ECLI:NL:GHAMS:2014:1432

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
16 april 2014
Publicatiedatum
24 april 2014
Zaaknummer
23-002723-12
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Medeplegen en medeplichtigheid aan gewapende overval op juwelier

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 16 april 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Amsterdam van 7 juni 2012. De verdachte was eerder vrijgesproken van meerdere tenlastegelegde feiten, waaronder diefstal met geweld en poging tot doodslag. Het openbaar ministerie had hoger beroep ingesteld tegen deze vrijspraak. Tijdens de zittingen in hoger beroep, die plaatsvonden op 22 november 2013 en 19 maart 2014, heeft het hof de vordering van de advocaat-generaal en de verdediging gehoord. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte, samen met medeverdachten, op 18 mei 2011 een gewapende overval heeft gepleegd op juwelier Ganpat in Amsterdam. De tenlastelegging omvatte onder andere het gebruik van een vuurwapen en geweld tegen meerdere slachtoffers. Het hof oordeelde dat de verdachte niet wettig en overtuigend kon worden bewezen dat hij medeplichtig was aan de overval, en sprak hem vrij van de tenlastegelegde feiten. De vorderingen van de benadeelde partijen werden eveneens niet-ontvankelijk verklaard, aangezien de verdachte niet schuldig werd bevonden aan de feiten die de schade zouden hebben veroorzaakt. Het hof vernietigde het vonnis waarvan beroep en deed opnieuw recht, waarbij het openbaar ministerie in zijn hoger beroep niet-ontvankelijk werd verklaard voor het derde ten laste gelegde feit.

Uitspraak

parketnummer: 23-002723-12
datum uitspraak: 16 april 2014
TEGENSPRAAK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Amsterdam van 7 juni 2012 in de strafzaak onder parketnummer 13-666528-11 tegen:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1991,
adres: [adres].

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 22 november 2013, 19 maart 2014, en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de raadsvrouw naar voren is gebracht.

