ECLI:NL:GHAMS:2013:4926
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- R.H. de Bock
- D. Kingma
- E.J. Rotshuizen
- Rechtspraak.nl
Mandelige muur en funderingsherstel tussen naburige panden
In deze zaak gaat het om een geschil tussen de besloten vennootschap ADFISCASS B.V. en de Vereniging van Eigenaren Wittenburgergracht 265-271 (VVE) over de mandeligheid van een scheidsmuur en de kosten van funderingsherstel. ADFISCASS is in hoger beroep gekomen van eerdere vonnissen van de rechtbank Amsterdam, waarin werd geoordeeld dat de muur tussen de panden van partijen nog steeds als mandelig kan worden beschouwd, ondanks de verbouwing die ADFISCASS in 2006 heeft uitgevoerd. De rechtbank had vastgesteld dat ADFISCASS bij moest dragen aan de kosten van het funderingsherstel van de VVE, omdat de muur zijn functie als gemeenschappelijke scheidsmuur niet had verloren. ADFISCASS betwistte dit en voerde aan dat de muur niet langer mandelig was, omdat zij een eigen draagconstructie had aangebracht. Het hof oordeelde dat de verbouwing niet had geleid tot het verlies van de mandeligheid van de muur. Het hof concludeerde dat de muur op verschillende punten zijn gemeenschappelijke functie had behouden en dat ADFISCASS dus verplicht was bij te dragen aan de kosten van het funderingsherstel. Het hof vernietigde een deel van het vonnis van de rechtbank, maar bevestigde de verplichting van ADFISCASS om bij te dragen aan de kosten van het funderingsherstel, en stelde het bedrag vast op € 14.646,24, vermeerderd met wettelijke rente. De vordering van ADFISCASS tot terugbetaling van eerder betaalde bedragen werd afgewezen.