ECLI:NL:GHAMS:2014:2152

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
15 maart 2014
Publicatiedatum
10 juni 2014
Zaaknummer
23-002861-13
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep inzake poging tot inbraak in kampeerauto met DNA-spoor

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 15 april 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte, geboren in 1957, was aangeklaagd voor poging tot diefstal uit een kampeerauto, waarbij hij zich toegang had verschaft door middel van braak. De tenlastelegging betrof een incident op 16 juni 2012, waarbij de verdachte zich naar de kampeerauto had begeven en een slot had geforceerd. Tijdens de zitting op 1 april 2014 heeft het hof kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en de verdediging van de verdachte. De raadsvrouw voerde aan dat het DNA-spoor van de verdachte onvoldoende bewijs was voor zijn betrokkenheid bij het delict, en dat het mogelijk om een zwerfspoor ging. Het hof heeft echter vastgesteld dat het DNA van de verdachte op twee verschillende voorwerpen in de auto was aangetroffen, wat de mogelijkheid van een zwerfspoor uitsloot. Het hof oordeelde dat de verdachte wettig en overtuigend schuldig was aan de poging tot diefstal en dat er geen omstandigheden waren die zijn strafbaarheid uitsloten. De politierechter had de verdachte eerder veroordeeld tot een taakstraf van 30 uren, maar het hof heeft deze straf bevestigd, rekening houdend met de ernst van het feit en de eerdere veroordelingen van de verdachte. Het hof heeft de zaak opnieuw beoordeeld en de verdachte veroordeeld tot dezelfde straf als eerder opgelegd, met inachtneming van zijn psychische en lichamelijke klachten.

Uitspraak

parketnummer: 23-002861-13
datum uitspraak: 15 april 2014
TEGENSPRAAK
Verkort arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 10 juni 2013 in de strafzaak onder parketnummer 13-229085-12 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1957,
adres: [adres].

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep van 1 april 2014.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en de raadsvrouw naar voren is gebracht.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 16 juni 2012 te Amsterdam ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een (kampeer)auto (Fiat Challenger) weg te nemen geld en/of een of meer goederen van zijn, verdachtes, gading, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of een of meer onbekend gebleven personen, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en zich daarbij de toegang tot die auto te verschaffen en/of die/dat weg te nemen geld en/of goed(eren) onder zijn bereik te brengen door middel van braak en/of verbreking, opzettelijk zich naar die auto heeft begeven en/of een slot (van het (rechter) voorportier) van die auto heeft geforceerd en/of verbroken en/of opengebroken en/of zich in die auto heeft begeven en/of (een of meer kastjes in en/of bagage gelegen in) die auto heeft doorzocht.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven in verband met de verwerping van de door de raadvrouw gevoerde verweren.
Bespreking van verweren
De raadsvrouw van de verdachte heeft opgemerkt dat niet blijkt in welke taal de aangever heeft verklaard en vanuit welke taal de verklaring is vertaald naar de Nederlandse taal.
Het hof verwijst naar het aanvullend proces-verbaal omtrent het woonadres van de verdachte. Uit deze e-mail begrijpt het hof dat de communicatie in de Engelse taal heeft plaatsgevonden en dat zowel de aangever als de opsporingsambtenaren deze taal voldoende machtig zijn.
Voorts voert de raadsvrouw het volgende aan.
De verdachte kan zich niet herinneren dat hij op plaats delict is geweest. De raadsvrouw stelt dat de aanwezigheid van het DNA op de plaats delict onvoldoende is om betrokkenheid van de verdachte bij het ten laste gelegde feit aan te nemen. Niet kan worden uitgesloten dat het hier om een zwerfspoor kan gaan. De verdachte dient derhalve te worden vrijgesproken van het aan hem ten laste gelegde feit.
Het hof overweegt hieromtrent het volgende.
Het DNA van de verdachte is aangetroffen in de binnenzijde van een sigarettenverpakking van het merk ‘Camel’ en op de buitenzijde (nabij de handgreep) van een plastic tas met de Finse opdruk ‘Vikingline’. Deze voorwerpen lagen in de kampeerauto van aangever en behoorden toe aan zijn medereizigers. De verdachte kan of wil geen verklaring geven hoe zijn bloedsporen in de auto aan de binnenzijde van een sigarettenverpakking en op de buitenzijde van een plastic tas terecht zijn gekomen. Uit het proces-verbaal van bevindingen van 31 augustus 2012 (doorgenummerde pag. 17 en 18) blijkt dat de twee aangetroffen bloedsporen met elkaar matchen en deze profielen vervolgens matchen met het profiel opgenomen in de DNA-databank onder nummer 21463, op naam van de verdachte. Het betreffen bloedsporen die zijn aangetroffen op twee verschillende goederen, die zich ín de kampeerauto bevonden. Tevens blijkt dat er slechts een kort tijdsbestek ligt tussen het deugdelijk afsluiten van de auto (om 14.00 uur) en de terugkomst van de aangever bij de auto (om 16.00 uur). Op grond hiervan wordt de mogelijkheid dat het hier zou kunnen gaan om een zwerfspoor uitgesloten.

