teelt van hennep veelal tot negatieve maatschappelijke effecten. De verdachte heeft louter met het oog op financieel gewin gehandeld. Tevens heeft de verdachte zich schuldig gemaakt aan diefstal van elektriciteit ten behoeve van de hennepplantage. De verdachte heeft op illegale wijze stroom afgetapt zonder dat dit werd geregistreerd. Hierdoor heeft het gedupeerde energiebedrijf NUON schade opgelopen.
Blijkens een de verdachte betreffend Uittreksel Justitiële Documentatie van 7 mei 2014 is de verdachte niet eerder strafrechtelijk onherroepelijk veroordeeld.
Gelet op de persoonlijke omstandigheden van de verdachte zal het hof volstaan met een voorwaardelijke gevangenisstraf en zal de geldboete worden gematigd. Het hof acht, alles afwegende, een voorwaardelijke gevangenisstraf, een taakstraf en een geldboete van na te melden duur danwel hoogte passend en geboden.

Beslag

Het ten laste gelegde en bewezen verklaarde is begaan met behulp van het hierna te noemen in beslag genomen en nog niet teruggegeven voorwerp. Het zal aan het verkeer worden onttrokken aangezien het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met het algemeen belang.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straffen en maatregel zijn gegrond op de artikelen 3 en 11 van de Opiumwet en de artikelen 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 23, 24, 24c, 36b, 36c, 57, 63 en 311 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze wettelijke voorschriften worden toegepast zoals geldend ten tijde van het bewezen verklaarde.

BESLISSING

Het hof:
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
2 (twee) maanden.
Bepaalt dat de gevangenisstraf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Veroordeelt de verdachte tot een
geldboetevan
€ 5.000,00 (vijfduizend euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
60 (zestig) dagen hechtenis.
Veroordeelt de verdachte tot een
taakstrafvoor de duur van
90 (negentig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
45 (vijfenveertig) dagen hechtenis.
Beveelt de
onttrekking aan het verkeervan het in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerp, te weten een huurovereenkomst.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. D.C. van Reekum, mr. M.J.G.B. Heutink en mr. I.M.A.M. Berben, in tegenwoordigheid van mr. J.G.W. van Rede, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 2 juni 2014.
De griffier is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.