zaaknummer 200.090.702/01
15 januari 2013
GERECHTSHOF TE AMSTERDAM
MEERVOUDIGE BURGERLIJKE KAMER
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[APPELLANTE],
gevestigd te Goor, gemeente Hof van Twente,
[APPELLANTE],
advocaat: mr. E.T.J.A.M. Nijkamp te Hengelo,
[GEÏNTIMEERDE],
wonende te [woonplaats],
GEÏNTIMEERDE,
advocaat: mr. J.P.G. Bouwman te Naaldwijk.
De partijen worden hierna [appellante] en [geïntimeerde] genoemd.
1. Het geding in hoger beroep
1.1 Bij dagvaarding van 15 juni 2011 is [appellante] in hoger beroep gekomen van het vonnis van de rechtbank Haarlem van 16 maart 2011, in deze zaak onder zaak-/rolnummer
169385 / HA ZA 10-659 gewezen tussen haar als eiseres en
[geïntimeerde] als gedaagde.
1.2 Bij memorie van grieven heeft [appellante] twaalf grieven tegen het vonnis aangevoerd, haar eis gewijzigd, bewijs aangeboden, producties in het geding gebracht en geconcludeerd, naar het hof verstaat, zakelijk weergegeven, dat het hof het vonnis zal vernietigen en, bij arrest uitvoerbaar bij voorraad, haar gewijzigde vordering zal toeijzen, met veroordeling van [geïntimeerde] in de kosten van het geding in beide instanties, met nakosten en rente.
1.3 Bij memorie van antwoord heeft [geïntimeerde] de grieven bestreden, bewijs aangeboden, producties in het geding gebracht en geconcludeerd dat het hof het vonnis zal bekrachtigen en de gewijzigde vordering van [appellante] zal afwijzen, met haar veroordeling, uitvoerbaar bij voorraad, in de kosten van het hoger beroep, met nakosten en rente.
1.4 Ten slotte is arrest op de stukken gevraagd.
2.1 De rechtbank heeft onder rov. 2.1 tot en met 2.21 van het bestreden vonnis een aantal feiten vastgesteld. De grieven I tot en met VI zijn (hoofdzakelijk) gericht tegen deze feitenvaststelling. Het hof zal daarmee rekening houden. Voor zover de door de rechtbank vastgestelde feiten niet in geschil zijn, zal ook het hof van die feiten uitgaan.
2.2 Tussen partijen staat het volgende vast.
2.2.1 Partijen hebben met elkaar besprekingen en onderhandelingen gevoerd over een door [appellante] te bouwen woonhuis ten behoeve van [geïntimeerde] op het landgoed "Groot Brunink" te Enschede. De woning zou worden gerealiseerd met behulp van [M.] Architecten (hierna: de architect). Voorts hebben partijen gesproken over een te bouwen garage/paardenstal.
2.2.2 Nadat [appellante] ter zake van het te bouwen woonhuis in november 2008 een aanneemsom had geoffreerd die voor
[geïntimeerde] financieel niet haalbaar was, hebben partijen, ten dele via [A.] van [Z.] Makelaars te Enschede (hierna: de makelaar), die partijen bij elkaar had gebracht, en ten dele rechtstreeks, nadere onderhandelingen gevoerd, teneinde het bouwplan voor het huis en het budget van
[geïntimeerde] op elkaar te laten aansluiten.
2.2.3 Bij e-mail van 15 december 2008 heeft [geïntimeerde] onder meer het volgende aan de makelaar meegedeeld:
"Om misverstanden te voorkomen: Het bedrag van maximaal 600.000 euro, dat ik aangaf in mijn mailtje, is inclusief de 119.000 euro voor aankoop, sloop, gemaakte architectkosten e.d. Er resteert dus 481.000 euro voor de bouw en evt. aanvullende kosten voor de architect.
(...) Maar meer indikken kan ik niet en genoegen nemen met minder kwaliteit wil ik niet. Ik hoop dat je daar begrip voor hebt."
2.2.4 Bij e-mail van 16 december 2008 heeft [geïntimeerde] onder meer het volgende aan de makelaar meegedeeld:
"Ten aanzien van de keuze voor een aannemer laat ik me graag door jou adviseren. Dus vind ik het prima wanneer [appellante] als eerste de kans krijgt om hier op te reageren. Maar laat het wel duidelijk zijn dat de financiele ruimte die ik heb aangegeven, vast staat."
