ECLI:NL:GHAMS:2014:1627

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
2 mei 2014
Publicatiedatum
7 mei 2014
Zaaknummer
23-003582-13
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontslag van rechtsvervolging wegens psychose na mishandeling van ambtenaar

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 2 mei 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte, geboren in 1980, was aangeklaagd voor het opzettelijk mishandelen van een ambtenaar, te weten een hoofdagent van de politie Amsterdam-Amstelland, en voor feitelijke aanranding van de eerbaarheid. De tenlastelegging betrof incidenten die plaatsvonden op 23 augustus 2011 te Amsterdam, waarbij de verdachte de ambtenaar met kracht had geslagen en had gedwongen tot het dulden van ontuchtige handelingen. Tijdens de zitting in hoger beroep op 18 april 2014 heeft het hof kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en de verdediging van de raadsman.

Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte leed aan een psychische aandoening, specifiek een schizoaffectieve stoornis, en dat hij op het moment van de feiten in een psychotische toestand verkeerde. Dit werd onderbouwd door verklaringen van twee psychiaters, die bevestigden dat de geestelijke toestand van de verdachte invloed had op zijn handelen. Het hof oordeelde dat de verdachte niet strafbaar was, omdat zijn geestelijke toestand hem niet in staat stelde om de gevolgen van zijn daden te overzien. Daarom werd de verdachte ontslagen van alle rechtsvervolging.

Daarnaast werd de vordering van de benadeelde partij, de hoofdagent, tot schadevergoeding van € 200,00 niet-ontvankelijk verklaard, omdat de verdachte werd ontslagen van alle rechtsvervolging. Het hof vernietigde het vonnis waarvan beroep en sprak de verdachte vrij van de overige tenlastegelegde feiten. De beslissing van het hof benadrukt de invloed van geestelijke gezondheid op de strafbaarheid van een verdachte en de noodzaak om dit in overweging te nemen in strafzaken.

Uitspraak

parketnummer: 23-003582-13
datum uitspraak: 2 mei 2014
TEGENSPRAAK (gemachtigd raadsman)
Verkort arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 30 juli 2013 in de strafzaak onder parketnummer 13-268271-11 tegen
[verdachte],
geboren in [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1980,
adres: [adres].

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van
18 april 2014 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de raadsman naar voren is gebracht.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd dat
1:
hij op of omstreeks 23 augustus 2011 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, opzettelijk mishandelend een ambtenaar, te weten [verbalisant] (hoofdagent van de politie Amsterdam-Amstelland), gedurende en/of terzake van de rechtmatige uitoefening van zijn bediening, eenmaal of meermalen (met kracht) met de arm(en) heeft geslagen en/of gestompt op/tegen de schouder, in elk geval tegen het (boven)lichaam van voornoemde [verbalisant], waardoor voornoemde ambtenaar letsel heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden;
2:
hij op of omstreeks 23 augustus 2011 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, door geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) [verbalisant] (hoofdagent van de politie Amsterdam-Amstelland) heeft gedwongen tot het plegen en/of dulden van een of meer ontuchtige handeling(en), bestaande uit het eenmaal of meermalen (met kracht) grijpen naar en/of knijpen in het geslachtsdeel van die [verbalisant] en bestaande dat geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die bedreiging met geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) uit het eenmaal of meermalen (met kracht) slaan en/of stompen op/tegen het lichaam van die [verbalisant] en/of het onverhoeds en onverwachts vastpakken van die [verbalisant].
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven, omdat het hof tot een andere beslissing komt dan de politierechter.

