arrest
___________________________________________________________________ _ _
afdeling civiel recht en belastingrecht, team II
zaaknummer: 200.039.894/01
zaaknummer rechtbank Noord-Holland: 400207 / CV EXPL 08-7109
arrest van de meervoudige burgerlijke kamer van 5 maart 2013
de commanditaire vennootschap
CREDITLINE C.V.,
gevestigd te ’s-Gravenhage,
APPELLANTE,
advocaat: mr. M.P.K. Grootenboer te Barendrecht,
[ GEÏNTIMEERDE ],
wonende te [ plaatsnaam ],
GEÏNTIMEERDE,
advocaat: mr. I.M. Sinnige te Purmerend.
1. Het geding in hoger beroep
Partijen worden hierna ook Creditline dan wel (naar de rechtsvoorgangster van appellante) Comfort Reizenclub en [ Geïntimeerde ] genoemd.
Comfort Reizenclub is bij dagvaarding van 29 juni 2009 in hoger beroep gekomen van een vonnis van de rechtbank Haarlem, sector kanton, locatie Zaandam (hierna: de kantonrechter), van 2 april 2009 gewezen tussen Comfort Reizenclub als eiseres en [ Geïntimeerde ] als gedaagde.
Bij arrest van dit hof van 18 augustus 2009 is een comparitie van partijen bepaald. Deze heeft geen doorgang gevonden.
Partijen hebben daarna de volgende stukken ingediend:
- memorie van grieven;
- memorie van antwoord, met een productie.
Comfort Reizenclub heeft geconcludeerd dat het hof het bestreden vonnis zal vernietigen en alsnog haar vorderingen zal toewijzen, met beslissing over de proceskosten.
[ Geïntimeerde ] heeft - naar het hof begrijpt - geconcludeerd tot bekrachtiging van het bestreden vonnis, met beslissing over de proceskosten.
Beide partijen hebben bewijs van hun stellingen aangeboden.
Ten slotte is arrest gevraagd.
2.1 De kantonrechter heeft in het bestreden vonnis de feiten vastgesteld die hij tot uitgangspunt heeft genomen. Voor zover Comfort Reizenclub zich met haar grieven 1 en 2 tegen deze feitenvaststelling richt, zal het hof hiermee rekening houden. Samengevat en waar nodig aangevuld met andere feiten die als enerzijds gesteld en anderzijds niet of onvoldoende betwist zijn komen vast te staan, komen de feiten neer op het volgende.
2.1.1 Op 23 oktober 2007 heeft [ Geïntimeerde ], die toen 71 jaar oud was, deelgenomen aan een door Comfort Reizenclub georganiseerde dagtocht. In een gelijksoortige folder voor dergelijke dagtochten stond vermeld dat er vervoerd wordt in een luxe touringcar naar een zaal in ‘een historisch dorpje langs de Linge. Dit dorpje staat bekend om hun karakteristieke boerderijen en hun kerk uit de 14e eeuw’. Behalve de reis werd de deelnemers onder andere een kopje koffie en een broodmaaltijd beloofd, een gratis bingo, prachtige cadeaus, live muziek en een superverloting. Tevens mochten zij rekenen op een ‘leuke presentatie’.
2.1.2 Ter plaatse aangekomen werd [ Geïntimeerde ] samen met de andere deelnemers naar een zaal geleid, waarna een meerdere uren durende presentatie volgde over de heilzame werking van een door Comfort Reizenclub ten verkoop aangeboden paardenmelkproduct met de naam ‘Primafortes’. Deze presentatie werd verzorgd door een heer, die aangaf belangstelling te hebben voor gezondheidszorg en kennis had opgedaan over voedingssupplementen. Tijdens de presentatie werd geen eten of drinken verstrekt en de zaaldeuren werden dicht gedaan. De aanwezigen werden aangespoord naar de presentator te luisteren.
2.1.3 Het aangeprezen product was volgens Comfort Reizenclub ‘van 100% zuivere paardenmelk’ gemaakt. Paardenmelk stond volgens Comfort Reizenclub verder al ‘eeuwenlang’ bekend als ‘een natuurproduct met geneeskrachtige eigenschappen.’ Aandoeningen waarop paardenmelk een heilzame werking zou kunnen hebben waren volgens Comfort Reizenclub van zeer onderscheiden aard. Genoemd werden onder meer huidaandoeningen, reumatische aandoeningen, maag- en darmklachten, leveraandoeningen, stoornissen aan het hart en in de bloedsomloop en depressies.
