Uitspraak
mr. M. van Hooijdonk, kantoorhoudende te Amsterdam,
DE GEZAMENLIJKE, NIET BIJ NAAM BEKENDE, HOUDERS VAN AANDELEN AAN TOONDER IN HET GEPLAATSTE KAPITAAL VAN DE NAAMLOZE VENNOOTSCHAP DIM VASTGOED N.V., GEVESTIGD TE AMSTERDAM,
[Gedaagde 1],
[Gedaagde 2],
[Gedaagde 3],
[Gedaagde 4],
mr. P.J. van der Korst,kantoorhoudende te Amsterdam,
VEB NCBV,
mr. I.M.C.A. Reinders Folmer, kantoorhoudende te Amsterdam,
1.Het verloop van het geding
de prijs per aandeel dient te worden vastgesteld op USD 3,85 en dat de door haar geboden uitkoopprijs van USD 7,30 dient te worden toegewezen”.
primairdat een nieuw onderzoek naar de waarde van de aandelen DIM dient plaats te vinden waarbij alle door Southeast, DIM en Equity One Inc. (hierna Equity One te noemen) – naar de Ondernemingskamer begrijpt: – aan de deskundigen verschafte en te verschaffen informatie ook aan [Gedaagde 1] c.s. moet worden verstrekt;
2.De gronden van de beslissing
enreserves
). Een eventueel in 2012 uitgekeerd dividend dient hierop in mindering te worden gebracht. De basis voor de berekening van deze waarde is de door DIM per 30 juni 2012 volgens IFRS gerapporteerde NAV. Hierop is door Deskundigen een aantal correcties aangebracht (berekend per 31 december 2011, maar zeer waarschijnlijk niet materieel gewijzigd) om de INREV NAV te berekenen die gebruikelijk is voor de waardering van (participaties in) Europese niet-beursgenoteerde vastgoedfondsen en die de economische waarde goed benadert. Vervolgens is een correctie aangebracht voor de impliciet in het gerealiseerde verlies op de verkoop van 17 winkelcentra begrepenfees
enreserves
die volgens Deskundigen redelijkerwijs door Equity One hadden moeten worden gedragen.
die Deskundigen minder realistisch achten.”
feesen
reserves. [Gedaagde 1] c.s. en VEB hebben bezwaren aangevoerd tegen de wijze waarop het rapport van de deskundigen tot stand is gekomen en gesteld zich niet te kunnen verenigen met de bevindingen van de deskundigen.
‘van de inhoud van de opmerkingen en de verzoeken van partijen in het schriftelijk bericht van de deskundigen melding wordt gemaakt en dat indien een partij schriftelijke opmerkingen aan de deskundigen doet toekomen, zij daarvan terstond afschrift aan de wederpartij(en) dienen te doen toekomen’. Volgens [Gedaagde 1] c.s. hebben de deskundigen in strijd daarmee hun bevindingen gebaseerd op gegevens die zijn verschaft door Equity One dan wel DIM, zonder dat deze ter kennis zijn gebracht aan [Gedaagde 1] c.s. Het gaat daarbij – naar de Ondernemingskamer begrijpt – om de door de deskundigen relevant geachte informatie opgevraagd bij DIM en Equity One en de aanpassing van feitelijke onjuistheden (de Ondernemingskamer begrijpt:) in de presentatie van vertrouwelijke informatie in het conceptrapport door de deskundigen op verzoek van DIM en Equity One. Het deskundigenbericht kan volgens [Gedaagde 1] c.s. om deze reden in de huidige vorm geen basis vormen voor de Ondernemingskamer om tot vaststelling van de prijs van de aandelen DIM te komen, omdat
‘dat zou betekenen dat de Ondernemingskamer zijn oordeel – in strijd met artikel 19 Rv – zou baseren op bescheiden en andere gegevens waarvan [Gedaagde 1] c.s. geen kennis heeft kunnen nemen en waarover [Gedaagde 1] c.s. zich – dus – niet (voldoende) heeft kunnen uitlaten’. VEB heeft zich aangesloten bij dit betoog van [Gedaagde 1] c.s.
- een concept-rapport hebben opgesteld en aan DIM en Equity One toegestuurd;
- feitelijke onjuistheden (de Ondernemingskamer begrijpt:) in de presentatie van vertrouwelijke informatie op verzoek van DIM en Equity One in het concept-rapport hebben aangepast;
- het aangepaste concept-rapport aan de overige bij de procedure betrokken partijen hebben toegestuurd; en
- het eindrapport hebben opgesteld, waarin de relevant geachte opmerkingen naar aanleiding van het concept-rapport zijn verwerkt.
DIM en Equity One hebben bij de beantwoording van de door Deskundigen gestelde vragen informatie aangeleverd waarvan zij hebben aangegeven dat deze vertrouwelijk is. Deskundigen hebben de betreffende informatie gebruikt voor hun oordeelsvorming en vertrouwelijke informatie alleen opgenomen in het rapport indien en voor zover dit voor de onderbouwing van de conclusies noodzakelijk wordt geacht.”
de RvC van DIM heeft vastgesteld dat de “onafhankelijke taxaties
” van de winkelcentra“waarschijnlijk vooral desktop (zonder bezoek aan de locaties) werden uitgevoerd
”;
bestuur en RvC nimmer een “fairness opinion
” inzake de waarderingen of prijs nodig hebben geacht, noch in het kader van het Openbaar Bod door Equity One van april 2010 noch in het kader van de Strategic Sale van december 2011, aldus ook het Deskundigenbericht (p. 7 en 9).”
fairness opinioninzake de waarderingen en prijs in het kader van het openbaar bod door Equity One en de
Strategic Saleniet nodig hebben geacht, maakt dat de overige overgelegde informatie onvolledig en onjuist is.
ook de substantiële afschrijvingen op het vastgoedportfolio, de dramatische koersdaling van de aandelen sinds het aantreden van Equity One en de voorgenomen claimemissie een aperte grond voor een vordering tot schadevergoeding tegen Equity One en de bestuurders en commissarissen van DIM”. Volgens [Gedaagde 1] c.s. dient een aanvullend onderzoek te worden verricht met onder meer een beoordeling en waardering van de vordering gegrond op voormelde bezwaren.
het onderzoeken van de onderbouwing van de Strategic Sale door het bestuur en de commissarissen van DIM en de juridische haalbaarheid van een vordering van DIM op Equity One, bestuur en commissarissen van DIM”.