“35. Gezondheid, geestelijke en maatschappelijke belangen, omvattende:
o 1. Ziekenhuizen.
o 2. Sanatoria.
o 3. Verpleeghuizen.
o 4. Herstellingsoorden.
o 5. Kinder- en kleuterkoloniehuizen.
o 6. Kleuterdagverblijven.
o 7. Bad- en zweminrichtingen.
o 8. Speeltuinen.
o 9. Speelterreinen.
o 10. Instellingen en inrichtingen voor lichamelijke opvoeding en sportbeoefening.
o 11. Instellingen en inrichtingen, welke in hoofdzaak één of meer der navolgende doeleinden nastreven:
a. Behartiging van lichamelijke gezondheidsbelangen;
b. Ziekenverpleging;
c. Prenatale zorg;
d. Kraamverzorging;
e. Zuigelingenzorg;
f. Kleuterzorg;
g. Oudeliedenzorg;
h. Zorg voor doofstommen, blinden, gebrekkigen en andere mindervaliden;
i. Hulpverlening bij rampen en ongelukken;
j. Opleiding van verloskundigen;
k. Opleiding van verplegenden.
o 12. Artsen.
o 13. Tandartsen.
o 14. Apothekers.
o 15. Dierenartsen.
o 16. Paramedische bedrijven.
o 17. Psychiatrische inrichtingen.
o 18. Medisch-opvoedkundige bureaus.
o 19. Bureaus voor levens- en gezinsmoeilijkheden.
o 20. Instellingen en inrichtingen, welke in hoofdzaak één of meer der navolgende doeleinden nastreven:
a. Behartiging van geestelijke gezondheidsbelangen;
b. Zorg voor geesteszieken en zenuwlijders;
c. Drankbestrijding;
d. Herstel van drankzuchtigen;
e. Prostitutiebestrijding;
f. Zorg voor a-socialen;
g. Jeugdzorg;
h. Kinderbescherming;
i. Reclassering;
j. Bescherming van vrouwen en meisjes.
o 21. Jeugdherbergen.
o 22. Onderwijsinstellingen:
A. Voorbereidend en lager onderwijs.
B. Uitgebreid lager onderwijs.
C. Voorbereidend hoger en middelbaar onderwijs.
a. h.b.s;
b. Lycea;
c. Gymnasia.
D. Hoger onderwijs.
E. Vakonderwijs.
F. Kunst- en tekenacademie.
G. Muziekonderwijs.
H. Dansonderwijs.
I. Opleidingsinstellingen.
o 23. Bureaus voor beroepskeuze en psychotechnische adviesbureaus.
o 24. Kerkgenootschappen.
o 25. Kloosterorden.
o 26. Congregaties.
o 27. Zending.
o 28. Missie.
o 29. Instellingen en inrichtingen, welke in hoofdzaak één of meer der navolgende doeleinden nastreven:
a. Zorg voor wezen;
b. Zorg voor onbehuisden;
c. Zorg voor behoeftigen;
d. Woekerbestrijding;
e. Voorschotverlening;
f. Opleiding voor maatschappelijk werk;
g. Gezinszorg;
o 30. Kinderbewaarplaatsen.
o 31. Crèches.
o 32. Consultatiebureaus voor maatschappelijke zorg.
o 33. Rusthuizen.
o 34. Het exploiteren van begraafplaatsen en crematoria.
o 35. Ambulancevervoer.
(…)
43. Zakelijke Dienstverlening I, omvattende:
o 1. Kantoren van advocaten.
o 2. Notariskantoren.
o 3. Deurwaarderskantoren en bureaus voor rechtskundige bijstand.
o 4. Kantoren van accountants en belastingconsulenten.
o 5. Octrooibureaus
44. Zakelijke Dienstverlening II, omvattende:
o 1. Reclame-adviesbureaus.
o 2. Marketing- en PR-bureaus.
o 3. Efficiencybureaus en economische adviesbureaus.
o 4. Ingenieurs- en architektenbureaus.
o 5. Software-ontwikkeling.
o 6. Expertisebureaus
45. Zakelijke Dienstverlening III, omvattende:
o 1. Effectenhandelaren, voor zover geen handelsbanken zijnde.
o 2. Administratieve en trustkantoren.
o 3. Effectendepots.
o 4. Stamboekverenigingen.
o 5. Tussenpersonen t.b.v. bank-/verzekeringswezen en onroerend goed.
o 6. Administratiekantoren.
o 7. Beheersmaatschappijen.
o 8. Beleggingsmaatschappijen.
o 9. Ziekenhuisverplegingsverenigingen
o 10. Journalistiek.
o 11. Nieuws- en persbureaus.
o 12. Verenigingskantoren en concernadministraties.
o 13. Tolken en translateurs.
o 14. Recherchebureaus.
o 15. Incassobureaus.
o 16. Exploitatie onroerend goed.
o 17. Beheren en onderhouden van woningen door ingevolge de Woningwet toegelaten woningbouwcorporaties.
o 18. Publiekrechtelijke bedrijfsorganisaties.”
De sectorindeling