2.2.5 Op 16 januari 2009 heeft een bespreking plaatsgevonden tussen partijen, naar aanleiding waarvan [appellante] een bedrag van € 540.728,51 heeft geoffreerd.
2.2.6 Bij e-mail van 18 januari 2009 heeft [geïntimeerde] onder meer het volgende aan de makelaar meegedeeld:
"Heb vrijdag een uitvoerig geprek gehad bij [appellante]. Hebben alle mogelijke bezuinigingsposten doorlopen. Had bovendien nog wat m3 gewonnen door de kelderverdieping te verkleinen. Komen nu uit op een huis van 978 m3. De voorlopige conclusie was dat er toch nog een behoorlijk gat zit tussen mijn maximaal besteedbaar budget van 481.000 euro en de begroting.
(481.000,- : 978 = 492,- euro per m3 !)
[appellante] gaat nog een keer rekenen. Heb hen aangegeven dat ik graag met hen verder ga, maar dat ik een maximaal budget heb waar ik niet aan wil tornen."
2.2.7 Bij e-mail van 22 januari 2009 heeft de makelaar onder meer het volgende aan [geïntimeerde] meegedeeld:
"Gister contact gehad met Lucas [appellante]. Ik begrijp dat jullie met veel inzet en enthousiasme trachten de "puzzel" naar ieders wens tot een positief resultaat te leiden.
(...)
Welnu, het "verschil" is mij bekend (...).
Ik doe beide partijen het volgende voorstel met de inzet succes en definitieve afronding.
[appellante] bouwt voor jullie het tussen jullie besproken landhuis voor een aanneemsom van € 515.000,- inclusief btw.
(...)"
Bij e-mailbericht van 25 januari 2009 heeft [geïntimeerde] onder meer het volgende aan de makelaar medegedeeld:
"Het verschil met jouw voorstel van 515.000 euro is te groot. Ik ben bereid (...) mijn bouwbudget aan te passen naar 500.000 euro."
Bij e-mailbericht van 26 januari 2009 heeft de makelaar onder meer het volgende aan [geïntimeerde] meegedeeld:
"Vandaag heen en weer gebeld (...) en tot een advies gekomen. Een advies waarvan ik hoop dat dit onze doorbraak en jullie beslissing en instemming zal dragen, en ... verkrijgen zodat we eindelijk over kunnen gaan tot een koopovereenkomst (...). Het resultaat (...) Bouwsom
€ 508.000,- inclusief btw en conform jullie overeengekomen afspraken en kwaliteiten."
[geïntimeerde] is akkoord gegaan met de aanneemsom van
€ 508.000,00 inclusief btw.
2.2.8 Bij e-mail van 27 januari 2009 heeft de makelaar onder meer het volgende aan onder anderen [geïntimeerde] en [appellante] meegedeeld:
"Gefeliciteerd, gefeliciteerd met jullie positieve beslissing en keuze om in de toekomst in Twente en met name op het fraaie Landgoed Het Groot Brunink te gaan wonen. (...)
Met Aannemersbedrijf [appellante] en zonen bv en of [appellante] Bouwt/[appellante] Kleinbouw hebben jullie overeenstemming bereikt v.w.b. de bouw en uitvoering van een nieuw te bouwen landhuis op de hierboven genoemde locatie tegen een totale bouwsom van €. 508.000,- inclusief btw. Bouw en Uitvoering zullen in een tussen jullie en Aannemersbedrijf [appellante] op te maken Aannemingsovereenkomst worden vastgelegd.
Wij zullen conform het hier bovenstaande op korte termijn, i.v.m. afspraken met jullie adviseurs nog mogelijk vandaag een ontwerp koopovereenkomst opstellen. "
Enige minuten later heeft de makelaar bij e-mail onder meer het volgende aan [geïntimeerde] meegedeeld:
"Renee, Ton, Niet geheel onbelangrijk voor het opmaken, jullie volledige personalia, geboortedatum, waar, huidig adres ID nummers en gehuwd in of buiten gemeenschap, indien anders geregistreerd partnerschap enz. Graag zie ik deze gegevens indien mogelijk per omgaande tegemoet."
2.2.9 Bij e-mail van 29 januari 2009 heeft [geïntimeerde] aan [appellante] meegedeeld:
"Fijn dat we er uiteindelijk uitgekomen zijn. Ik heb nog behoorlijk moeten graven om uiteindelijk op een verantwoorde manier die extra ruimte te vinden, maar dat hebben jullie ook moeten doen, zoals ik heb begrepen. (...)
