Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.[APPELLANTE SUB 1],
[APPELLANT SUB 2],
ABN AMRO BANK N.V.,
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Amsterdam, is het hoger beroep van [appellant sub 2] niet-ontvankelijk verklaard omdat hij geen zekerheid heeft gesteld zoals bevolen door het hof. Het hof had eerder in een arrest in het incident op 22 oktober 2013 vastgesteld dat [appellant sub 2] geen woonplaats of bekende verblijfplaats in Nederland had. Hij werd bevolen om uiterlijk op 19 november 2013 een bankgarantie van € 2.644,50 te stellen. Het hof oordeelde dat [appellant sub 2] niet tijdig had aangetoond dat hij weer in Nederland woonde en de gevraagde zekerheid niet had gesteld. Hierdoor kon hij niet ontvankelijk worden verklaard in zijn hoger beroep.
[Appellante sub 1] blijft in het hoger beroep, en haar zaak is verwezen naar de rol van 29 april 2014 voor beraad. Het hof heeft aangegeven dat als [appellante sub 1] pleidooi wenst, zij de benodigde stukken moet indienen en de verhinderdata van beide partijen moet opgeven. De beslissing van het hof is openbaar uitgesproken op 15 april 2014 door de meervoudige burgerlijke kamer, bestaande uit de rechters M.M.M. Tillema, E.E. van Tuyll van Serooskerken-Röell en M.J.J. de Bontridder.