Omvang hoger beroep en ontvankelijkheid van het openbaar ministerie

De verdachte is bij vonnis van 7 juni 2012 door de meervoudige strafkamer van de arrondissementsrechtbank te Amsterdam vrijgesproken van het onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde. Tegen dit vonnis heeft het openbaar ministerie op 20 juni 2012 hoger beroep ingesteld. Uit de akte blijkt niet van een beperking van het appel.
Uit de appelschriftuur van 5 juli 2012, binnengekomen bij het hof op 6 juli 2012, blijkt dat het openbaar ministerie zich kan verenigen met de door de rechtbank gegeven beslissing ten aanzien van feit 3, hetgeen is bevestigd door de advocaat-generaal ter terechtzitting in hoger beroep op 22 november 2013.
Gelet hier op en gehoord de raadsvrouw en de advocaat-generaal en nu ook anderszins geen belang is gediend bij voortzetting van de behandeling van het onder 3 tenlastegelegde feit, zal het hof het openbaar ministerie in zoverre niet-ontvankelijk verklaren in zijn hoger beroep.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd, voorzover nog aan de orde, dat
1
primair:
hij op of omstreeks 18 mei 2011 te Amsterdam tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een hoeveelheid juwelen/sieraden, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan Juwelier Ganpat en/of [slachtoffer 1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, en/of zijn mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan (een) andere deelnemer(s) aan voormeld misdrijf de vlucht mogelijk te maken en/of het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en), dat hij, verdachte, en/of zijn mededader(s)
- met over het hoofd getrokken capuchon(s) en/of sjawl(s) en/of muts(en), althans met gezichtsbedekking, Juwelier Ganpat heeft/hebben betreden en/of
- een vuurwapen heeft gepakt en/of op die [slachtoffer 1] heeft gericht en/of gericht heeft gehouden, en/of (daarbij) heeft geroepen: "Ik ga je schieten", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking en/of
- meermalen, althans eenmaal met (de kolf van) een vuurwapen (met kracht) op het (achter)hoofd van die [slachtoffer 1] heeft geslagen en/of (daarbij) heeft geroepen: "Liggen jij" en/of
- een vuurwapen heeft gepakt en/of op die [slachtoffer 2] en/of die [slachtoffer 3] en/of die [slachtoffer 4] heeft gericht en/of gericht heeft gehouden, en/of (daarbij) heeft geroepen: "Ik schiet opzij, ik ga schieten, ga weg" en/of "Ga weg, ga weg of ik schiet", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking en/of
- meermalen, althans eenmaal met een vuurwapen (gericht) op het hoofd en/of het lichaam van die [slachtoffer 2] en/of die [slachtoffer 4] heeft geschoten;
1 subsidiair:
[medeverdachte] op of omstreeks 18 mei 2011 te Amsterdam tezamen en in vereniging met ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een hoeveelheid juwelen/sieraden, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan Juwelier Ganpat en/of [slachtoffer 1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, en/of zijn mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan (een) andere deelnemer(s) aan voormeld misdrijf de vlucht mogelijk te maken en/of het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en), dat hij, verdachte, en/of zijn mededader(s)
- met over het hoofd getrokken capuchon(s) en/of sjawl(s) en/of muts(en), althans met gezichtsbedekking, Juwelier Ganpat heeft/hebben betreden en/of
- een vuurwapen heeft gepakt en/of op die [slachtoffer 1] heeft gericht en/of gericht heeft gehouden, en/of (daarbij) heeft geroepen: "Ik ga je schieten", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking en/of
- meermalen, althans eenmaal met (de kolf van) een vuurwapen (met kracht) op het (achter)hoofd van die [slachtoffer 1] heeft geslagen en/of (daarbij) heeft geroepen: "Liggen jij" en/of
- een vuurwapen heeft gepakt en/of op die [slachtoffer 2] en/of die [slachtoffer 3] en/of die [slachtoffer 4] heeft gericht en/of gericht heeft gehouden, en/of (daarbij) heeft geroepen: "Ik schiet opzij, ik ga schieten, ga weg" en/of "Ga weg, ga weg of ik schiet", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking en/of
- meermalen, althans eenmaal met een vuurwapen (gericht) op het hoofd en/of het lichaam van die [slachtoffer 2] en/of die [slachtoffer 4] heeft geschoten,
tot en/of bij het plegen van welk misdrijf verdachte op of omstreeks 18 mei 2011 te Amsterdam opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is geweest door
- voorafgaande aan het vooromschreven misdrijf een of meer plastic Albert Heijn-tasje(s) aan te schaffen en/of (vervolgens) in die/dit Albert Heijn-tasje(s) (extra) kleding en/of het paspoort en/of pinpas en/of sleutels en/of schoeisel en/of horloge van die [medeverdachte] en/of diens mededader te bewaren en/of
- zijn garage(box) beschikbaar te stellen aan [medeverdachte] en/of diens mededader, in welke garage(box) verdachte [medeverdachte] en/of diens mededader zich voorafgaande aan vooromschreven misdrijf heeft/hebben omgekleed en/of een scooter heeft/hebben achtergelaten en/of
- (vervolgens) zich met die/dit Albert Heijn-tasje(s), inhoudende (extra) kleding en/of paspoort en/of sleutels en/of schoeisel en/of horloge van [medeverdachte] en/of diens mededader, te begeven naar de afgesproken locatie;
2 primair:
hij op of omstreeks 18 mei 2011 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn mededader(s) voorgenomen misdrijf om opzettelijk [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] en/of een (of meer) onbekend gebleven omstander(s) van het leven te beroven, met dat opzet meerdere malen, althans eenmaal (met een vuurwapen) (gericht) op het hoofd en/of op het lichaam van die [slachtoffer 2] en/of die [slachtoffer 4] en/of die [slachtoffer 5] en/of die onbekend gebleven omstander(s) heeft geschoten, welke vooromschreven poging tot doodslag werd gevolgd, vergezeld en/of voorafgegaan van enig strafbaar feit, te weten een diefstal met geweldpleging in vereniging, en welke poging tot doodslag werd gepleegd met het oogmerk om de uitvoering van dat feit voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf en/of aan de andere deelnemer(s) straffeloosheid en/of het bezit van het wederrechtelijk verkregene te verzekeren;
2 subsidiair:
[medeverdachte] op of omstreeks 18 mei 2011 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn mededader(s) voorgenomen misdrijf om opzettelijk [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 4] van het leven te beroven, met dat opzet meerdere malen, althans eenmaal (met een vuurwapen) (gericht) op het hoofd en/of op het lichaam van die [slachtoffer 2] en/of die [slachtoffer 4] heeft geschoten, welke vooromschreven poging tot doodslag werd gevolgd, vergezeld en/of voorafgegaan van enig strafbaar feit, te weten een diefstal met geweldpleging in vereniging, en welke poging tot doodslag werd gepleegd met het oogmerk om de uitvoering van dat feit voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf en/of aan de andere deelnemer(s) straffeloosheid en/of het bezit van het wederrechtelijk verkregene te verzekeren,
tot en/of bij het plegen van welk misdrijf verdachte op of omstreeks 18 mei 2011 te Amsterdam opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is geweest door
- voorafgaande aan het vooromschreven misdrijf een of meer plastic Albert Heijn-tasje(s) aan te schaffen en/of (vervolgens) in die/dit Albert Heijn-tasje(s) (extra) kleding en/of het paspoort en/of pinpas en/of sleutels en/of schoeisel en/of horloge van die [medeverdachte] en/of diens mededader te bewaren en/of
- zijn garage(box) beschikbaar te stellen aan [medeverdachte] en/of diens mededader, in welke garage(box) verdachte [medeverdachte] en/of diens mededader zich voorafgaande aan vooromschreven misdrijf heeft/hebben omgekleed en/of een scooter heeft/hebben achtergelaten en/of
- (vervolgens) zich met die/dit Albert Heijn-tasje(s), inhoudende (extra) kleding en/of paspoort en/of sleutels en/of schoeisel en/of horloge van [medeverdachte] en/of diens mededader, te begeven naar de afgesproken locatie.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven, reeds omdat er sprake is van beperkt appel van het openbaar ministerie.

