ECLI:NL:GHAMS:2013:4964

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
17 december 2013
Publicatiedatum
17 januari 2014
Zaaknummer
200.132.110/01 GDW
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep inzake ontvankelijkheid klaagster in klacht tegen gerechtsdeurwaarder

In deze zaak heeft klaagster, een inwoner van [woonplaats], hoger beroep ingesteld tegen de beslissing van de kamer voor gerechtsdeurwaarders te Amsterdam van 28 mei 2013, waarbij haar klacht tegen de gerechtsdeurwaarder, gevestigd te [vestigingsplaats], ongegrond werd verklaard. Het hoger beroep is op 21 augustus 2013 ingediend, maar het hof heeft geoordeeld dat de beroepstermijn, die eindigde op 24 juli 2013, was verstreken. Klaagster had op 20 juli 2013 een beroepschrift ingediend bij de kamer, maar dit werd pas op 15 augustus 2013 door de kamer ontvangen. Het hof heeft vastgesteld dat er geen bijzondere omstandigheden zijn die de late indiening van het beroepschrift rechtvaardigen.

De zaak is behandeld op de openbare zitting van 24 oktober 2013, waar klaagster en de gerechtsdeurwaarder niet verschenen. Het hof heeft de stukken van het geding bestudeerd en geconcludeerd dat klaagster niet-ontvankelijk is in haar hoger beroep. De beslissing van het hof is op 17 december 2013 openbaar uitgesproken. Het hof heeft de klacht van klaagster tegen de gerechtsdeurwaarder afgewezen, omdat het beroepschrift niet tijdig was ingediend, en heeft de beslissing van de kamer van 28 mei 2013 bevestigd.

Uitspraak

beslissing
___________________________________________________________________ _ _
GERECHTSHOF AMSTERDAM
afdeling civiel recht en belastingrecht
zaaknummer : 200.132.110/01 GDW
zaaknummer eerste aanleg : 849.2012
beslissing van de notaris- en gerechtsdeurwaarderskamer van 17 december 2013
inzake:
[klaagster],
wonende te [woonplaats],
appellante,
t e g e n
[gerechtsdeurwaarder],
gerechtsdeurwaarder te [vestigingsplaats],
geïntimeerde.

1.Het geding in hoger beroep

1.1.
Door appellante, verder klaagster, is bij een op 21 augustus 2013 ter griffie van het hof ingekomen verzoekschrift - met bijlagen - hoger beroep ingesteld tegen de aan deze beslissing gehechte beslissing van de kamer voor gerechtsdeurwaarders te Amsterdam, verder te noemen de kamer, van 28 mei 2013, waarbij de klacht van klaagster tegen geïntimeerde, verder de gerechtsdeurwaarder, ongegrond is verklaard.
1.2.
De gerechtsdeurwaarder heeft geen gebruik gemaakt van de hem geboden gelegenheid een verweerschrift in te dienen.
1.3.
De zaak is behandeld ter openbare terechtzitting van het hof van 24 oktober 2013. Klaagster heeft vooraf te kennen gegeven niet te zullen verschijnen. De gerechtsdeurwaarder is, hoewel behoorlijk opgeroepen, - zonder opgaaf van reden - niet verschenen.

2.De stukken van het geding

Het hof heeft kennis genomen van de inhoud van de door de kamer aan het hof toegezonden stukken van de eerste instantie en de hiervoor vermelde stukken.

3.De ontvankelijkheid van klaagster in het hoger beroep

3.1.
Het secretariaat van de kamer heeft als bijlage bij een brief van 24 juni 2013 een afschrift van de beslissing van de kamer van 28 mei 2013 aan klaagster toegestuurd. In deze brief is klaagster – overeenkomstig het bepaalde in artikel 45 van de Gerechtsdeurwaarderswet – medegedeeld dat zij binnen dertig dagen na dagtekening van de onderhavige schriftelijke kennisgeving in hoger beroep kan gaan. Dit betekent dat de beroepstermijn eindigde op woensdag 24 juli  2013. Nu het beroepschrift van klaagster eerst op 21 augustus 2013 bij het hof is ingekomen, is dat beroepschrift na ommekomst van de beroepstermijn bij het hof binnengekomen.
3.3.
Klaagster heeft haar op 20 juli 2013 gedateerde beroepschrift aan de kamer toegezonden. Blijkens de daarop gestelde stempel is het beroepschrift op 15 augustus 2013 daar binnengekomen. Zo er al van zou mogen worden uitgegaan dat de datum van binnenkomst van het beroepschrift bij de kamer zou mogen gelden als datum waarop het hoger beroep is ingesteld, dan geldt ook dan dat het beroep niet tijdig (namelijk uiterlijk op 24 juli 2013) is ingesteld.
3.4.
Behoudens bijzondere omstandigheden draagt klaagster het risico dat het beroepschrift eerst na het verstrijken van de beroepstermijn ter griffie van het hof binnenkomt. In deze zaak zijn geen omstandigheden gesteld of gebleken die als dergelijke bijzondere omstandigheden zijn aan te merken.
3.5. Op grond van het bovenstaande moet worden geoordeeld dat klaagster niet-ontvankelijk is in haar hoger beroep.
3.6.
Het hiervoor overwogene leidt tot de volgende beslissing.

4.De beslissing

Het hof:
- verklaart klaagster niet-ontvankelijk in haar hoger beroep tegen de beslissing van de kamer van 28 mei 2013.
Deze beslissing is gegeven door mrs. A.D.R.M. Boumans, A.M.A. Verscheure en A.W. Jongbloed en in het openbaar uitgesproken op dinsdag 17 december 2013 door de rolraadsheer.