ECLI:NL:GHAMS:2013:4934
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Huurgeschil over achterstallige huur en beëindiging huurovereenkomst na langdurige stilstand
In deze zaak gaat het om een huurgeschil tussen [appellant] en [geïntimeerde] betreffende een appartement in Amsterdam. [geïntimeerde] huurde het appartement sinds 1 oktober 1989 van [X], de moeder van [appellant]. Na het overlijden van [X] in mei 2000, verkreeg [appellant] het appartement in eigendom. [geïntimeerde] heeft vanaf 30 november 2001 geen huur meer betaald en heeft het appartement niet meer bewoond. In 2011 heeft [appellant] aanspraak gemaakt op betaling van achterstallige huur, wat leidde tot een rechtszaak. De kantonrechter heeft in eerste aanleg de huurovereenkomst ontbonden, maar de vordering tot betaling van huurpenningen afgewezen, omdat [appellant] meer dan elf jaar had stilgezeten zonder actie te ondernemen.
In hoger beroep heeft [appellant] de beslissing van de kantonrechter bestreden. Hij vorderde onder andere ontruimingskosten, betaling van huurachterstand en schadevergoeding. Het hof heeft de feiten vastgesteld en beoordeeld dat [geïntimeerde] onvoldoende bewijs heeft geleverd voor haar stelling dat zij de huurovereenkomst rechtsgeldig had opgezegd. Het hof oordeelde dat [geïntimeerde] niet kon vertrouwen op een beëindiging van de huurovereenkomst, omdat zij de huurtermijnen tot en met 2001 had voldaan en geen bewijs had geleverd dat de opzegging was aangekomen bij [appellant].
Het hof heeft de vorderingen van [appellant] deels toegewezen, waaronder de ontruimingskosten en een deel van de huurachterstand, en heeft de kosten van het geding aan [geïntimeerde] opgelegd. De beslissing van de kantonrechter werd deels vernietigd, maar de ontbinding van de huurovereenkomst en de ontruiming werden bekrachtigd. De uitspraak benadrukt het belang van tijdige actie door verhuurders bij het niet betalen van huur en de gevolgen van stilzitten in huurgeschillen.