ECLI:NL:GHAMS:2013:4905
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- C.C. Meijer
- R.H. de Bock
- J.H. Huijzer
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake huurachterstand en ontvankelijkheid
In deze zaak, die voorlag bij het Gerechtshof Amsterdam, hebben appellanten hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van de rechtbank Amsterdam, sector kanton, dat op 19 april 2011 was gewezen. De appellanten, vertegenwoordigd door advocaat mr. J. Sietsma, waren in geschil met de stichting De Alliantie, die werd bijgestaan door advocaat mr. R.H. Edens. De Alliantie had gevorderd dat de appellanten vanwege een huurachterstand van € 1.042,20, waarvan € 861,70 aan hoofdsom en € 178,50 aan buitengerechtelijke incassokosten, zouden worden veroordeeld tot betaling. De appellanten betwistten de huurachterstand niet, maar vorderden zelf schadevergoeding van € 950,00 in verband met waterschade. De kantonrechter had de vordering van de appellanten niet als reconventionele vordering aangemerkt, maar deze in mindering gebracht op de vordering van de Alliantie. In hoger beroep beriepen de appellanten zich op verrekening, maar het hof oordeelde dat de kantonrechter niet gebonden was aan de vordering in reconventie, omdat deze niet als zodanig was aangemerkt. Het hof concludeerde dat de vordering van de Alliantie niet meer dan € 1.750,- bedroeg, waardoor de appellanten niet ontvankelijk waren in hun hoger beroep. Het hof verklaarde de appellanten niet-ontvankelijk in hun hoger beroep en veroordeelde hen in de kosten van het geding, die aan de zijde van de Alliantie waren begroot op € 649,-- aan verschotten en € 894,-- voor salaris. Dit arrest werd op 10 december 2013 openbaar uitgesproken.