Om zo min mogelijk ruis of onduidelijkheden te hebben tijdens het bouwproces, probeer ik alle uitgangspunten, zoals we die besproken hebben, op papier te zetten. Bovendien zal ik mijn tekeningen ook daaraan aanpassen. Dat zal dan ook het vertrekpunt zijn voor de architect om het verder uit te werken. Ik ga er vanuit dat e.e.a. weer in een gedetailleerde calculatie wordt verwerkt, als bijlage bij de aannemingsovereenkomst.
Ik vermoed dat ik waarschijnlijk begin volgende week mijn stuk rond kan hebben. Dan zal ik zo snel mogelijk contact op nemen."
2.2.10 Bij e-mail van 29 januari 2009 heeft [appellante] hierop het volgende geantwoord:
"Bedank Ton voor de opdracht.
We zijn er blij mee en zullen er iets heel moois van maken.
We zien de stukken volgende week voorbij komen en we gaan er graag zsm mee aan de slag"
2.2.11 Bij e-mail van 3 februari 2009 aan [appellante] heeft
[geïntimeerde] het volgende meegedeeld:
"Zoals beloofd: de aangepaste tekeningen, de nieuwe omvangberekening en de voorlopige uitvoering en afwerklijst. Volgens mij zijn hierin alle aanpassingen en veranderingen die we op 18 januari hebben besproken, inclusief de extra (bezuinigings)aanpassing die ik op 20 januari nog naar Wim heb gemaild, verwerkt. Dit zal dus ook het uitgangspunt voor de architect zijn voor de uitwerking. En in dat proces zullen er ongetwijfeld wel een paar details net iets anders uitpakken dan nu op deze tekening staat. Maar dat zullen geen wezenlijke aanpassingen zijn."
2.2.12 Bij brief gedateerd 4 februari 2009, met als onderwerp "Opdracht bevestiging", heeft [appellante] een overeenkomst van aanneming/offerte met bijlagen aan
[geïntimeerde] doen toekomen ter ondertekening. [geïntimeerde] heeft voormelde overeenkomst/offerte niet ondertekend.
2.2.13 In een attachment bij een e-mail van 15 februari 2009 heeft [geïntimeerde] het volgende aan [appellante] geschreven:
"Afgelopen woensdag jullie Overeenkomst van Aanneming ontvangen gebaseerd op mijn schetsontwerp en lijst met voorlopige uitgangspunten.
Het verbaasde me enigszins, omdat ik er van uitging dat eerst de architect het schetsontwerp nog zou omzetten naar een definitief/technisch ontwerp met de nodige constructieoplossingen en een bestek. En dat jullie die gegevens zouden verwerken. Zodat alle details, constructieve oplossingen, materiaalkeuzes en afwerkingwensen/opties, bekend zouden zijn en op papier zouden staan. Dit om discussies en kostenoverschrijdingen later in het proces te voorkomen.
Ik heb jullie Overeenkomst van Aanneming dit weekend zorgvuldig doorgenomen en ben tot de conclusie gekomen dat het in deze fase inderdaad verstandiger is om eerst alle details goed in beeld en op papier te hebben. Want in deze uitwerking zie ik dat jullie keuzes hebben gemaakt die niet de mijne zijn of waarvan het mij niet duidelijk is wat dat betekent voor het uiteindelijke beeld. Ik blijf met teveel vragen/onduidelijkheden zitten.
(...)
In eerdere besprekingen heb ik uitgebreid toegelicht en d.m.v. fotovoorbeelden laten zien, over welk smaak- en afwerkingsniveau ik het heb. Dat kan dus geen verassing zijn. In de uitwerking van deze offerte zie ik dat echter onvoldoende terug. Je zult daarom begrijpen dat ik deze Overeenkomst van Aanneming niet kan zien als een definitief contract.
Het lijkt me daarom verstandiger dat het schetsontwerp eerst verder wordt uitgewerkt. Enkele details kunnen wellicht nog verder vereenvoudigd worden. Het uitgangspunt blijft een sober en simpel huis, met een hoge graad van perfectie in detaillering en afwerking. Na uitwerking door architect en constructeur volgt een hercalculatie t.b.v. definitief contract. Ik ga er daarbij vanuit dat e.e.a. binnen het afgesproken (maximale) budget van 508.000 euro blijft passen.