2.1.4 Na afloop van de presentatie heeft [ Geïntimeerde ] in een aparte ruimte over de aankoop van paardenmelkproduct gesproken. Haar is verteld dat zij voor het totaalbedrag ook een aantal cadeaus zou krijgen. Desgevraagd kreeg [ Geïntimeerde ], die lijdende is aan spataderen, te horen dat het product ook daartegen een gunstig effect zou kunnen hebben. Daarop heeft [ Geïntimeerde ] voor in totaal € 2.798,-- aan product besteld. Omdat in termijnen mocht worden betaald kwam daar nog € 205,86 aan rente bij, zodat in totaal verschuldigd was € 3.003,86. [ Geïntimeerde ] kreeg het bestelde product gelijk mee naar huis, zo ook de toegezegde cadeaus. [ Geïntimeerde ] heeft daarop € 429,12 voldaan, waarna € 2.574,74 resteerde.
2.1.5 De dag na aankoop heeft Comfort Reizenclub het gesloten contract overeenkomstig artikel 25 van de Colportagewet van een gewaarmerkte dagtekening laten voorzien bij de bevoegde kamer van koophandel.
2.1.6 [ Geïntimeerde ] heeft de restantvordering niet voldaan.
2.1.7 Comfort Reizenclub heeft haar vordering op [ Geïntimeerde ] aan Creditline C.V. gecedeerd.
3.1 In dit geding vordert Creditline C.V. betaling door [ Geïntimeerde ] van een bedrag van € 2.574,74 in hoofdsom, met rente en kosten. De kantonrechter heeft de vordering afgewezen en geoordeeld dat zowel sprake is geweest van misbruik van omstandigheden als van dwaling, zodat [ Geïntimeerde ] terecht de overeenkomst partieel heeft vernietigd. Tegen deze beslissing en de daaraan ten grondslag gelegde motivering komt Creditline C.V. met haar grieven op.
3.2 Met grief 1 voert Creditline C.V. aan dat de kantonrechter geen hoor en wederhoor heeft toegepast. Wat daarvan zij, de grief kan, gelet op de herstelfunctie van het hoger beroep, niet tot vernietiging van het bestreden vonnis leiden en faalt daarom.
3.3 Grief 5 is gericht tegen het oordeel dat Comfort Reizenclub bij het aangaan van de overeenkomst met [ Geïntimeerde ] misbruik van omstandigheden heeft gemaakt. Bij de beoordeling van deze grief stelt het hof het volgende voorop.
3.3.1 De feiten zoals onder 2.2.1 e.v. aangehaald duiden op de volgende door Comfort Reizenclub gecreëerde bijzondere omstandigheden. Comfort Reizenclub heeft allereerst een bijzondere gelegenheid gecreëerd om geïnteresseerden tot koop van paardenmelkproduct over te halen. Comfort Reizen organiseerde daartoe zeer goedkope dagtochten, waarbij zij in haar folder de suggestie wekt van een recreatieve dagvulling en waarbij onder meer cadeaus worden beloofd ([ Geïntimeerde ] heeft als productie 1 bij conclusie van antwoord in eerste aanleg een folder overgelegd, soortgelijk aan die waarop zij heeft gereageerd). In werkelijkheid (Comfort Reizenclub laat dat in de folder niet blijken) bestond een zeer belangrijk deel van de dagtocht uit een twee uur (volgens Comfort Reizenclub) dan wel drie uur (volgens [ Geïntimeerde ]) durende presentatie in een zaal met gesloten deuren over het door Comfort Reizenclub ten verkoop aangeboden paardenmelkproduct, dat de deelnemers ter plekke konden aanschaffen. Daarbij komt, dat Comfort Reizenclub die presentatie liet geven door een persoon die op zijn minst de indruk wekte over kennis op het gebied van voedingssupplementen te beschikken en tijdens die presentatie benadrukte dat het paardenmelkproduct bij tal van aandoeningen een heilzame werking zou kunnen hebben. Onbetwist is voorts, dat daarbij aan [ Geïntimeerde ] te kennen is gegeven dat dat ook bij spataderen (waaraan zij leed) het geval kon zijn. Vast staat verder dat [ Geïntimeerde ] na de presentatie de paardenmelkproducten heeft gekocht, daarvoor een bedrag van in totaal € 3.003,86 verschuldigd was en dat Comfort Reizenclub haar bij deze aankoop diverse, haar eerder op wervende wijze in het vooruitzicht gestelde cadeaus heeft gegeven.
