Uitspraak
1.[Verzoeker 1],
[Verzoeker 2],
mr. J.A. Endtz, kantoorhoudende te Amsterdam,
mr. J.A. Endtz, kantoorhoudende te Amsterdam,
mr. Y. Borrius,kantoorhoudende te Amsterdam.
Het verloop van het geding
De gronden van de beslissing
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak heeft de Ondernemingskamer van het Gerechtshof Amsterdam op 9 mei 2014 een beschikking gegeven met betrekking tot de herstel van kennelijke verschrijvingen in een eerdere beschikking van 1 mei 2014. De verzoekers, vertegenwoordigd door mr. J.A. Endtz, hebben geconstateerd dat in het dictum van de beschikking van 1 mei 2014 onjuiste vennootschappen zijn vermeld. In plaats van Tana Netting Netherlands B.V. was er sprake van Tana Thailand Netherlands B.V. en Tana Thailand. De Ondernemingskamer heeft op basis van artikel 31 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering besloten deze kennelijke fouten te herstellen.
De Ondernemingskamer heeft vastgesteld dat de fouten aan te merken zijn als kennelijke fouten die zich lenen voor verbetering. De verbeteringen zijn als volgt: in de zaak met zaaknummer 200.136.133/01 is vastgesteld dat er sprake is van wanbeleid van de betrokken vennootschappen in de aangegeven periodes, en in de zaak met zaaknummer 200.136.133/02 is [Belanghebbende 1] veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 45.000 aan de betrokken vennootschappen. De beschikking is uitgesproken ter openbare terechtzitting, waarbij de raadsheren en raden aanwezig waren, evenals de griffiers.
Deze beschikking is van belang voor de betrokken partijen, omdat het de juridische status van de eerdere beschikking corrigeert en duidelijkheid biedt over de verantwoordelijkheden van de betrokken vennootschappen en hun bestuurders. De Ondernemingskamer heeft hiermee een belangrijke stap gezet in het waarborgen van de rechtszekerheid en het herstel van de juiste juridische verhoudingen.