Bewezenverklaring

Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
hij op 16 juni 2012 te Amsterdam ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een (kampeer)auto (Fiat Challenger) weg te nemen geld en/of een of meer goederen van zijn, verdachtes, gading, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of een of meer onbekend gebleven personen, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en zich daarbij de toegang tot die auto te verschaffen door middel van braak, opzettelijk zich naar die auto heeft begeven en een slot (van het rechter voorportier) van die auto heeft geforceerd en die auto heeft doorzocht.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
Het hof grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat.
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezen verklaarde levert op:
poging tot diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak.

Strafbaarheid van de verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte ten aanzien van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat de verdachte strafbaar is.

Oplegging van straf

De politierechter in de rechtbank Amsterdam heeft de verdachte voor het ten laste gelegde feit veroordeeld tot een taakstraf voor de duur van 30 uren (subsidiair: 15 dagen hechtenis).
Tegen voormeld vonnis is door de verdachte hoger beroep ingesteld.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte zal worden veroordeeld tot dezelfde straf als door de rechter in eerste aanleg opgelegd.
Het hof heeft in hoger beroep de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder dit is begaan en gelet op de persoon van de verdachte.
Het hof heeft daarbij in het bijzonder het volgende in beschouwing genomen.
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan poging tot diefstal door middel van braak van een kampeerauto. Dit zijn zeer ergerlijke feiten, die naast schade vaak veel hinder en onrustgevoelens voor de benadeelden met zich brengen.
Blijkens een de verdachte betreffend Uittreksel Justitiële Documentatie van 21 maart 2014 is de verdachte eerder ter zake van soortgelijke feiten (diefstallen) onherroepelijk veroordeeld. Deze veroordelingen zijn van een oudere datum.
De verdachte heeft aangevoerd dat hij gezien zijn psychische gesteldheid en zijn lichamelijke klachten niet in staat is om een taakstraf te verrichten. Het hof overweegt dat de Reclassering kijkt naar en rekening houdt met beperkingen van verdachten bij het zoeken naar een geschikte invulling van een opgelegde taakstraf.
Het hof acht, alles afwegende, een taakstraf van na te melden duur passend en geboden.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straf is gegrond op de artikelen 22c, 22d, 45, 63 en 311 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze wettelijke voorschriften worden toegepast zoals geldend ten tijde van het bewezen verklaarde.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
taakstrafvoor de duur van
30 (dertig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
15 (vijftien) dagen hechtenis.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. D.C. van Reekum, mr. M.J.G.B. Heutink en mr. M.R. Cox, in tegenwoordigheid van mr. L.E. Felderhof, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 15 april 2014.
Mr. D.C. van Reekum is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.
[...]