Verder zijn er nog twee punten die ik graag opgenomen wil hebben in de Overeenkomst van Aanneming:
- Ik zou graag zien dat de nog noodzakelijke stelposten, verrekenposten worden. Het effect daarvan is dat ik de eventuele tegenvaller van de ene post, kan opvangen met een mogelijk voordeel van de andere.
- De keuken en het sanitair koop ik zelf in. Begroting wordt dus 45 000
euro (incl. BTW) lager. Bovendien valt dit bedrag dan ook buiten de opslagen.
Huizen bouwen is niet mijn dagelijks werk, al leer ik er elke dag meer over. Dacht/hoopte echt dat we al een heel eind waren en, met hier en daar nog wat aanscherpingen, snel zouden kunnen doorpakken. Maar ik heb me vergist.
Dit weekend is mij duidelijk geworden dat een grondigere voorbereiding, waarbij alles maar dan ook alles zo scherp mogelijk en tot in detail wordt vastgelegd (zowel qua constructie, uitvoering als afwerking), de basis is voor een soepel bouwproces met zo min mogelijk ergernis, verrassingen en/of budgetoverschrijdingen. En als ik me goed herinner was zorgvuldige en gedetailleerde voorbereiding een belangrijk uitgangspunt dat jijzelf in ons eerste gesprek naar voren bracht. Ik onderstreep dat graag."
2.2.14 Bij e-mail van 18 februari 2009, heeft [geïntimeerde] onder meer het volgende aan de makelaar, [appellante] en de architect meegedeeld:
"Even een berichtje om misverstanden te voorkomen.
De mail aan Lucas [appellante] was zo uitgebreid, omdat ik met een aantal voorbeelden duidelijk wilde maken dat ik het verstandiger vind om eerst helederheid te hebben over veel, zo niet alle details, voordat ik accoord kan gaan met de aanneemovereenkomst. Dit om zoveel mogelijk onduidelijkheden, misverstanden, verrassingen of interpretatieverschillen, en daarmee mogelijke budgetoverschrijdingen, te voorkomen.
De volgorde die ik nu in eerste instantie wil aanhouden is dat ik eerst overleg heb met de architect. A.s. vrijdag heb ik een afspraak bij [M.] Architekten met [V.]. Met hem bespreek ik de route om tot invulling te komen van alle mogelijk details. Van constructie-oplossingen tot schakelmateriaal en van materiaalkeuze tot afwerking.
E.e.a. moet leiden tot een zorgvuldig technisch ontwerp en een gedetailleerd bestek. En die informatie kan dan verwerkt worden in de definitieve aanneemovereenkomst. M.i. de beste garantie, voor een kostenefficient een soepel verloop van het bouwproces.
Ik ga er vanuit dat jullie je in deze aanpak kunnen vinden. Ik hou jullie op de hoogte."
2.2.15 Op 12 juni 2009 heeft op het kantoor van de architect overleg plaatsgevonden tussen [geïntimeerde] en [appellante]. Op 19 augustus 2009 heeft [appellante] een aangepaste prijsopgave gedaan van € 589.126,73 (inclusief btw) voor de realisatie van de woning.
2.2.16 Bij e-mail van 23 augustus 2009 heeft [geïntimeerde] aan [appellante] onder meer het volgende meegedeeld:
"Via [V.] van [M.] architecten heb ik jullie begrotingen ontvangen. Het verbaasde me trouwens wel dat ik die niet rechtstreeks kreeg toegestuurd.
En laat ik maar met de deur in huis vallen: Dit voelt niet als een zeer scherpe offerte zoals je me had toegezegd in ons gesprek bij [M.]. Ik ga 'm a.s. vrijdag ook nog doornemen met bouwbegeleiding, maar mijn eerste indruk is dat dit veel scherper moet kunnen. Zo komt de begroting voor het woonhuis ruim 80.000 euro hoger uit dan bij de vorige begroting, terwijl het ontwerp nauwelijks is aangepast. (...)
Daarom ga ik, hoewel ik dat aanvankelijk niet van plan was, nu toch enkele andere aannemers benaderen voor een offerte. Jullie hadden mijn voorkeur maar dan moest de prijs wel enigszins passen. En met deze prijsstelling laat je me geen andere keus."
2.2.17 Bij e-mail van 1 september 2009 heeft [geïntimeerde] aan [appellante] onder meer het volgende meegedeeld:
"Vorige week maandag heb ik je een mailtje gestuurd waarin ik heb aangegeven dat ik zeer teleurgesteld was over de begrotingen voor woonhuis en garage/paardestal. Woonhuis maar liefst zo'n 80.000 euro hoger dan de vorige begroting, terwijl er nauwelijks iets veranderd is.
