Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
mr. E.J.H. van Lithte Amsterdam,
mr. T.C.C.J. Schoniste Utrecht.
1.Het geding in hoger beroep
2.Beoordeling
incidentele grieven I – IIIzijn gericht tegen die feitenvaststelling. De grieven slagen voor zover zij zien op het gebruik en de bewoning door [appellant], omdat het een noch het ander vast staat. Het hof zal daar hierna onder 2.4 rekening mee houden. Tot vernietiging van het tussenvonnis leidt dit niet. Voor het overige is de feitenvaststelling in hoger beroep niet in geschil, zodat deze in zoverre ook het hof tot uitgangspunt dient.
incidentele grief VIIzich voor bespreking voor zover Natuurmonumenten daarin betoogt dat de kantonrechter ten onrechte heeft geoordeeld dat de overeenkomst ook met [appellant] is voortgezet.