ECLI:NL:GHAMS:2013:5229
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Effectenlease en vernietiging van leaseovereenkomst op basis van opt-out verklaring
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van Dexia Nederland B.V. tegen een vonnis van de rechtbank Amsterdam, waarin de kantonrechter de vorderingen van [appellanten] heeft toegewezen. De zaak betreft een effectenleaseovereenkomst die op 22 juni 2001 tot stand is gekomen tussen [appellant sub 1] en Dexia, waarbij [appellante sub 2] geen schriftelijke toestemming heeft verleend. Na een vernietigingsbrief van [appellante sub 2] op 8 juni 2005, heeft Dexia in hoger beroep de vernietiging van de leaseovereenkomst betwist. Dexia stelt dat [appellante sub 2] niet tijdig een geldige opt-out verklaring heeft ingediend met betrekking tot de verbindend verklaarde Duisenbergregeling, waardoor zij gebonden zou zijn aan deze regeling.
De kantonrechter heeft in een tussenvonnis geoordeeld dat de niet handelende echtgenoot, in dit geval [appellante sub 2], een beroep kan doen op de vernietigbaarheid van de leaseovereenkomst, ondanks dat [appellant sub 1] het Dexia Aanbod heeft aanvaard. In het eindvonnis heeft de kantonrechter Dexia veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 14.143,50 aan [appellanten]. In hoger beroep heeft Dexia haar verweer dat [appellante sub 2] gebonden is aan het Dexia Aanbod laten varen, maar stelt dat de opt-out verklaring niet tijdig is ingediend.
Het hof heeft vastgesteld dat [appellanten] een door hen beiden getekende opt-out verklaring hebben overgelegd en heeft Dexia in de gelegenheid gesteld haar standpunt nader toe te lichten. De zaak is verwezen naar de rol voor verdere behandeling, waarbij het hof heeft aangegeven dat partijen zich moeten beperken tot de geldigheid van de opt-out verklaring.