(...)
Het waren wat mij betreft dan ook niet de 'scherpe prijzen' die je me tijdens ons laatste gesprek had toegezegd. Ik heb je in datzelfde mailtje dan ook aangegeven dat ik daarom andere offertes zal gaan opvragen.
Omdat ik tot nu toe geen reactie van jou/jullie heb ontvangen en ik dus ook niet zeker weet of e.e.a. bij jou is doorgekomen, stuur ik je dit berichtje. Zodat er geen misverstanden kunnen ontstaan."
2.2.18 Bij e-mail van 18 oktober 2009 heeft [geïntimeerde] aan [appellante] onder meer het volgende meegedeeld:
"Heb afgelopen vrijdag de nieuwe begroting ontvangen.
Dit weekend heb ik 'm uitgebreid kunnen doornemen en ook naast die van jullie gelegd. En dan constateer ik dat jullie begroting gewoon veel te hoog was.
Deze nieuwe begroting is zo'n 10% lager en is inhoudelijk op een aantal punten zelfs kwalitatiever (hogere RC waarden, nieuwe deuren garage, enz.)
Je zult begrijpen dat ik met deze uitkomst niet zoveel reden meer heb om met jullie weer aan tafel te gaan. Als het verschil kleiner was geweest, zou dat wellicht anders zijn. Maar het gat is te groot.
Ik dank jullie voor de tijd en moeite die aan dit project is besteed.
En ik wens jou het allerbeste."
2.2.19 Bij e-mailbericht van 11 november 2009 heeft de raadsman van [appellante] onder meer het volgende aan [geïntimeerde] meegedeeld:
"Cliënte heeft er overigens begrip voor getoond dat het bedrag, dat met de aanpassingen gepaard gaat, voor u tegenvallend was, maar u wordt er wel op gewezen dat het in deze om wezenlijke aanpassingen gaat. Ik wijs op een vergroting van het buitenterras met 11 m2, de gevelsteen vechtformaat, de breedplaatvloer van de verdieping, wanden en plafonds sausklaar in plaats van spac, het sauswerk, de wanden en de plafonds zijn nu ook berekend, de toegankelijkheid is moeilijk en er zijn extra calculatiekosten opgenomen.
Mijn cliënte heeft meerdere pogingen ondernomen om één en ander met u te bespreken, te meer omdat uw handelwijze niet past binnen de tot voor kort prettige verhoudingen en in de overtuiging dat ook de tegenvaller als gevolg van de aanpassingen moet kunnen worden opgelost. Ook de heer Mosman heeft pogingen ondernomen om u en mijn cliënte weer aan tafel te krijgen, waarbij overigens de heer Mosman de zienswijze van mijn cliënte ten aanzien van een overeenkomst ondersteunt. Alle pogingen blijken echter tevergeefs."
2.2.20 [geïntimeerde] heeft vervolgens aangeboden om onverplicht een vergoeding van een bedrag van € 3.000,00 tegen finale kwijting te betalen aan [appellante], welk aanbod bij brief van 18 november 2009 door de rechtsbijstandsverzekeraar van [geïntimeerde] is bevestigd.
2.2.21 Bij brief van 6 januari 2010 heeft (de raadsman van) [appellante] aan (de rechtsbijstandsverzekeraar van) [geïntimeerde] meegedeeld dat hij in verzuim is en hem aansprakelijk gesteld voor de schade.
2.2 In eerste aanleg heeft [appellante] - samengevat - veroordeling van [geïntimeerde] tot betaling van € 142.653,90, met rente en kosten, gevorderd. De rechtbank heeft de vordering afgewezen. Hiertegen is het hoger beroep gericht.
2.3 In hoger beroep heeft [appellante] primair - samengevat - veroordeling van [geïntimeerde] gevorderd tot betaling van
€ 110.548,93, met rente en kosten. Hiertoe heeft [appellante] betoogd dat tussen partijen een aannemingsovereenkomst tot stand is gekomen en dat zij - [appellante] - door de weigering van [geïntimeerde] om die na te komen, schade heeft geleden, te begroten op het gevorderde bedrag.
Subsidiair heeft [appellante] - samengevat - veroordeling van [geïntimeerde] gevorderd tot betaling van € 21.154,31, met rente en kosten. Hiertoe heeft [appellante] betoogd dat [geïntimeerde] laatstbedoeld bedrag als schadevergoeding dient te betalen, omdat het onaanvaardbaar is dat [geïntimeerde] de onderhandelingen heeft afgebroken.