Vordering van het openbaar ministerie

De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte voor het onder 2 tenlastegelegde zal worden vrijgesproken en voor het onder 1 subsidiair ten laste gelegde zal worden veroordeeld tot een maand gevangenisstraf.
De advocaat-generaal vraagt met betrekking tot feit 1 subsidiair vrijspraak voor de medeplichtigheid voorzover betrekking hebbend op het door een dader gebruikte vuurwapen bij de overval.

Vrijspraak

Naar het oordeel van het hof is niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen de verdachte onder 1 primair en subsidiair en 2 primair en subsidiair is ten laste gelegd, zodat de verdachte hiervan moet worden vrijgesproken.
Uit de stukken komt naar voren dat de verdachte voorafgaande aan de overval samen met de medeverdachte [medeverdachte] bij de Albert Heijn plastic tasjes heeft gekocht. Eén van die plastic tasjes heeft [medeverdachte] gevuld met spullen en aan de verdachte gegeven. De verdachte heeft dit tasje voor [medeverdachte] en de andere medeverdachte bewaard. Later, toen de verdachte deze mededader tegenkwam, heeft de verdachte het tasje aan hem gegeven.
Gezegd kan worden dat verdachte met het verrichten van voornoemde handelingen in zekere zin behulpzaam is geweest vóór en na de door [medeverdachte] en een ander gepleegde overval. Het hof is echter, net als de rechtbank, van oordeel dat deze handeling niet zodanig heeft bijgedragen aan de overval dat gesproken kan worden van medeplichtigheid van verdachte, zodat de verdachte dient te worden vrijgesproken van feit 1.
Gelet op het voorgaande kan ook voor feit 2 geen veroordeling voor (medeplichtigheid aan) gekwalificeerde poging doodslag volgen.

Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 5]

De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt € 3.000,00. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep niet-ontvankelijk verklaard. De benadeelde partij heeft zich in hoger beroep opnieuw gevoegd voor het bedrag van haar oorspronkelijke vordering.
De verdachte wordt niet schuldig verklaard ter zake van het onder 1 en 2 ten laste gelegde handelen waardoor de gestelde schade zou zijn veroorzaakt. De benadeelde partij kan daarom in haar vordering niet worden ontvangen.

Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1]

De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt € 8.123,82. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep niet-ontvankelijk verklaard. De benadeelde partij heeft zich in hoger beroep opnieuw gevoegd voor het bedrag van haar oorspronkelijke vordering.
De verdachte wordt niet schuldig verklaard ter zake van het onder 1 en 2 ten laste gelegde handelen waardoor de gestelde schade zou zijn veroorzaakt. De benadeelde partij kan daarom in haar vordering niet worden ontvangen.

Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 1]

De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt € 1.105,91. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep niet-ontvankelijk verklaard. De benadeelde partij heeft zich in hoger beroep opnieuw gevoegd voor het bedrag van haar oorspronkelijke vordering.
De verdachte wordt niet schuldig verklaard ter zake van het onder 1 en 2 ten laste gelegde handelen waardoor de gestelde schade zou zijn veroorzaakt. De benadeelde partij kan daarom in haar vordering niet worden ontvangen.

Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 2]

De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt € 363,00. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep niet-ontvankelijk verklaard. De benadeelde partij heeft zich in hoger beroep opnieuw gevoegd voor het bedrag van haar oorspronkelijke vordering.
De verdachte wordt niet schuldig verklaard ter zake van het onder 1 en 2 ten laste gelegde handelen waardoor de gestelde schade zou zijn veroorzaakt. De benadeelde partij kan daarom in haar vordering niet worden ontvangen.

Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 4]

De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt € 3.000,00. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep niet-ontvankelijk verklaard. De benadeelde partij heeft zich in hoger beroep opnieuw gevoegd voor het bedrag van haar oorspronkelijke vordering.
De verdachte wordt niet schuldig verklaard ter zake van het onder 1 en 2 ten laste gelegde handelen waardoor de gestelde schade zou zijn veroorzaakt. De benadeelde partij kan daarom in haar vordering niet worden ontvangen.

BESLISSING

Het hof:
Verklaart het openbaar ministerie niet-ontvankelijk in het hoger beroep, voorzover gericht tegen de beslissing ter zake van het onder 3 ten laste gelegde.
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het onder 1 primair en subsidiair en 2 primair en subsidiair ten laste gelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 5]
Verklaart de benadeelde partij [slachtoffer 5] in haar vordering tot schadevergoeding niet-ontvankelijk.
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1]
Verklaart de benadeelde partij [slachtoffer 1] in haar vordering tot schadevergoeding niet-ontvankelijk.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 1]
Verklaart de benadeelde partij [benadeelde 1] in haar vordering tot schadevergoeding niet-ontvankelijk.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 2]
Verklaart de benadeelde partij [benadeelde 2] in haar vordering tot schadevergoeding niet-ontvankelijk.
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 4]
Verklaart de benadeelde partij [slachtoffer 4] in haar vordering tot schadevergoeding niet-ontvankelijk.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. M.M.H.P. Houben, mr. H.W.J. de Groot en mr. D. Radder, in tegenwoordigheid van mr. A.M.R. Karsemeijer, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 16 april 2014.
[...]