ECLI:NL:GHAMS:2014:1794
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- F.A. Hartsuiker
- H.W.J. de Groot
- J.H. de Graaf
- Rechtspraak.nl
Afwijzing ontnemingsvordering in verband met hennepteelt
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 13 mei 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland. De zaak betreft een ontnemingsvordering van het openbaar ministerie tegen de veroordeelde, die eerder was veroordeeld voor het telen van hennep. De politierechter had op 27 maart 2013 de veroordeelde verplicht tot betaling van een bedrag van € 16.466,09 aan de Staat ter ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel. Het openbaar ministerie vorderde in hoger beroep een bedrag van € 14.216,09, gebaseerd op de veronderstelling dat de veroordeelde financieel voordeel had genoten van eerdere oogsten van hennep.
Tijdens de zitting in hoger beroep op 29 april 2014 heeft de advocaat-generaal zijn vordering toegelicht, waarbij hij stelde dat er aanwijzingen waren voor eerdere oogsten, onderbouwd door de huurperiode van de loods en aangetroffen materialen. De verdediging heeft echter betwist dat er sprake was van eerdere oogsten en heeft bewijsstukken overgelegd die de stelling van de veroordeelde ondersteunen. Getuigen verklaarden dat de loods in augustus 2011 schoon was en dat er geen hennepgerelateerde materialen aanwezig waren.
Het hof heeft de argumenten van beide partijen zorgvuldig gewogen. Gezien de ontkenning van de veroordeelde en de door de verdediging overgelegde bewijsstukken, concludeerde het hof dat er onvoldoende bewijs was voor het bestaan van eerdere oogsten. De indicatoren die door het openbaar ministerie werden aangedragen, waren niet overtuigend genoeg om tot een andere conclusie te komen. Het hof heeft daarom de vordering van het openbaar ministerie afgewezen en de beslissing van de politierechter vernietigd.