In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 30 april 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte, geboren in 1983, was aangeklaagd voor het voorhanden hebben van een wapen van categorie III, te weten een revolver van het merk Nagant, en munitie van categorie III, te weten vier patronen van kaliber .32 S&W L. De zaak is gestart naar aanleiding van een anonieme tip die de politie ontving op 20 juli 2011, waarin werd gemeld dat de verdachte een vuurwapen in zijn auto zou hebben. Na onderzoek door de politie, waarbij de verdachte werd staande gehouden, werd het vuurwapen aangetroffen achter het dashboard van zijn Lexus. De verdediging voerde aan dat de anonieme informatie niet betrouwbaar was en dat het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk zou moeten worden verklaard of dat het bewijs uitgesloten zou moeten worden. Het hof oordeelde echter dat de anonieme informatie voldoende basis bood voor een redelijk vermoeden van de aanwezigheid van wapens en munitie, en dat de politie gerechtigd was om dwangmiddelen toe te passen. Het hof achtte de verdachte wettig en overtuigend schuldig aan het ten laste gelegde en vernietigde het vonnis van de politierechter, waarbij de verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van drie maanden. Het hof benadrukte de ernst van het feit en de risico's die het ongecontroleerd bezit van vuurwapens met zich meebrengt voor de veiligheid van personen.