3.3.2 Naar ’s hofs oordeel brengt dit een en ander mee dat Comfort Reizenclub wist of moest zij begrijpen dat [ Geïntimeerde ], toen een 71-jarige vrouw, door voornoemde bijzondere (door Comfort Reizenclub zelf bewerkstelligde) omstandigheden werd bewogen tot aankoop van een duur paardenmelkproduct en dat Comfort Reizenclub die aankoop heeft bevorderd, terwijl hetgeen Comfort Reizenclub wist haar daarvan zou behoren te weerhouden. Comfort Reizenclub moet hebben begrepen dat de kans dat het paardenmelkproduct de spataderen van [ Geïntimeerde ] zou verminderen niet realistisch was. Weliswaar heeft Comfort Reizenclub erop gewezen dat [ Geïntimeerde ] de kuur met paardenmelkproduct niet heeft afgemaakt, maar zij heeft nagelaten te stellen en te onderbouwen dat en waardoor het afmaken van die kuur wel tot een voor [ Geïntimeerde ] bevredigend resultaat zou hebben geleid.
3.3.3 Comfort Reizenclub heeft betoogd dat het paardenmelkproduct slechts als een voedingssupplement is aangeboden en dat nimmer is gesuggereerd dat het een medicijn was dat spataderen kon genezen. Die stelling impliceert dat [ Geïntimeerde ] voor een bedrag van enkele duizenden euro’s niet meer dan een voedingssupplement heeft gekocht, ten aanzien waarvan zij geen bijzondere verwachtingen ter verbetering van haar gezondheid mocht hebben. Een dergelijke - evident niet in het belang van de koper zijnde - aankoop ligt zozeer buiten de normale lijn van handelen dat het, mede gezien de overige hiervoor gerelateerde omstandigheden, op de weg van Comfort Reizenclub had gelegen om nader te onderbouwen waarom zij [ Geïntimeerde ] toch niet van die koop had behoren te weerhouden. Dat heeft Comfort Reizenclub nagelaten. De enkele stelling van Comfort Reizenclub dat [ Geïntimeerde ] bij haar volle verstand de aankoop heeft gedaan omdat zij vitaal genoeg is om de hele dag op pad te gaan, volstaat in dat verband niet. Dat geldt temeer nu, als overwogen, Comfort Reizenclub zelf de omstandigheden ter bevordering van de verkoop aan [ Geïntimeerde ] heeft gecreëerd.
3.3.4 Het voorgaande leidt tot het oordeel dat de kantonrechter terecht heeft aangenomen dat de overeenkomst onder invloed van misbruik van omstandigheden tot stand is gekomen. Grief 5 faalt.
3.4 Bij voornoemd oordeel is niet van belang of Comfort Reizenclub (ook) in strijd heeft gehandeld met de Richtlijn Oneerlijke Handelspraktijken (Richtlijn 2005/29/EG van het Europees Parlement en de Raad van 1 mei 2005, PB 11.6.2005, L 149/22). De grieven 3 en 4 behoeven daarom bij gebrek aan belang geen bespreking.
3.5 Het oordeel van het hof dat sprake was van misbruik van omstandigheden brengt mede, dat [ Geïntimeerde ] terecht de overeenkomst partieel heeft vernietigd. Bij de behandeling van grief 6, ertoe strekkend dat geen sprake was van dwaling, bestaat daarom evenmin belang.
3.6 De voorwaardelijke grieven 7 en 8 behoeven geen bespreking, omdat de daarop betrekking hebbende voorwaarde dat de eerdere grieven slagen, niet is vervuld.
3.7 De slotsom luidt dat de vordering van Comfort Reizenclub terecht is afgewezen. Comfort Reizenclub is terecht in de proceskosten veroordeeld. Grief 9 faalt eveneens.
3.8 De grieven falen. Het vonnis waarvan beroep zal worden bekrachtigd. Comfort Reizenclub zal als in het ongelijk gestelde partij worden verwezen in de kosten van het geding in appel.
bekrachtigt het vonnis waarvan beroep;
veroordeelt Creditline C.V. in de kosten van het geding in hoger beroep, tot op heden aan de zijde van [ Geïntimeerde ] begroot op € 262,-- aan verschotten en € 894,-- voor salaris advocaat, op de voet van artikel 243 Rv. te betalen aan de griffier van dit hof.
Dit arrest is gewezen door mrs. R.H. de Bock, W.J. Noordhuizen en C.C. Meijer en door de rolraadsheer in het openbaar uitgesproken op 5 maart 2013.