Uitspraak
mr. R.J. Kwakkelte Diemen,
mr. S.M. van de Weijerte Duivendrecht, gemeente Ouder-Amstel.
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak, die voor het Gerechtshof Amsterdam diende, betreft het een hoger beroep van [appellante] tegen een eerdere uitspraak van de kantonrechter. Het hof had op 24 september 2013 een tussenarrest gewezen waarin [appellante] was toegelaten tot getuigenbewijs. Echter, op de dag van de geplande enquête, 10 december 2013, heeft de advocaat van [appellante] laten weten dat er geen contact was geweest met zijn cliënt en heeft hij verzocht om de zaak naar de rol te verwijzen. Dit verzoek werd door de raadsheer-commissaris afgewezen, omdat niet was voldaan aan de vereisten van artikel 170 Rv, wat leidde tot sluiting van de enquête en verwijzing naar de rol voor arrest.
In het arrest van 8 april 2014 heeft het hof vastgesteld dat het getuigenverhoor niet had plaatsgevonden, wat voor rekening en risico van [appellante] kwam. Het hof oordeelde dat [appellante] geen bewijs had geleverd voor haar stellingen, waaronder de claim dat [Y] op 9 juni 2011 een bedrag van € 8.024,- contant had betaald aan [X]. Het hof concludeerde dat de grief van [appellante] faalde en dat de eerdere uitspraak van de kantonrechter bekrachtigd diende te worden.
De kosten van het hoger beroep werden aan [appellante] opgelegd, inclusief een specificatie van de verschotten en het salaris van de advocaat. Het hof verklaarde de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad. Dit arrest werd openbaar uitgesproken door de meervoudige kamer op 8 april 2014.