ECLI:NL:GHAMS:2014:2187

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
21 mei 2014
Publicatiedatum
11 juni 2014
Zaaknummer
23-002702-13
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak in hoger beroep wegens gebrek aan bewijs van pepperspray

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 21 mei 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland. De verdachte was beschuldigd van het voorhanden hebben van een wapen van categorie II, te weten een busje pepperspray, op of omstreeks 24 december 2011 te Schiphol. De advocaat-generaal vorderde dat de verdachte schuldig zou worden verklaard zonder oplegging van straf of maatregel. De raadsman voerde aan dat er geen wettig en overtuigend bewijs was, omdat er geen onderzoek was gedaan naar de inhoud van het aangetroffen busje. Het hof oordeelde dat de enkele aanwezigheid van het opschrift 'peppergas' op het busje en het feit dat het busje ter zelfbescherming diende, onvoldoende bewijs vormden voor de conclusie dat het daadwerkelijk pepperspray bevatte. Het hof concludeerde dat er niet wettig en overtuigend bewezen was dat de verdachte het ten laste gelegde had begaan, en sprak de verdachte vrij. Het vonnis waarvan beroep werd vernietigd en het hof deed opnieuw recht.

Uitspraak

parketnummer: 23-002702-13
datum uitspraak: 21 mei 2014
TEGENSPRAAK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland van 29 mei 2013 in de strafzaak onder parketnummer 15-096778-12 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1981,
adres: [adres].

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep van 21 mei 2014.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en de raadsman naar voren is gebracht.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd:
dat zij op of omstreeks 24 december 2011 te Schiphol, gemeente Haarlemmermeer aan boord van een luchtvaarttuig of op een luchthaven, aangewezen krachtens artikel 52, vierde lid Wet wapens en munitie, een wapen van categorie II onder 6, te weten een busje pepperspray, voorhanden heeft gehad.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven, omdat het hof tot een andere beslissing komt dan de rechtbank.

Vordering van het openbaar ministerie

De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte voor het haar ten laste gelegde schuldig zal worden verklaard zonder oplegging van straf of maatregel.

Vrijspraak

De raadsman heeft – kort samengevat – aangevoerd dat het wettig en overtuigend bewijs van het ten laste gelegde ontbreekt nu er geen onderzoek is gedaan naar de inhoud van het onder de verdachte aangetroffen busje, zodat niet kan worden vastgesteld dat de inhoud van het litigieuze busje daadwerkelijk ,,pepperspray” was.
De advocaat-generaal heeft ten aanzien hiervan aangevoerd dat men ervan dient uit heeft te gaan dat zich in het onderhavige busje datgene bevindt wat erop is vermeld.
Het hof overweegt hierover het volgende.
De omstandigheid dat op het onder de verdachte aangetroffen busje het woord ,,peppergas” is geprint
en dat het busje dient ter zelfbescherming vormt naar het oordeel van het hof onvoldoende bewijs
voor de conclusie dat zich in het busje metterdaad pepperspray bevond. Het hof constateert dat niet
is gebleken dat onderzoek is gedaan naar de inhoud van het busje.
Gelet op het vorengaande is naar het oordeel van het hof niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen aan de verdachte is ten laste gelegd, zodat de verdachte hiervan moet worden vrijgesproken.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. F.W.J. den Ottolander, mr. N.A. Schimmel en mr. S. Clement, in tegenwoordigheid van M. Gieske, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 21 mei 2014.
[...]