2.4 Voor zover de grieven I tot en met VI zijn gericht tegen de feitenvaststelling van de rechtbank, hebben zij geleid tot aanpassingen, zoals hiervoor onder rov. 2.2.1-2.2.21 weergegeven. Voor verdere aanpassing van de feitenvaststelling bestaat geen aanleiding.
2.5 De grieven VII tot en met IX strekken tot toewijzing van de primaire vordering. Volgens [appellante] is een overeenkomst tot stand gekomen op basis van een op 19 december 2008 uitgebrachte offerte en een tot 15 januari 2009 bijgewerkt offertedocument (producties 9 en 11 bij memorie van grieven), welke beide geschriften op 16 januari 2009 uitvoerig tussen partijen zijn besproken (zie rov. 2.2.5). Dat overleg heeft geleid tot nadere bezuinigingen en toevoegingen. Voorts is een reeds eerder gegeven projectkorting van € 35.229,31 exclusief btw toegepast. De aldus tot stand gekomen overeenkomst sluit volledig aan op de bij de brief van 4 februari 2009 gevoegde begroting (zie rov. 2.2.12), aldus nog steeds [appellante].
2.6 Het antwoord op de vraag of een overeenkomst is tot stand gekomen, is afhankelijk is van hetgeen partijen over en weer hebben verklaard en uit elkaars verklaringen hebben afgeleid en in de gegeven omstandigheden redelijkerwijze mochten afleiden. Aanbod en aanvaarding hoeven niet uitdrukkelijk plaats te vinden. Zij kunnen in elke vorm geschieden en kunnen besloten liggen in een of meer gedragingen.
2.7 Vast staat dat [geïntimeerde] op 26 of 27 januari 2009 akkoord is gegaan met de aanneemsom van € 508.000,00 inclusief btw. Het antwoord op de vraag of hiermee een overeenkomst tot stand is gekomen, hangt af van het antwoord op de vraag of toen ook reeds in zodanige mate van precisie overeenstemming was bereikt over de eigenschappen van het voor die aanneemsom te bouwen werk, dat deze voldoende bepaalbaar zijn doordat de eventuele leemten met behulp van wet, gewoonte en redelijkheid en billijkheid kunnen worden opgevuld.
Uit de hiervoor onder rov. 2.2.6 en 2.2.7 weergegeven
e-mailwisseling leidt het hof af dat in de bespreking van
16 januari 2009 niet alleen is onderhandeld over de aanneemsom, maar tot op zekere hoogte ook over de eigenschappen van het te bouwen werk. [geïntimeerde] moest redelijkerwijs begrijpen en [appellante] mocht redelijkerwijs verwachten dat, voor zover over de eigenschappen van het te bouwen werk overeenstemming was bereikt in de bespreking van 16 januari 2009, [geïntimeerde] ten tijde van zijn aanvaarding van de aanneemsom (26 of 27 januari 2009) ook nog steeds akkoord ging met die eigenschappen van het te bouwen werk.
Alvorens verder te beslissen zal het hof [appellante] in de gelegenheid stellen haar betwiste stelling te bewijzen dat bij de die bespreking in voldoende mate van precisie overeenstemming over die eigenschappen is bereikt in voornoemde zin. Hierbij kan aan de orde komen welke stukken bij die bespreking ter tafel zijn gekomen en in welke zin en in welke mate van detail daarover is gesproken.
Het hof:
laat [appellante] toe te bewijzen dat bij de bespreking van
16 januari 2009 in voldoende mate van precisie overeenstemming is bereikt over de eigenschappen van het te bouwen werk in de hiervoor onder rov. 2.7 bedoelde zin;
bepaalt dat, indien [appellante] daartoe getuigen wil voorbrengen, het getuigenverhoor zal worden gehouden in het Paleis van Justitie van dit hof ten overstaan van
mr. G.C.C. Lewin, daartoe als raadsheer-commissaris aangewezen, op een nader te bepalen dag en uur;
verwijst de zaak naar de rol van 29 januari 2013 om beide partijen in de gelegenheid te stellen verhinderdata op te geven voor de maanden maart tot en met mei 2013;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit arrest is gewezen door mrs. W.J. Noordhuizen,
J.C. Toorman en G.C.C. Lewin en in het openbaar door de rolraadsheer uitgesproken op 15 januari 2013.