ECLI:NL:GHAMS:2014:1518

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
29 april 2014
Publicatiedatum
30 april 2014
Zaaknummer
200.112.536-01
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om tussentijds cassatieberoep in civiele zaak tussen Potasse & Produits Chimiques S.A.S. en ICP-IL Europe B.V.

In deze civiele zaak, die voor het Gerechtshof Amsterdam diende, heeft de vennootschap naar Frans recht, Potasse & Produits Chimiques S.A.S., een verzoek ingediend tot tussentijds cassatieberoep tegen een eerder arrest van het hof van 8 april 2014. Dit verzoek werd gedaan in het kader van een geschil met de besloten vennootschap ICP-IL Europe B.V., gevestigd in Amsterdam. De zaak betreft de levering van producten en de vraag of deze leveringen in overeenstemming waren met de contractuele besteltermijnen. Het hof had eerder de zaak naar de rol verwezen om Potasse & Produits Chimiques S.A.S. in de gelegenheid te stellen aan te tonen welke bestellingen niet (volledig) waren geleverd door ICP-IL Europe B.V. in de periode van 28 mei 2008 tot 6 september 2010.

Na ontvangst van het verzoek tot tussentijds cassatieberoep op 16 april 2014, heeft het hof de belangen van beide partijen afgewogen. Het hof heeft daarbij gekeken naar het belang van voortgang in de procedure versus het belang van mogelijke besparing van proceskosten. Uiteindelijk heeft het hof geoordeeld dat het bieden van de mogelijkheid tot tussentijds cassatie in deze zaak processueel beleidsmatig passend is.

In de beslissing van 29 april 2014 heeft het hof bepaald dat er tussentijds beroep in cassatie kan worden ingesteld tegen het arrest van 8 april 2014. Dit arrest is uitgesproken door de meervoudige kamer van het hof, bestaande uit de rechters E.E. van Tuyll van Serooskerken - Röell, D.J. Oranje en J.W.M. Tromp, en is openbaar gemaakt.

Uitspraak

GERECHTSHOF AMSTERDAM

afdeling civiel recht en belastingrecht, team I
zaaknummer : 200.112.536/01
zaak- en rolnummer rechtbank Amsterdam: 499089/HA ZA 11-2455
arrest van de meervoudige burgerlijke kamer van 29 april 2014
inzake
de vennootschap naar Frans recht
POTASSE & PRODUITS CHIMIQUES S.A.S.,
gevestigd te Thann Cedex, Frankrijk,
appellante,
advocaat: mrs. A.I.M. van Mierlo te Rotterdam,
tegen:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
ICP-IL EUROPE B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
geïntimeerde,
advocaat: mr. A. Knigge te Amsterdam.

1.Het verdere verloop van het geding

In deze zaak heeft het hof op 8 april 2014 een tussenarrest gewezen, waarbij het hof de zaak naar de rol heeft verwezen teneinde PPC - het hof houdt in dit arrest dezelfde benamingen aan - in de gelegenheid te stellen bij akte gemotiveerd en voorzien van bewijsstukken aan te geven welke bestellingen in de periode van 28 mei 2008 tot 6 september 2010 niet (volledig) zijn geleverd door ICL, terwijl zij de contractuele besteltermijn van 90 dagen dan wel 180 dagen, indien aan de voor deze termijn geldende voorwaarden is voldaan, wel in acht had genomen.
Bij ter griffie op 16 april 2014 binnengekomen fax heeft mr. M.E. Koppenol-Laforce, advocaat te Rotterdam, namens ICL het hof verzocht te bepalen dat tegen het arrest van dit hof van 8 april 2014 tussentijds cassatieberoep kan worden ingesteld.
Bij ter griffie op 17 april 2014 binnengekomen fax van haar voornoemde advocaat heeft PPC verzocht het verzoek af te wijzen.

2.Beoordeling

2.1
Het hof is van oordeel, gezien het verzoek en de daartegen ingebrachte stellingen en na afweging van de betrokken belangen over en weer, in het bijzonder het belang bij voortgang in deze instantie enerzijds en het belang bij mogelijke besparing van (proces)kosten anderzijds, dat het bieden van de mogelijkheid van tussentijds cassatie, in deze zaak processueel beleidsmatig passend is.

3.Beslissing

Het hof:
bepaalt dat tegen het in deze zaak gewezen arrest van 8 april 2014 tussentijds beroep in cassatie kan worden ingesteld.
Dit arrest is gewezen door mrs. E.E. van Tuyll van Serooskerken - Röell, D.J. Oranje en J.W.M. Tromp en door de rolraadsheer in het openbaar uitgesproken op 29 april 2014.