Bewezenverklaring

Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 en 2 ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
1
hij op 23 augustus 2011 te Amsterdam opzettelijk mishandelend een ambtenaar, te weten [verbalisant]
(hoofdagent van de politie Amsterdam-Amstelland) gedurende en ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn bediening, meermalen met kracht met de armen heeft geslagen tegen het bovenlichaam van voornoemde [verbalisant], waardoor voornoemde ambtenaar pijn heeft ondervonden;
2
hij op 23 augustus 2011 te Amsterdam door geweld en een andere feitelijkheid [verbalisant] (hoofdagent van de politie Amsterdam-Amstelland) heeft gedwongen tot het dulden van ontuchtige handelingen, bestaande uit het grijpen naar en knijpen in het geslachtsdeel van die [verbalisant] en bestaande dat geweld en die andere feitelijkheid uit het met kracht slaan tegen het lichaam van die [verbalisant] en het onverhoeds en onverwachts vastpakken van die [verbalisant].
Hetgeen onder 1 en 2 meer of anders is ten laste gelegd, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
Het hof grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat.

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het onder 1 bewezen verklaarde levert op:
mishandeling, terwijl het misdrijf wordt gepleegd tegen een ambtenaar gedurende en ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn bediening.
Het onder 2 bewezen verklaarde levert op:
feitelijke aanranding van de eerbaarheid.

Strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is ten aanzien van het onder 1 en 2 bewezen verklaarde niet strafbaar en dient derhalve te worden ontslagen van alle rechtsvervolging.
Het hof overweegt hiertoe het volgende.
De raadsman heeft een – beëdigde vertaling van een oorspronkelijk in het Frans opgestelde – schriftelijke verklaring van dr. C. Mbiayo van 12 april 2014 overgelegd. Dr. Mbiayo is als psychiater verbonden aan de psychiatrische afdeling van het ziekenhuis Ambroise Paré te Bergen, België en verklaart het volgende. Op het moment van de feiten leed de verdachte al aan een aandoening van het type psychose. Sinds enige jaren heeft hij de diagnose schizoaffectieve stoornis. Het is aannemelijk dat de verdachte in een volledige psychotische decompensatie verkeerde op het moment van de feiten. Zijn geestelijke staat heeft dus zeker invloed gehad op het moment van het misdrijf.
Tevens heeft de raadsman een schriftelijke verklaring van 10 oktober 2013 van J. Cornelis, psychiater verbonden aan Spoedeisende Psychiatrie Amsterdam, overgelegd. Dr. Cornelis verklaart dat de verdachte, toen deze op 24 augustus 2011 werd gezien door medewerkers van zijn dienst, paranoïde wanen en achtervolgingsideeën had.
Voorts heeft de raadsman bij zijn pleitaantekeningen stukken overgelegd waaruit blijkt dat de verdachte regelmatig opgenomen is geweest in psychiatrische ziekenhuizen.
Dit brengt het hof tot het oordeel dat er voldoende aanwijzingen zijn dat de verdachte op 23 augustus 2011 onder invloed van een psychose heeft gehandeld en dat de door de verdachte begane feiten hem wegens een ziekelijke stoornis van zijn geestvermogens niet kunnen worden toegerekend.

Vordering van de benadeelde partij [verbalisant]

De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt € 200,00. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep toegewezen. De benadeelde partij heeft zich in hoger beroep opnieuw gevoegd voor het bedrag van haar oorspronkelijke vordering.
De benadeelde partij kan in deze vordering niet worden ontvangen nu de verdachte zal worden ontslagen van alle rechtsvervolging en de benadeelde partij kan deze vordering slechts bij de burgerlijke rechter aanbrengen.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het onder 1 en 2 ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 1 en 2 bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld, verklaart
de verdachte niet strafbaar en ontslaat de verdachte te dier zake van alle rechtsvervolging.
Vordering van de benadeelde partij [verbalisant]
Verklaart de benadeelde partij [verbalisant] in de vordering tot schadevergoeding niet-ontvankelijk en bepaalt dat deze de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. E. Mijnsberge, mr. R.J.F. Thiessen en mr. P.F.E. Geerlings, in tegenwoordigheid van
J.K. Krijnen, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van
2 mei 2014.
mr. R.J.F. Thiessen is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen
[...]